Van meer dan twintig wilde planten weet ik inmiddels dat ze eetbaar zijn. Die kennis heb ik verkregen na het volgen van enkele workshops bij Leah Groeneweg. Ik ben er nog steeds blij mee want zelfgeplukte wilde planten zijn een verrijking van je (culinaire) leven. Als ik verneem dat Leah begin augustus een workshop Eetbare bloemen geeft, zorg ik dat ik erbij ben.
‘Het verschil tussen een bloem en een onkruid is slechts een oordeel’, is op Leahs website te lezen. In haar keuken hangen bosjes vers zeewier te drogen, die slierten die je overal op het strand ziet liggen, met van die kleine harde ballonnetjes ertussen. Het is een experiment; eenmaal gedroogd zou je ze kunnen gebruiken om soep smaak te geven.
Maar we zijn hier voor de bloemen, dus na het drinken van een glas zelfgemaakte rozensiroop krijgen wij cursisten een mandje en mogen wij in de eigen wilde bloementuin en langs de Rotte bloemen plukken; we hoeven ons op dat moment nog niet druk te maken om de eetbaarheid. Dus plukken wij in een goed kwartier elk een vrolijk gekleurd mandje vol. Sommige bloemen herkennen we, veel andere niet of niet precies.
Bloemen met smaak of ter verfraaiing
‘Aan de meeste bloemen zit niet veel smaak', zegt Leah, ‘maar ze zien er fraai uit op je bord en je kunt er een salade mee versieren of ze vullen'. Bekende bloemen die wél smaak hebben zijn trouwens broccoli, bloemkool en artisjok. Net als alle bloemen van keukenkruiden, als munt en oregano. Een waarschuwing: eet nooit bloemen uit de winkel, tenzij ze biologisch zijn, anders zijn ze bijna zeker met pesticiden behandeld. En wilde bloemen pluk je natuurlijk altijd op schone plaatsen en niet langs wegen.
Leah gaat de door ons geplukte bloemen een voor een na en legt de eetbare bloemen bij elkaar.
Ze maakt een indeling in bloemen voor de bloemenboter en vulbare bloemen. Voor de eerste groep komen onder andere in aanmerking: kaasjeskruid (van de bloemen en bladeren werd samen met biet vroeger in Rusland borsjt gemaakt), bergamot (waar earl grey-thee zijn kenmerkende smaak aan ontleent), akkermelkdistel, paardenbloem, margriet, goudsbloem (calendula), wilgenroosje, bieslook, distel, witte klaver, maarts viooltje, madeliefje, komkommerkruid (borage), klaproos. Voor de tweede groep hebben we bloemen van courgette, stokroos, Oost-Indische kers en haagwinde geplukt.
Pispotje met notenvulling
We maken bloemenboter door de bloemblaadjes van grote bloemen als goudsbloem en paardenbloem te plukken en deze samen met de kleinere bloempjes fijn te snijden. Dit mengen we met een snufje zout door zachte roomboter. Als vulling voor de overige bloemen kun je bijvoorbeeld roomkaas met gorgonzola nemen, maar wij maken een notenspread volgens bijgevoegd recept. Vooral de witte bloem van de haagwinde (het bekende ‘pispotje’, de ergernis van vele tuiniers), is door z’n zachte dunne velletje rondom de romige notenvulling een ware delicatesse. Hier zou het Engelse gezegde ‘If you can’t beat it, eat it’ weleens van toepassing kunnen zijn, hoewel maar zeer ten dele want de rest van de plant is niet eetbaar. Bij de bloemenmaaltijd staat een kan water die op smaak is gebracht met munt, citroenmelisse en bloemen van de akkerdistel, wat een heerlijke zomerdrank oplevert.
FOTO BOVEN MONIQUE RAVENSBERG