Niet dat ik bijzonder aan tradities hecht, maar dit is er één die me, elke keer als ik ermee word geconfronteerd, blij maakt: het rotterdammertje. In mijn beleving gebeurde dat de laatste tijd niet meer zo vaak. Ik had het idee dat het rotterdammertje door de vooruitgang in de vergetelheid was geraakt, het slachtoffer van door 'Europa' opgelegde computergestuurde voorraadbewaking.
Een rotterdammertje is het staartje uit de fles, net te weinig om een glas te vullen. De traditie wil dat de ober de fles leegschenkt in je glas en dat jij de inhoud in één teug wegklokt, waarna de ober uit een nieuwe fles je glas opnieuw inschenkt. Dat niet-volle glas hoef je niet te betalen. Dat is het rotterdammertje.
Het rotterdammertje staat voor een feestelijk moment, een toevalstreffer, een samenzwerinkje tussen barman en klant.
Het wordt ook wel flessengeluk genoemd, het woord zegt het al.
Mijn indruk was dat het steeds vaker voorkwam dat een halfvol glas uit een bijna lege fles zonder meer werd aangevuld uit een nieuwe fles, hiermee voorbijgaand aan beschreven sympathieke gewoonte.
Ketel 1
Tot ik gisteren, aan het einde van de middag, vroeg donker, de straten glimmend van de regen, om de tijd tot mijn volgende afspraak te overbruggen, Floor aan het Schouwburgplein binnenschoof. Ik hing mijn natte jas op en bestelde een jonge jenever. Aan mijn tafeltje verscheen een ober met een fles Ketel 1. Wat nog uit de fles kwam, reikte slechts tot een halve centimeter onder de rand van het glas.
'Als dat geen rotterdammertje is,' zei de ober. 'Ik haal een andere fles.'
Met de nieuwe fles wachtte hij tot ik mijn rotterdammertje in één keer achteroversloeg. Toen schonk hij opnieuw in. Buiten gutste de regen uit de hemel, binnen zat ik me te verkneukelen over een ten onrechte doodgewaande traditie (die overigens alleen opgaat met betrekking tot jenever, laat Tineke Speksnijder van De Schouw via Facebook weten).