Voor het nieuwe magazine van de Buik interviewt Karin Koolen fotografe Chantal Arnts. Chantal Arnts legt niet zomaar plaatjes vast – ze vangt verhalen. Of ze nu in een sterrenrestaurant staat of de zonsopgang over Amsterdam fotografeert, elke foto ademt sfeer en schoonheid. Van een trip naar Japan met Sergio Herman tot de bakker om de hoek: met oog voor detail en licht maakt Chantal het gewone bijzonder.
Nieuwe editie van de Buik Magazine
Er komt een nieuwe editie van de Buik Magazine aan. Dus met veel plezier lichten we een paar favoriete verhalen van de eerste editie van ons magazine uit. In dit verhaal spreken we Chantal Arnts, een fotografe die de horeca veelzijdig vastlegt.
Word nu lid van Club de Buik
zodat je het magazine voortaan als eerste in huis hebt, een must voor iedereen die houdt van eten, mensen en verhalen.
Licht als speelveld

Haar vriend moet altijd lachen als Chantal Arnts (33) bij het krieken van de dag opstaat, haar camera grijpt en naar het hoogste raam in huis loopt. Elke ochtend hetzelfde Amsterdamse uitzicht, maar met elk ander licht vangt ze een uniek beeld. Licht is haar speelveld, of het nu gaat om een skyline of een stijlvol gedekte tafel.
"Nu zit ik er echt klaar voor hoor!" appt Chantal, met een lachende emoji, vlak voor ons telefonische interview. De vorige afspraak moest ze last minute afzeggen – haar fiets bleek gestolen in Amsterdam-Oost, waar de in Bakel geboren fotografe nu samen met haar vriend woont. Google haar naam en je krijgt een prachtige serie foto- en videowerken in gastronomie, interieur en lifestyle. Toch blijft Chantal zelf vaak buiten beeld. Ze is bescheiden over haar werk, ook al reisde ze met Sergio Herman naar Japan en Singapore, fotografeerde voor bekende culinaire magazines en werkt ze voor klanten als Suitsupply en Rituals.
Hotelschool

Maar wie is Chantal? Behalve een profielfoto op WhatsApp, van achteren genomen, in een zwarte jumpsuit en met een witte scrunchie om haar pols terwijl ze een man in pak fotografeert, hebben we geen beeld. Aan de andere kant van de lijn lacht ze. “Op mijn zestiende ging ik naar de hotelschool in Maastricht. Ik wist toen echt nog niet wat ik wilde, maar iets creatiefs leek me wel wat. Horeca-ervaring had ik totaal niet – ik moest zelfs nog snel een bijbaan zoeken vlak voor de opleiding begon.” Maar de studie bracht haar snel die wereld in: voor haar eerste stage vloog ze naar Johannesburg. Haar laatste stage deed ze bij Food Inspiration, een digitaal magazine. “Daar begon ik met fotografie en mijn werk viel meteen op. Ik kreeg de vrije hand en ben er uiteindelijk zes jaar gebleven.”
Ik zie schoonheid in alles en wil dat vastleggen Chantal Arnts
Fotografie was geen jeugdpassie, geeft ze toe. “Pas in mijn eerste baan kwam ik in aanraking met het werk van Rahi Rezvani. Zijn rauwe, donkere stijl met veel licht en schaduw intrigeerde me enorm. Ik kijk niet naar wat andere culinaire fotografen doen; ik laat me liever inspireren door andere fotografievormen. In mijn eerste opdrachten zie je dat donkere randje nog wel terug, maar dat kun je niet blijven herhalen. Het moet geen trucje worden.” Voor Chantal draait fotografie om esthetiek. “Hoe geweldig is het om iets gewoons ineens magisch te maken door een onverwachte hoek of door het licht perfect te vangen? Ik zie schoonheid in alles en wil dat vastleggen.” Ze volgde de Fotovakschool en leerde er de techniek. “Natuurlijk waardevol, maar ik denk dat je mooiste werk ontstaat als je nog niets weet en je niet laat leiden door hoe het zogenaamd ‘hoort’.”
Vrije hand

Hoewel ze zich vaak op food- en horeca richt, gruwelt Chantal van de term ‘foodfotograaf’. “Het gaat mij om de sfeer, het verhaal achter het beeld – dat is zoveel meer dan zomaar een bord fotograferen.” Haar band met de horeca zit diep. “Horeca verbindt mensen, of dat nu in een kroeg om de hoek is of in een restaurant met twee sterren. Het is een levensstijl, geen beroep. Door mijn opleiding en stages had ik een goed netwerk om op voort te bouwen. Het is een kleine wereld, die horeca. Of ik nu bij de bakker sta of in een Michelin-restaurant, ik geef altijd alles.”
Als we vragen wat horeca zo uniek maakt om vast te leggen, denkt Chantal even na. “Chefs zijn altijd druk”, besluit ze. “Ik pas me volledig aan hen aan en begin vaak met het interieur. Ondertussen observeer ik, word ik één met de ruimte als een ‘fly on the wall’. Je moet als fotograaf je moment pakken wanneer het er is, dat leer je wel met de tijd. Gelukkig krijg ik bijna altijd de vrije hand. Van tevoren duik ik in de locatie: het licht, de materialen, de sfeer. Elk shot moet het verhaal van die plek vertellen.”
Nerveus

Met de jaren groeide haar zelfvertrouwen. “Ik slaap er nu minder slecht van”, lacht ze, “maar ik ben soms nog steeds nerveus voor een grote klus. Zoals laatst, toen ik met Sergio Herman meevoer op een mosselboot voor zijn boek ‘Hommage’. Ik moest fotograferen, filmen en dronen. De zonsopgang wacht op niemand. Dat maakt de druk hoog. Maar als alles uiteindelijk lukt, denk ik: ja, ik kan dit echt.” Haar droom? Meer reizen, grotere projecten, complete verhalen over de wereld vastleggen. “De wereld heeft zoveel te bieden, net als dit vak.”