Frankrijk, Italië, Spanje: het zijn populaire vakantiebestemmingen. En terecht. Want het weer is er vaak goed, het strand fijn, de steden mooi en het eten lekker. Doordat de zomers er mooi zijn – en langer duren – kun je in deze landen ook goed wijnmaken. Er zijn nog meer van zulke landen natuurlijk: bijvoorbeeld Griekenland, Kroatië, Oostenrijk, en vergeet Duitsland niet. Waar kun je op letten als je daar lekkere wijn wilt drinken?
Stel: je hebt besloten het mooie Rotterdam tijdelijk te verlaten. Of, als je er niet woont, de stad niet als vakantiebestemming te kiezen, maar af te reizen naar een Europees wijnland. Dat betekent dat je voor de keuze van de plaatselijke horeca bent aangewezen op een reisgids – liefst natuurlijk de rode Michelin – want een Buik van Boekarest kennen ze er niet. Maar zo’n Michelingids bevat niet alles, en zeker niet dat ene eethuisje dat alleen bij de lokale bevolking bekend is. Dus ben je aangewezen op je buikgevoel.
Vaak ben je in dergelijke landen in goede handen, zolang je de meest toeristische plekken mijdt. Een beetje Buiklezer heeft wel wat fingerspitzengefühl voor waar je lekker kunt eten. Ook wat betreft de wijn dien je je vertrouwen te schenken aan de uitbater van dat gezellige eettentje. Voordeel is dat Italianen of Spanjaarden zelf ook graag een lekker glaasje wijn drinken. En vaak kritisch consumeren. Dus de kans dat je rommel krijgt is niet groot. Als je naar de betere restaurants gaat is het niveau van de wijn in dergelijke wijnlanden vaak hoog. 
Witte wijn en rosé moeten vers zijn
Let in ieder geval op – voor zover mogelijk – dat de witte wijn en de rosé die je krijgt uit 2013 is. Mocht iemand nog 2012 op voorraad hebben, dan verkoopt hij weinig wijn (een slecht teken) of heeft hij een oude partij op de kop getikt. Witte wijn en rosé moeten vers zijn, uit het meest recente oogstjaar. Dat geldt voor laten we zeggen minstens 90 procent van de wijnen.
Denk er ook aan dat rode wijn vaak koel of zelfs koud geschonken wordt. Als het buiten 35 graden in de schaduw is, en binnen de airco met moeite de temperatuur in bedwang houdt, dan is een fles uit het rekje achter de bar veel te warm. Daarom komt ie in warme landen vaak uit de koeling. Eenmaal ingeschonken op dat warme terras stijgt de temperatuur van de wijn vanzelf naar een goed niveau. Veel rode wijn wordt sowieso te warm gedronken: 16 tot 18 graden Celsius is meer dan genoeg.
De liefhebber en koopjesjager kan in een heus wijnland ook zelf op zoek naar lekkere wijn. Een bezoek aan ‘de wijnboer’ (vaak is het tegenwoordig een hoogopgeleide specialist, maar ‘boer’ klinkt zo vertrouwd) is zeker in Frankrijk of Duitsland een leuk tijdverdrijf. In Spanje en Italië is het minder gebruikelijk om aan de poort te verkopen. Best lastig om te kiezen bij wie je gaat proeven, tenzij je het gewoon voor je plezier doet, en niet per se met iets heel lekkers wilt vertrekken. Want het is zo dat als je eenmaal aan het proeven bent bij die aardige Franse familie, het lastig wordt om zonder aankoop het pand te verlaten.
Je kunt wat huiswerk doen door wijngidsen te bestuderen, al zullen daarin vooral de beste adressen staan. De allerbeste adressen trouwens zijn vaak niet voor publiek geopend – daar hebben ze geen tijd voor, en hun hele productie is toch al lang en breed verkocht. Verder kun je vooral afgaan op de uitstraling van een bedrijf: ziet het er schoon uit? Een beetje modern? Je kunt je daarin vergissen natuurlijk, maar dat zijn de uitzonderingen op de regel.
Zelf wijn kopen bij de producent is vaak voordeliger dan wijn in Nederland kopen. Je betaalt geen of weinig accijns en geen transportkosten – wel je eigen benzine natuurlijk. Toch is het niet altijd veel voordeliger. Sommige gewiekste wijnboeren weten goed wat de toerist thuis betaalt. Ook hier geldt: mijd de meest toeristische adressen.
Zelf wijn importeren
Nadeel van wijn kopen bij de buitenlandse boer is het veelgehoorde verschijnsel dat de wijn eenmaal thuis toch niet zo lekker blijkt te zijn als op de vakantiebestemming. Dat komt doordat alles – of in ieder geval veel – op vakantie lekkerder smaakt en leuker is. Het komt ook omdat het spannend is, of gewoon leuk, om je eigen wijn te importeren. En omdat die Franse familie heel aardig was. Wat je in ieder geval moet zien te vermijden is dat je nog wekenlang met je wijntjes in de achterbak rondrijdt. Je weet hoe warm een auto is na een dagje op een zonnige parkeerplaats. Die hitte is niet goed voor de meeste wijn.
Een wijngids is ook handig om je keuze te maken in de supermarkt. Hoewel maar een deel van de wijnen in de supermarkt in zo’n gids staat. Maar meer dan je denkt, omdat wijn in het buitenland veel vaker via de supermarkt wordt verkocht. Er zijn veel minder wijnspeciaalzaken of drankenketens. Supermarkten hebben vaak een uitgebreid regionaal aanbod. Dus richt je (ook) in de supermarkt vooral op de wijn uit het gebied waar je bent.
Er zijn in de meeste wijnlanden geen supermarktwijngidsen. In Frankrijk zie je wel regelmatig scores uit bijvoorbeeld de Guide Hachette op de fles vermeld staan (of op zijn kaartje aan de hals van de fles). Deze en andere wijngidsen zijn vaak te koop in de supergrote supermarkten, die vaak een wijncollectie hebben waar een ruim gesorteerde speciaalzaak in Nederland zich niet voor zal schamen – hoewel pak ‘m beet 90 procent van de wijn uit het eigen land komt.
Verder kun je letten op medailles die de wijn kreeg. Hecht niet te veel waarde aan medailles van regionale concoursen. Daar zijn relatief veel medailles per aantal deelnemers, en misschien was dat jurylid de buurman van de neef van de wijnmaker. Belangrijker zijn de concoursen op nationaal of internationaal niveau, zoals Parijs of Brussel of de International Wine Challenge in Londen. Deze aanbevelingen gelden uiteraard ook voor wijnen die je in Nederland tegenkomt.
En let er net als bij het bezoek aan de wijnmaker op of het etiket een beetje een frisse uitstraling heeft. Fris maar vooral niet te hip, want dan was het marketingbudget waarschijnlijk groter dan het salaris van de wijnmaker. Een beetje wijnmaker gaat met zijn tijd mee – ook hier bevestigen de uitzonderingen de regel – en zal best wat aandacht willen besteden aan het uiterlijk van zijn flessen. Maar dit is een vaardigheid die je moet ontwikkelen: veel flessen bekijken en proberen!
FOTO FRANK VAN DIJL