Mijn liefde voor Rotterdam is bekoeld. Vier weken 'woonde' ik in Sevilla. Stad van hete zomers en zachte winters. Van spontane flamenco-feestjes en omstreden stierenvechten. En na vier weken ronddwalen door de straten met Sevillanen en vooral véél eten, voelt ook Sevilla een beetje als 'mijn' stad. Ik deel mijn favoriete eetplekken. Voor iedereen die aan de sombere, grijze winter in Rotterdam wilt ontsnappen en zich te goed wil doen aan een vrolijk straatleven en goed eten.
De beste bodegas en tabernas
De Sevillanen houden van hun tradities. Ook als het op eten aankomt. De stad barst van bodegas en tabernas die elke avond overvol zitten. Wat dat betreft is het makkelijk om goede eetplekken te vinden. Daar waar mensen als sardientjes in een blik op elkaar zitten, dat is waar je wilt zijn. Bodeguita Romero is zo’n plek. Net als Taberna Columnas en tapasbar Blanca Paloma in de wijk Triana. Hier eet je goed (en vet) traditioneel Spaans, bijvoorbeeld rabo de toro (ossenstaart) en carillera (boterzachte varkenswang). Sowieso vind je in de straten van Triana veel kleine tapasbars die wat meer zijn weggestopt voor toeristen. Voor heerlijke (dessert)wijnen en pittige morcilla (bloedworst) of morcilla de hígado (leverworst) ga je naar Casa Morales. Voor de zoete vino de naranja kwam ik drie keer in één week terug.

Vernieuwend
Toch is Sevilla niet alléén traditie. Jonge chefs vernieuwen de Andalusische keuken. Een bezoek aan restaurant Mechela (vooraf reserveren!) is wat mij betreft een verplicht nummer. (Meer nog dan de Giralda of het Alcazar paleis). Nooit eerder at ik ergens zo goed: koude amandelsoep met olijfolie, granaatappelpitjes en krokante gamba, kruidige fiduea met zachte inktvis, pompoengnocchi… Nog een aanrader is bistro Tata Pila. De chefs van Tata Pila koken Andalusisch met een Franse slag. Niet geweest, maar nog altijd hoog op mijn verlanglijstje is restaurant El Pintón.

Ook buiten gastrobars wordt geëxperimenteerd met spannende smaakcombinaties. Tijdens een wijnproeverij waren het niet de wijnen maar de slow cooking gerechten van El Séptimo Plato waarvan ik het meest onder de indruk was. Zoals de paté met pure chocolade en gekonfijte sinaasappelschil. El Séptimo Plato is een cateringbedrijf, maar geeft ook (individuele) kookworkshops. Het gourmetzaakje Flores wijdt zich volledig aan jámon en verwerkt de zoutzoete ham zelfs in het dessert: zacht roomijs met olijfolie en shavings van de ham. Ook wordt er flink op los geëxperimenteerd met Sevilla’s favoriete drank: bier. Bij Red House kun je cerveza artesana drinken.
Dulce!
Zin in zoet? Sevillanen houden van dulce. Manu Jara is een bakkerswinkel die vooral uitblinkt in patisserie. Bij La Société eet je machtig lekkere stukken taart. Bij Panypiù liggen heerlijke broden uitgestald, bijvoorbeeld met amandelen en wortel, of sinaasappel en honing. En dan het ijs… Dat wil je ook in de winter proeven. Opwarmen doe je daarna maar met een café con leche. Rayas is misschien wel de bekendste en lekkerste ijssalon van Sevilla. Voor goed ijs met meer uitgesproken smaken kun je langs La Fiorentina. Hier kun je kiezen uit smaken als palmeras (een zachte koek), flor de alzahar (bloemen van citrusbomen) of tarta Vaticana (roomijs met gekonfijte sinaasappel en chocolade). Daar gaat de zon van schijnen.