De tijd dat er alleen maar stamppot, gekookte aardappel en gehaktbal werd gegeten ‘s avonds is voorbij. De inmiddels 170 verschillende nationaliteiten in Rotterdam hebben ieder op hun eigen manier culinaire sporen in de stad achtergelaten. Een Surinaams broodje tijdens de lunch, een banh-mi tussendoor en sushi als diner is allemaal de normaalste zaak van de wereld geworden. De verhalen en tradities achter deze gerechten worden ontdekt tijdens een bezoek aan Rotterdammers met een internationale achtergrond. Dit keer een kijkje in de keuken bij de Indische familie Ferdinandus.
Met zijn allen aan werk
In Rotterdam-West word ik in een gezellige chaos onthaald door Joël, Liane en hun twee kinderen Nubian (9) en Benz (5). Joël (wellicht ken je hem van de winkel DENOISM) staat al de hele middag samen met zijn dochter Nubian in de keuken en samen bereiden ze de gerechten die ik vanavond met het gezin mag gaan eten. Nubian is bezig met het maken van haar geliefde maiskoekjes, ook wel Frikadel Djagung genoemd. In een grote kom mengt zij mais, bloem, selderij, rode ui, knoflook, eieren en verschillende specerijen en kruiden met elkaar, en bakt uiteindelijk de koekjes in zonnebloemolie. Op de achtergrond helpt Benz ook een handje mee en wordt er typisch Indonesische krontjongmuziek gedraaid.
Een mix van afkomsten

Joël zijn vader komt uit Haruku, een Moluks eiland van Indonesië en zijn moeder heeft een Indische, Schotse maar ook Nederlandse achtergrond. Zijn ouders zijn in de jaren 50 door omstandigheden naar Nederland vertrokken. Ze kregen samen vijf kinderen, maar scheidden daarna ook weer van elkaar. Joëls vader had een echte liefde voor de Indonesische keuken, maar zijn moeder, waar hij bij opgroeide, kookte vooral efficiënt (wat ook wel nodig was met vijf kinderen) en richtte zich op Nederlandse gerechten. “Ik heb het Indisch koken dus niet persé van huis uit meegekregen”, vertelt Joël. “Toch begon het een aantal jaar geleden te kriebelen en kreeg ik heimwee naar de Indonesische smaken. Ik ben dus gaan experimenteren met oude recepten van oma Els (volgens de overlevering een echte keukenprinses) en Indonesische kooktijdschriften gaan lezen. Ondertussen heb ik al heel wat recepten verzameld en is het een grote hobby van Nubian en mij om in het weekend naar de markt te gaan om de lekkerste ingrediënten te verzamelen en samen in de keuken te staan. Ik vind het geweldig dat ik zo samen met mijn kinderen mijn interesse kan delen en nieuwe tradities kan maken.”
Allereerst krijg ik een Es Klapa Muda (jonge kokosnoot in het Indonesisch) aangeboden. Dit Javaanse kokosdrankje met rozensiroop en kokosstukjes is erg geliefd in het gezin. Liane: “Toen ik zwanger was van Benz heb ik dit veel gedronken, vandaar dat hij, maar ook ik, het nu heerlijk vindt. Toen we echter afgelopen jaar naar Bali op vakantie gingen, kwamen we er achter dat de keukens in Indonesië heel erg verschillen per eiland. Overal zijn weer specialiteiten en smaken die specifiek zijn voor dat bepaalde eiland. Zo bleek dit drankje typisch Javaans te zijn en konden we het dus bijna nergens vinden op Bali.”
Indonesisch of Indisch?

Maar Indonesisch dus, of was het toch Indisch? Joël vertelt dat mensen dat vaak door elkaar halen. Indonesisch is alles dat oorspronkelijk uit dat gebied komt. Indisch is daarentegen Indonesisch in combinatie met Nederlandse invloeden. Dat heeft te maken met de tijd van de koloniale bezetting. Vandaag wordt er in ieder geval Indisch geserveerd. “We hebben namelijk aan de gerechten hier en daar onze eigen hand gelegd”, vertelt Joël.

Als ik plaats neem aan de eettafel staat hij vol met allerlei kleurrijke en heerlijk ruikende gerechten. Zoals de sambal goreng tomat, een zoet tomaat-kokos gerecht, de tempeh à la Joël met cashew en peteh bonen, saté van schouderkarbonade, witte rijst en niet te vergeten de maiskoekjes.
'Laat het mijn moeder niet zien'

Een goed gevuld bord rijk aan smaken en texturen. Het maiskoekje wordt geserveerd met yoghurt en aan de tempeh zijn cashewnoten toegevoegd. “Laat het mijn moeder niet zien”, zegt Joël. “Dit is namelijk niet zoals het hoort, het toevoegen van cashewnoten is namelijk meer als noodoplossing ontstaan toen ik meer opvulling nodig had in het gerecht. Dat was toen zo lekker dat ik het steeds ben blijven toevoegen.” Tijdens het eten bespreken wij wat zij de leukste plekjes vinden om te gaan eten in Rotterdam. Favorieten zijn Little V, waar je Vietnamees eten kunt krijgen, La Bandera, een Dominicaanse zaak en Ap Halen, een Indische zaak die toevallig in de vorige editie met Precilla en Michelle ook al werd genoemd.
We sluiten de avond af met een typisch Indonesisch dessert: spekkoek met een bolletje karamel-chocolade-ijs. Een lekker dessert om mijn Indische ervaring mee af te sluiten en tevreden met een bakje vol lekkers van die avond weer richting huis te gaan.