Zaterdagavond. Wij gaven gehoor aan de lokroep van het Oude Noorden. We koersten aan op Westerkaatje in de Benthuizerstraat. Het zat er compleet vol, maar ons tafeltje kwam over tien minuten vrij. Ze dachten dat wij degenen waren die hadden gereserveerd, maar dat groepje kwam net na ons binnen en ja, hoe gaat dat? Stonden we weer buiten. 'Daar op de hoek zit een Italiaan,' wist de Oudenoorderlingse in ons gezelschap. Wij volgden haar richting Ciao Ciao.
Een klein tentje op de hoek van de Bergweg en de Blommersdijkselaan. Markiezen in het rood-wit-groen van de Italiaanse vlag. Beslagen ruiten waarachter zich ook hier een volle bak deed vermoeden. Dat vermoeden werd versterkt toen we na het openen van de deur werden besprongen door een kakofonie van gezelligheid. Mensen aan de bar, mensen op de vide. In de keuken daaronder werd hard gewerkt, dat zag je zo.
Als we even wilden wachten, konden we alvast een glas wijn drinken. Er kwam een schaal bruschetta voorbij — we hoorden meteen bij de familie. Marloes ging ons voor naar boven. Zij is de enige niet-Italiaan van het team. Eigenaar en chefkok van Ciao Ciao is Luciano, een Siciliaan; hij wordt in de keuken bijgestaan door andere Italiaanse koks en een Italiaanse pizzabakster. Fabio is de gastheer. Hij somt de gerechten buiten de kaart op met het zangerige accent waar casting-directors op aanslaan als ze voor een gezellige televisieserie de rol van een charmante maar tikkeltje ondeugende Italiaan moeten invullen.
Na beraad houden we het op pasta en risotto
Wij op onze beurt slaan aan bij de dorade in een zoutkorst, maar na enig beraad houden we het toch wat simpeler. Pasta carbonara, pasta puttanesca, risotto au fungi misti — dat werk. We zijn gewoon te druk in gesprek om de kaart de aandacht te geven die hij verdient. Ik heb daar nu ik, dit stukje tikkend, de kaart op het scherm opnieuw bekijk, wel spijt van. Die pasta wodka e salmone had me ook wel wat geleken, of de filetto e tartufo, of de vongole. Of van de grotere gerechten de ossobuco. Maar ja, wat heb je aan spijt? Il rimpianto è ciò che la merda di gatto, zeggen ze op Sicilië. Of iets wat erop lijkt.
Dus we genieten van het bestelde dat in onbekrompen porties op tafel komt. De risotto is goed; thuis wil hij nogal eens te droog uitvallen. Ook de pasta's van mijn tafelgenoten zien er goed uit. Dat ons geanimeerde gesprek stokte, bevestigt die indruk nog eens ten overvloede. De wijn (een negroamaro) smaakt er voortreffelijk bij.
Aan een tafeltje tegenover ons staat Fabio intussen zorgvuldig zo'n dorade van zijn zoutkorst te ontdoen. Het zou me niets verbazen als we hier terugkomen en dan tutta la via gaan.
FOTO VINCENT MENTZEL