Deze zomer gaan wij op zoek naar de producten achter de Rotterdamse horeca. We willen weleens zien waar al die chefs hun mooie spullen vandaan halen. Bloggers Anne van Uden en Patricia Jaspers maken een tocht langs de beste en leukste Rotterdamse leveranciers. Deze week: De Kaapse Brouwers.
In de snikhete ochtendzon, op het terras van de Fenix Food Factory, keuvelen Franse brouwers uit Parijs. De mannen van de Hoppy Corner (ja, zo heet die tent echt) laten een nieuw biertje brouwen in de kleine brouwerij van de Kaapse Brouwers. Samen brouwen, het is iets wat craft beermakers graag doen. En terwijl zij buiten bijkleuren, staat Etienne van de Kaapse Brouwers zwetend naast de ketel.
Bier met pruimen

‘We maken een porter. Dat is donker bier gemaakt uit bruine mout met veel hop en met chocolade- en koffietinten. De Fransen hebben zelf pruimen (Mirabelle, red.) meegenomen die we erdoorheen doen. Dat geeft het bier een frisse, zoete afdronk.’
In de grote ketel (500 liter) verwarmt Etienne het mout. Voor de chocoladetonen gebruikt hij gebrande moutsoorten. Ondertussen maakt hij de klaringskuip gereed waar hij het mout filtert uit het mengsel tot er bord ontstaat, de basis van bier. Aan deze basis voegt hij hop, koffie van Stielman Koffiebranders en pruimen toe.
‘Hierna koken we de hop, dan wordt het bitter. We koelen het terug naar 20 graden en gieten er gist bij. De vergisting duurt 5 weken. Daarna gaat het bier naar de liggende tank waar het koel wordt gehouden op 4-5 graden, en hier komt het koolzuur erbij. Na 2-3 weken voeren we het bier af naar Frankrijk.’
Kaapse experimenten

Het is een experiment. Net als de helft van alle brouwsels in de Kaapse brouwerij. ‘We houden ervan om te experimenteren met uitgesproken smaken. Het mooie van bier brouwen is dat je elke smaak kunt toevoegen. We proberen ook of we gerechten of andere dranken kunnen vertalen naar bier. In de winter maakten we een Christmas Pudding Beer en laatst experimenteerden we met een Caipirinha bier.’
Het resultaat van deze experimenten gaat naar ‘bevriende’ restaurants en cafés zoals, Dertien, Proeflokaal De Riddert en Faas. En natuurlijk proef je deze craft beers op de tap bij de Kaapse Brouwers. Zij bieden keuze uit - inmiddels - 30 verschillende tapbiertjes.
Zijn de Kaapse Brouwers blij met een biertje dan verhuist het recept naar brouwerij De Molen, van Menno Olivier in Bodegraven, waar het op grote schaal wordt gebrouwen. Denk aan de Kaapse Karel en Kaapse Harrie.
Craft beer revolutie

Menno stond 20 jaar lang te brouwen in zijn keuken. In 2009 heeft hij van zijn hobby zijn beroep gemaakt en is zijn brouwerij De Molen uitgegroeid tot een van de grootste microbrouwerijen van Nederland. Hij merkt dat de vraag naar craft beer nog steeds stijgt.
‘Grote brouwerijen verliezen terrein. Ze zien dat craft beer aanslaat. De consument is dat machinale zat en wil ander, beter bier. Langzaam begint de craft beer revolutie vorm te krijgen in Rotterdam. Hiervoor was het een woestijn op dat vlak. Niks. Je ziet nu steeds meer kleine kroegen met craft beer op de tap. De Riddert aan de Mauritsweg bijvoorbeeld.’
Etienne: ‘De craft beer revolutie heeft nog lang niet zijn hoogtepunt bereikt in Rotterdam. In Amerika wel. Vooral in Portland, Oregon, dat is een bierwalhalla. Craft beer is daar mainstream geworden; je kunt in elke kroeg 10 lokale bieren op de tap bestellen. Daar is de revolutie volmaakt.’
Hij verwacht dat bier een belangrijkere plek gaat innemen aan tafel. ‘We zijn in de afgelopen 15 jaar met stappen vooruitgegaan in onze eetcultuur. En bij goed eten hoort ook goed drinken. Op de Kaap houden we eens in het jaar het Beer & Food Festival. We nodigen bevriende brouwers uit het buitenland uit en brouwen samen bier. Een lokale chef - vorig jaar was dat de chef van Dertien - stelt een menu op bij dit bier.’
Bier nippen?

Gaat bier dan de plek van wijn innemen? ‘Nee, zeg. Wijn nip je. Bier drink je gewoon. Maar ik vind wel dat je bewust moet drinken. Dat betekent kiezen voor bier dat lekker smaakt. Ik laat mijn bierkeuze afhangen van mijn stemming. Is het koud dan drink ik een Imperial stout, in de zomer een Pale Ale en als ik ruzie heb met mijn vrouw drink ik liever iets donkers’, lacht Menno.
Etienne is het met Menno eens. Volgens hem bestaat er een verschil tussen bier drinken en bier proeven. We hoeven ons bier niet uit te spugen na een slok, maar bier proeven begint met bewust bezig zijn met smaken. Terwijl Etienne een biertje voor me tapt vertelt hij: ‘Hoe ruikt je bier? Wat proef je? Hoe is het mondgevoel; voel je koolzuur? Dat zijn allemaal vragen die je jezelf kunt stellen. Luister naar je zintuigen en proef samen met anderen. Anderen benoemen soms iets waar jij geen woorden voor hebt, zo leer je je zintuigen begrijpen. Maar dit geldt natuurlijk voor alle spijzen.’
The 3 pint rule

Toch drinkt hij het meest de Kaapse Karel, een licht biertje. ‘Ik zeg weleens tegen andere brouwers: interessant bier is saai en saai bier is interessant. Na 1 glas interessant bier zijn je smaakpapillen oververmoeid. Saai bier is mooi in balans en drinkt lekker weg. Als je er drie achter elkaar kunt drinken, is het bier geslaagd. ‘The 3 pint rule’ uit Engeland.’
Aan het einde van een dagje brouwen, voordat het bier het vat in gaat, beoordeelt Menno samen met het Franse gezelschap, het bier op smaak. Menno: ‘Het bier is pas goed als je proeft dat het een koffieporter is. Dat bier is zwaarder. En de smaak van pruimen moet naar voren komen, anders is het mislukt. We rijpen het bier straks in een cognac-barrel. Door de langere vergisting krijgt het bier een cognacsmaak, dat combineert goed met pruimen. En cognac is ook een Frans product. Het blijven chauvinisten natuurlijk.’