Daar komt-ie, de rekening. Hoeveel is het? Drieënzeventig vijfenveertig. Heel erg te overzien. Voortje, hoofd, naatje. Fles wijn, espresso en een calva. Hoe kunnen ze het er voor doen? Betalen dan maar. Dan begint het tobben. Want wat zeg je? Maak er maar € 75 van? Kán, maar zet je jezelf niet te kijk als krentenkakker, wat je niet bent want je hebt net voor € 73,45 gegeten en gedronken?
Of dat je zo'n blik krijgt die wil zeggen: pfft, meneer, kan het lijden, die armzalige één-vijfenvijftig? Of nog erger: de ontvangende partij is beledigd en jij geneert je omdat je niet uit jezelf dat joviale gebaar hebt gemaakt.
Ik heb het dus over de kwestie van de fooi. Móet je wel een fooi geven en zo ja, hoevéél? Wáárom moet je eigenlijk een fooi geven? Je betaalt voor wat je volgens de rekening verschuldigd bent.
Stroperig-aardig
Het fooienstelsel is, kortom, niet meer van deze tijd. Het plaatst beide partijen in een gênante positie. Geef ik niet te veel, krijg ik wel genoeg? Ik zeg er meteen bij: in Nederland. Ik weet dat er landen zijn waar de fooi wel degelijk een bestanddeel is van de geldelijke beloning. Het salaris is laag, de rest moet je maar bijverdienen door stroperig-aardig te doen tegen je klanten, hen van alles aan te smeren waar ze beleefdheidshalve geen nee tegen kunnen zeggen en hen tenslotte met enige strijkerij de deur uitwerken zodat je weer nieuwe gasten aan het tafeltje kunt zetten.
Dagelijkse praktijk in Amerika. Daarom doen al die jongens en meisjes in winkels en cafés en restaurants daar zo poeslief tegen je. In Amerika wordt een standaardtip verwacht van 15 procent en het werkt omdat iedereen wéét dat het zo werkt.
Maar je kunt ook zeggen, dat de werkgevers in Amerika met een omweg een greep in de fooienpot doen door bij voorbaat te korten op de salarissen. Een deel van het ondernemersrisico wordt zo afgewenteld op de schouders van het personeel (hard werken) en de gasten (verantwoordelijkheidsgevoel).
Gekkenhuis!
In Nederland zou dat niet kunnen: je betaalt een behoorlijk loon en je blijft van de fooien af, want die zijn van het personeel. (Ook al zijn er uit het verleden voorbeelden waarin het niet zo netjes ging.)
Dus waarom houden wij zo krampachtig vast aan dat fooienstelsel? Waarom zou ik routinematig in de horeca tien procent betalen bovenop de rekening? Stel: de rekening bedraagt € 73,45. Plus tien procent kom je op het fantasiebedrag van € 80,79. Dat wordt dan € 81, wat ook weer een mal bedrag is, dus moet het € 82,50 worden of, nog ronder, € 85.
Gekkenhuis!
Wat vindt u: moeten alle fooien de wereld uit, te beginnen uit Nederland?