Ondertussen in Rome: 'strit fud' temidden van de ruïnes

Ondertussen in Rome: Miriam Bunnik at 'strit fuds' en authentieke straatgerechten uit de oude volkswijken.

20 Jun 2015 Miriam Bunnik

blogger Miriam blogt over Italië en over alles wat ze leuk (en lekker) vindt aan haar bestaan als freelance tolk/vertaler/docent Italiaans.

Ondertussen in Rome: 'strit fud' temidden van de ruïnes

Een van de meest fantastische plekken om te eten is toch wel Rome. Niet alleen vanwege haar bijzondere en zeer gevarieerde keuken, maar vooral omdat je in Rome bijna overal zowat letterlijk tussen de duizenden jaren oude ruïnes zit te eten. Nergens ter wereld word je zo omringd door geschiedenis als in Rome. Ik nam een kijkje en een proefje in de keuken van 's werelds grootste en oudste openluchtmuseum.

Door het lekkere mediterrane klimaat kun je het grootste deel van het jaar lekker buiten eten, drinken, aperitieven en soms zelf clubben. Mooie pleintjes en knusse straatjes in overvloed. Een wijntje op het Campo de’ Fiori, een ijsje met uitzicht op het Pantheon of al wandelend een lekkere snack, die de Romeinen ook hebben omgedoopt tot street food (of fonetisch uitgeschreven als strit fud).

Een echt Romeins straatgerecht is bijvoorbeeld de pizza al taglio (die je bij onze eigen Rotterdamse Sugo kunt krijgen), een stuk pizza dat in elke gewenste grootte wordt gesneden en op gewicht wordt afgerekend. Een andere niet te versmaden lekkernij die je zo uit de hand kunt eten is een supplì, een gefrituurde rijstbal met gehakt, tomatensaus en mozzarella. En anders zijn er nog allerhande rijkbelegde panini, bijvoorbeeld een echt Romeins broodje met porchetta di Ariccia of met allesso, gekookt vlees.

Oude volkswijken bieden het beste eten en de leukste plekjes van de stad. All time favoriet is Trastevere, net aan de andere kant van de Tiber. Hier zijn restaurantjes te over en voor elk wat wils. Hier zie je geheid ergens spaghetti alla carbonara op de kaart ziet staan. De échte Romeinse carbonara. Daar komt geen roomsaus aan te pas, alleen ei, spek, peper en pecorino.

Of bucatini all'amatriciana (met varkensspek, pecorino en tomatensaus). Ik eet ook graag een cacio e pepe, een lekker simpele pasta met cacio (een soort kaas) en peper. Ook het joodse getto is een authentieke plek. Hier komen onder andere de carciofi alla giudia vandaan, gefrituurde artisjokken uit de Hebreeuwse traditie. Onmogelijk met mes en vork te eten, maar je kunt de blaadjes lekker met je handen plukken.

Testaccio

Die oude Romeinen hielden wel van een slachtpartij hier en daar. Het enorme Colosseum, dat nog voor een groot deel intact is, is daar een stille getuige van. Moderne gladiatoren zwerven er nog steeds rond, maar verdienen tegenwoordig hun geld met het vreedzaam lastigvallen van toeristen voor een foto.

Voor het echte slachtwerk moet je naar het rauwe en volkse Testaccio waar, naast een enorme afvalberg van Romeinse amfora’s, het oude slachthuis, l’ex mattatoio, staat. In dit complex van 25.000 m2 werd tot van 1890 tot 1972 het Romeinse vee geslacht. Veel Romeinse specialiteiten worden al sinds jaar en dag bereid met het zogeheten vijfde kwart: kop, vel, staart, poten… dat soort dingen. Zo vind je hier op de authentieke kaart coda alla vaccinara (ossenstaart), of rigatoni alla pajata, pasta met een saus van kalfsingewanden die weliswaar zijn schoongemaakt, maar nog wel de spijsbrij bevatten waardoor die een enigszins zure smaak kan hebben. Iets te gewaagd voor mij.

Ik voel me net dapper genoeg om een pannetje trippa uit te proberen, op Romeinse wijze bereide pens gegaard in een tomatensaus met munt en lekker veel pecorino. Het idee dat ik orgaanvlees eet vind ik niet heel fijn, maar ik kauw me door het taaie spul heen dat helemaal niet zo verkeerd smaakt. Tot mijn tafelgenoot me er nog eens op wijst dat ik toch echt pens eet, waardoor ik blokkeer. Als troost biedt ze me een lapje van haar zalige saltimbocca alla romana aan, een plakje kalfsvlees met rauwe ham en salie, gebakken in boter en witte wijn. 

Toeristische tours voor foodies

Ook zo benieuwd naar de Romeinse keuken? In een toeristische stad als Rome kun je allerlei rondleidingen doen, van historische wandelingen langs de Romeinse oudheid tot een zoevende stadstour op een segway. Maar nu is er ook aan de foodies gedacht. In Testaccio kun je namelijk heuse foodtours doen, waarbij je meteen ook een bezoekje brengt aan de Mercato Nuovo, de Romeinse markthal. Kijk voor meer informatie op:http://www.eatingitalyfoodtours.com en http://www.tavoleromane.it/foodtours/en/

Reacties
Plaats een reactie
Log in of maak een account aan om een reactie te plaatsen.
Lees ook deze verhalen
7 stops voor een culinaire wereldreis in de Markthal

Voor de lezers van de Buik zetten we hier zeven tips voor de Markthal op een rij, met diverse smaken van over de hele wereld.

Wijnbeurs.nl tipt het witte eigenwijze geheimpje uit Italië: Pecorino

De Buik licht samen met wijnbeurs.nl drie geweldige zomers wijnen uit de komende weken. Als tweede de witte, eigenwijze Damasco Pecorino.

‘Als één tafel een kan hard lemonade bestelt, wil het hele terras een kan’

In dit verhaal bespreken we Hard lemonade, een ‘jenever mixed drink' bedacht door Nolet Family Distillery in Schiedam, bij de Pui, Bokaal en Biergarten.