Ondertussen in Amsterdam: proeven in de Foodhallen

Waar vroeger trams werden gestald, in een groot hallencomplex achter de bebouwing van de Ten Katestraat en de Kinkerstraat, bevinden zich een bioscoop, een hotel, TV-studio's, een bibliotheek en twee restaurants: Brasserie Halte 3, Meat West ? en nu dus ook de Foodhallen. Het geheel is flink opgeknapt, maar de uitstraling van de vroegtwintigste-eeuwse architectuur is behouden gebleven. Er liggen klinkers op de vloer, gietijzeren palen houden het dak met lichtkoepels overeind en de wanden zijn van ruwe baksteen.

De eetstalletjes passen in dat beeld: ze zijn gemaakt van stoere materialen. Het zijn er eenentwintig in totaal. In het midden van de Foodhallen is een grote bar gesitueerd, elders vind je nog een bierbarretje en een cocktailbar. Aan de stalletjes koop je etenswaren, variërend van Vietnamees tot bitterballen, van een broodje entrecôte tot een klein taartje. Wat je koopt, eet je hier op, al wandelend naar de volgende stop.

Rotterdamse ondernemer Chong Chu

Een van de vier ondernemers achter de Foodhallen is de Rotterdamse ondernemer Chong Chu (foto boven). Hij deed het idee op in Madrid. 'We belandden een paar jaar geleden in de Mercado San Miguel, een indoor-foodmarket met allemaal kraampjes waar je hapjes en drankjes kunt bestellen. We gingen er naar binnen om even iets te drinken, pas vijf uur later liepen we er weer naar buiten. We waren zo gegrepen door het hele concept, en door de gezelligheid binnen, het sociale gebeuren. Waarom hebben we dat in Nederland niet? vroegen we ons af. Dat idee zijn we gaan uitwerken, we zijn een locatie gaan zoeken ? wat nog niet zo gemakkelijk was, want we wilden wel in het centrum zitten van Amsterdam, omdat we ervan overtuigd waren dat zoiets alleen zou lopen in Amsterdam, in het centrum. Daarom moesten we ook vierkante meters hebben, aan een paar honderd hadden we niet genoeg. Dit complex is 2400 vierkante meter, dus toen we hierover werden getipt, zijn we gaan kijken. Daarna is het snel gegaan.'

De Foodhallen moeten niet alleen een hotspot worden voor Amsterdammers, maar ook voor toeristen. Vóór de officiële opening draaiden de stalletjes al een paar dagen proef. De verwachtingen zijn hooggespannen. 'Afgelopen zaterdag kon je hier over de hoofden lopen,' zegt een bezoekster. 'Het is ook nog zo nieuw.'

Zo nieuw zelfs dat nog niet iedereen helemaal is geïnstalleerd. De plek waar Robert Kranenborg iets gaat doen, is nog leeg. De afzuiginstallaties lijken ook nog niet optimaal te werken.

In de standjes wordt hard gewerkt terwijl de openingsgasten met een glas in de hand langs slenteren. De Ballenbar verkoopt culinaire bitterballen, bij Green Brothers moet je zijn voor vegetarische hapjes, Pink Flamingo bakt pizza's, Meneer Temaki heeft sushi en streetfood uit Mumbai koop je bij Shirkhan. De beefburgers van The Butcher genieten al langer zekere faam, zo ook de broodjes entrecôte van L'Entrecôte Mobile.

Verder vielen ons op Bbrood (inderdaad met twee b's), de Vietnamese hapjes van Viêt View en de kleine taartjes van Petit Gâteau van Meike Schaling die eerst tolk Frans was en daarna meer dan zes jaar patissier in Parijs.

Voor twee cocktails betalen we € 28

Al met al vermaakten wij ons goed in de Foodhallen. Wel moesten we even slikken toen twee cocktails 28 euro bleken te kosten, maar daar stond tegenover dat eerder genoemde Meike ons trakteerde op een taartje caramel-beurre-salé en een taartje met witte chocolade.

Nu dan de hamvraag: zijn de Foodhallen de Amsterdamse Markthal? Het antwoord is: nee. De Foodhallen zijn honderd procent horeca, terwijl de Markthal in Rotterdam in de eerste plaats gericht is op de (al dan niet dagelijkse) boodschappen. Wat dat betreft hebben de Foodhallen meer weg van de Fenix Food Factory, maar ook van een festival als Rauwkost. In zekere zin gaat ook de vergelijking met De Parade op, zeker qua sfeer. Ik hoorde iemand spreken van 'veredelde vreetschuur', maar dat was vast geen Amsterdammer.