“Een kok die goed vegetarisch kan koken, kan ook andere gerechten goed klaarmaken.”
Aan de tien eeuwen oude Wijnstraat in Dordrecht, op nummer 153 runnen Jos Wijnstekers en Glenda van Deutekom restaurant Huis Roodenburch. Jos en Glenda zijn geen onbekenden in de straat, want zij hadden er voorheen eetwinkel H-Eerlijk. Hun motto: duurzaam, biologisch en puur. Hun stijl: rust en ruimte. Hun klasse: vegetariërs verwennen!
Eerst het eten dan het ‘lokaal’
Meteen zet de bediening een broodje zo groot als een flinke grapefruit neer. De kwaliteit van het brood zegt vaak alles over de kwaliteit van het eten... En wat we nu wilden drinken, of we ook een karaf water wensten en van het wijnarrangement gebruik wilden maken? Ik koos voor een glas wijn bij mijn hoofdgerecht en mijn tafelheer voor het arrangement.
100% tomaat een rood begin van ons diner

Wij namen een verrassingsmenu dat begon met ‘100% tomaat’. De serveerster licht volledig en zakelijk toe wat erin zit: tomatensap, gepofte, gegrilde en rauwe tomaatjes; alles bijeengebracht tot een frisse eetlustopwekker. Fijngesneden uitjes zorgen voor de bite en fungeren als pittige tegenhanger - ping, ping, ping - voor het zoet van de tomaten. We proeven ook de subtiele hint van een rooksmaak. Er was lekker veel sap, wat wij na enige aarzeling uit de kom dronken, maar wat andere gasten misschien liever met een lepel hadden gegeten.
Zo zaten wij

Mijn tafelman en ik kregen een plaats in het midden van het restaurant, waardoor we goed zicht hadden op de inrichting. Hoog plafond, veel ruimte tussen de tafels. Met zachte bruine en mintgroene tonen, die opgepiept worden door het steviger groen van de vele planten, straalt het restaurant rust uit. En dat ondanks een grote variatie aan tafels en stoelen die deels – duurzaam (!) – zijn opgeknapt. Achtergelaten letterbakken uit de drukkerij sieren als een mozaïek een van de wanden. Opvallend en geinig zijn de witte nepaapjes die verwijzen naar de periode waarin opgezette dieren als decoratie in huizen werden tentoongesteld; de Victoriaanse periode die de eigenaren kozen als basis voor hun inrichting.
Onze hoofdgerechten

Mijn Urad Dal bestond (oehlala!) uit linzenpuree, gesmoord bietenblad opgerold in geroosterde en van een zuurtje voorziene plakjes aubergine, kruim van hazelnoot en salade van rauwe rode kool. Dit alles was verrijkt met gekarameliseerde sjalot en een saus van yoghurt en komijn. En glijdt daar ook een filmpje boter over mijn tong? Prettig langzaam trouwens dringt bij elke hap een pepersmaak als tweede laag door. Bevalt dat? Ja.
‘Puur’ maakt de keuken onder leiding van chef-kok Bas Niehof beslist waar. Mijn linzenpuree smaakt alleen naar linzen! Alles smaakt eigenlijk naar zichzelf. Samen echter, smelten de losse onderdelen aaneen tot een harmonieuze familie. Dit geldt ook voor het vleesgerecht van ‘mijn man aan tafel’: hij at een seizoensschotel met een flinke plak kalfstong en -lende, gedrapeerd op een bedje van shiitakes, samen liggend in een romige rodewijnsaus. Daarbij krijgt ook hij een flinke hand groente: moten biet en toefjes doperwtenpuree. Een schijf polenta maakt de creatie af.

Tong staat niet vaak op het menu van restaurants en Jos Wijnstekers vertelde me dat hij er voorheen ook niet zo van hield. Zowel mijn tafelman als hij moeten echter ruiterlijk toegeven dat het heerlijk vlees is dat superzacht op je eigen tong kan smelten. De rode Valle Central Carmenere Reserve 2012 Paraiso begeleidt deze sensatie op liefdevolle wijze (maar werd ietsje te laat geserveerd).
Nagerecht en eind met een lange nek

Op een rond wit bord lonken huisgemaakte panne cotta met kokos en vanille, gel van mango en een glaasje lime shot - lekker-bitter-brrrr (je moet even met je hoofd schudden). De derde wijn uit het arrangement is een Honeymoon Pares Balta die een verrukkelijke perziksmaak heeft.
Giraffe-koffie rondt ons diner af.
En het broodje? Dat ging op, want smaak en structuur waren voortreffelijk: bescheiden broodsmaak, luchtige, doch stevige structuur en een knapperige korstje. En vooral: vers!
Tja, wel een erg positieve recensie, hè? Ik was misschien bedwelmd door het lekkere eten. Vergeef me. De Engelsen zeggen: ‘The proof of the pudding is in the eating’. Ik zou zeggen: ontneem jezelf die kans niet.
Het ‘lokaal’
Huize Roodenburch, dat zoals veel oude panden in de loop van eeuwen op totaal verschillende manieren gebruikt is, was bijvoorbeeld eind 1500 in handen van wijnhandelaar Casper Beck. Waar nu de ontbijt- en lunchkamer is, sloeg hij vroeger zijn wijnen op.
De laatste gebruiker was drukkerij Holster; boven de gevel van het aangrenzende pandje lees je nog altijd in Jugendstil-stijl: ‘Stoomdrukkerij’.
In 2006 nam Vereniging Hendrick de Keyser het 16de eeuwse rijksmonument over van de gemeente en in 2009 startte ze met de restauratie ervan. Omdat het pand een horecabestemming kreeg, kon in 2016 restaurant Huis Roodenburch erin geopend worden.
Zo kom je binnen
Je kunt op drie manieren binnenkomen. Vanaf het souterrain aan de achterzijde, of zoals wij via een stenen en daarna een houten trap naar de bel-etage. Daar aangekomen loop je door een lange gang over marmeren vloeren en langs met rozetten gedecoreerde walnotenhouten deuren. Achter de deuren aan je rechterhand liggen twee stijlkamers die je kunt huren voor recepties, trouwerijen en andere feestelijkheden. Wandel je verder dan kom je uiteindelijk in het restaurant.
En voor wie geen trappen kan lopen, is er een lift.
Valt er nog meer te verwachten?
Beslist. Ten eerste kan in 2017 van het tuinterras achter het pand genoten worden. Ten tweede organiseren Jos en Glenda regelmatig speciale acties die je kunt volgen op Facebook.