Het bruine café een uitstervend fenomeen? 'Absoluut', zegt Jaap Brantenaar. In mei is hij twintig jaar eigenaar van café De Pui aan de Oostzeedijk Beneden. De vrijdagavond en het borreluur zijn gezellig, maar verder mag het best wat drukker. De Pui moet het hebben van zijn stamgasten. Nieuwe klanten werven is moeilijk. 'Als er een keer twee jonge meiden aan de bar zitten, is dat omdat ze hiernaast gaan eten.'
Vroeger bestond Kralingen voor tachtig procent uit studenten, die deden vier tot zes jaar over hun studie. Voetbalclubs en tennisbanen hadden een kantine met één koelkast: iedereen ging na het sporten naar de kroeg. Om de studenten te binden serveerde Jaap door de week een studentenhap voor 3,50. ‘Boerenkool en een mandarijntje of raket toe’, vertelt Jaap. Dat bleek niet rendabel. ‘Ze dronken er niets bij.’ Hij serveerde ook dertien jaar Indisch eten in het restaurant boven de zaak. Dat restaurant staat nu leeg. ‘Iets voor De Buik? De inventaris is er; je kan er zo in. Een buikenkansje’, lacht hij.
In de twintig jaar dat Jaap De Pui heeft, is het interieur nauwelijks gerestyled. ‘De klanten houden er niet van als het karakter van de zaak te veel verandert.’ Alleen de houten buffetbar is een paar jaar geleden onder handen genomen. Het plafond is volgeplakt met hoezen van oude langspeelplaten. In het cafégedeelte boven hangen een oude draaitafel en mengpaneel. ‘Daar heeft Jan Akkerman nog op gespeeld.’ Muziek is Jaap z’n ding. ‘Ik zeg altijd: we draaien hier van ABBA tot Zappa. Maar zelden Nederlandstalig, dan lopen de klanten weg. Zo heeft elke club z’n eigen stijl.’
Met de slogan Geen rook wel Brand-(bier), ging Jaap op zijn verjaardag op 15 april 2011 uiteindelijk over op rookvrij. Rokende klanten staan nu gebroederlijk buiten onder de luifel.
Buurtlul
Deze vrijdagavond vult de zaak zich gestaag met vaste klanten. De eerste is Piet, de kapper van de overkant. Hij werkt al vijfendertig jaar op de Oostzeedijk en sinds negentien jaar drinkt hij hier aan het eind van zijn werkdag een reeks drankjes. Geroutineerd schuift hij op zijn vaste barkruk aan de korte kant bij het raam. Om de haverklap steekt hij zijn hand op om passanten te groeten. ‘s Zomers zit hij op het bankje buiten voor het raam. ‘Ik ben echt een buurtlul geworden, een soort standbeeld. Dit is mijn rustpunt op de dag. Even relaxen. Zo lang ik mijn winkel heb, zal ik hier komen.’ ‘Er blijven mensen weg om hem hoor’, grapt Jaap.
Het gros van de klanten dat binnenkomt is man, veertiger, kalend, buikje. Daartussen vallen de jonge meiden die boven zitten op. ‘Leraressen van de school hier vlakbij’, licht Jaap toe. ‘Ze komen elke vrijdag. Maar als ze vrij zijn zie je er geen een.’ Lerares Sharonne heeft tegenover De Pui gewoond toen ze studeerde, vertelt ze. Sinds drie jaar sluiten zij en haar collega’s hier de werkweek af. Vanavond met z’n tweeën, maar soms wel met z’n twaalven. Nostalgie leidde haar terug naar De Pui. En het is praktisch: de parkeerkaart geldt hier. Inmiddels worden ze niet meer bekeken als ze binnenkomen. ‘Naarmate je langer komt, leer je de vaste mensen kennen en wordt het steeds gezelliger.’ Jaap doet echt z’n best voor hen. Laatst had hij stokbrood met aioli geregeld toen ze vertelden dat ze dat tijdens een vakantie hadden gegeten. En een keer een karaoke toen ze wat te vieren hadden. ‘Ik zou met echt schuldig voelen als we op vrijdagmiddag ergens anders naartoe zouden gaan.’
Flipper-tiendaagse
De Pui moet het hebben van z’n stamgasten. Zoals Piet de kapper, die na het werk komt. En de vriendengroep die vijftien jaar geleden in deze buurt heeft gestudeerd en nog steeds wekelijks na het squashen komt. En de man die standaard een barkruk naar buiten sleept om daar drie Duvels te drinken. ‘Twintig procent van mijn klanten zorgt voor tachtig procent van mijn omzet’, vertelt Jaap. Waardevol en kwetsbaar tegelijk. Om hen te houden en nieuwe klanten te trekken organiseert hij regelmatig activiteiten, zoals een flipper-tiendaagse, BAD-avond (brood, ailoli en dance) en karaoke. Op de deur van het damestoilet prijkt een tekening van een mooie dame en de tekst Excuse me sir, ladies only. Een overblijfsel van een ladies night.
Vier jaar geleden plaatste Jaap een enorme houten bank buiten op de stoep. ‘Die is ’s zomers heel uitnodigend. En de mensen die er gaan zitten moeten toch een keer naar binnen om te bestellen, of te plassen. Dan zien ze dat het binnen ook leuk is.’
Sambal
De een na de ander komt binnen en wordt begroet. De directeur en medewerkers van het uitzendbureau verderop, twee medewerkers van De Hemel op Aarde, een filmmaker, een marketingman. Het is een gezellig geroezemoes. ‘Het publiek van De Pui is goed’, vertelt stamgast en havenwerker Remco. Hij is net terug van een zakenreis in Brazilië. ‘Als je daar in een kroeg staat gaat het alleen maar over tieten en konten. Hier kun je met iedereen overal over praten.’
De sambalman komt binnen om, als elke vrijdag, veertig soorten sambal te slijten. Jaap: ‘Ik hoef al jaren geen sambal te kopen; zoveel klanten vergeten de pot aan het eind van de avond mee te nemen.’ Van Piet krijg ik een pot kado.
Richard, de barman zingt mee met de muziek. Marjolein, Wendy en onvervangbare Henkie – ‘die werkt hier al langer dan ik’ – zijn de andere vaste barmensen. Van Jaap mogen ze ook alcohol drinken zo lang het binnen de perken blijft. ‘Als het stil is en iemand aan de bar zegt tegen de barman: neem er ook een, dan neem je geen spa.’ En als iemand een gin tonic aanbiedt is de deal: de tonic van jou, de gin van Jaap. Proost.
Jaap Brantenaar staat op de foto bovenaan dit artikel aan de linkerkant.