De eerste Satebar opende in 2005 aan het Rodezand, de tweede volgde drie jaar later aan de Karel Doormanstraat en inmiddels telt Rotterdam vier filialen: één op de campus van de Erasmus Universiteit en één in de Witte de Withstraat. Satebar is een weldoordacht concept: je kunt er snel en voor niet te veel geld proeven van de Indonesische keuken in een decor dat modern en in de verte oosters aandoet.
Wij hadden vroeger een tante Nans die met ome Henk uit Indië was meegekomen. Tante Nans kon heel goed koken. Eén keer per jaar maakte ze een rijsttafel en daar was ze dagen mee bezig. Ik herinner me de geuren waarvan het huis doortrokken was en hoe de pan met rijst onder de dekens in bed werd warm gehouden. Mijn eigen kleine tempo doeloe.
Helaas mochten wij kinderen niet aanzitten: het was Grote Mensen Only.
Het was de tijd van het Chin. Ind. Restaurant. Echt Indisch eten kreeg je daar net zomin als echt Chinees eten: alles was aangepast aan de Hollandse, door sufgekookte spruitjes, witlof en andijvie bedorven smaak. Het was een niet-bestaande keuken, wat je pas ontdekte toen je voor het eerst in Parijs een Aziatisch restaurant binnenstapte.
Een bont palet van kleuren en geuren
De 'Hollandse Chinees' is nu bijna geheel uitgestorven, ook 'de' chinees bestaat niet meer. Ervoor in de plaats kwamen eethuisjes en zelfs sterrenrestaurants die niet alleen de regionaal verschillende keukens van China eer bewijzen, maar ook die van andere landen in Zuid-Oost-Azië, waaronder, natuurlijk, Indonesië, op zichzelf al een bont palet van smaken, ingrediënten, geuren en kleuren.
Wat dat betreft houdt Satebar het prettig klein en overzichtelijk. Dat de saté de hoofdrol speelt, zal niemand verbazen. Op de kaart tellen we zeven varianten: kip met pindasaus (ayam kacang, € 7,75), babi kecap (varkensvlees met ketsjapsaus, € 7,75), kambing kecap (lamsvlees, € 9,75), udang (grote garnalen in pikante saus, € 10). Je bestelt er bijgerechten bij als acar campur (zoetzuur, € 3,75), kentang kering (gekruide gebakken aardappeltjes, € 2,75), serundeng (drooggebakken kokos met pinda's, € 3) of natuurlijk nasi putih (witte rijst) € 1,85).
Andere gerechten zijn er ook: ayam (kip) in allerlei variëteiten zoals besengek (gebakken kip in kerrysaus op Javaanse wijze, € 9,25), rujak (in pittig-zoete saus, € 9,25), setan (in pittige saus, € 9,25) en daging (rundvlees) en kambing (lamsvlees), ook op verschillende manieren bereid en met verschillende sauzen geserveerd (€ 9,25). Met pepertjes wordt op de kaart aangegeven of je gewoon, pittig of zeer pittig gaat zitten eten. Bij de hoofdgerechten vind je een 'gewone' en een vegetarische nasi rames (€ 12,75); er zijn trouwens ook groentegerechten.
'Fast good', een woordspeling, maar waar
Satebar zegt zich thuis te voelen in de categorie 'fast good', een geinige woordspeling die voor zichzelf spreekt. Maar tegelijkertijd is er geen woord van gelogen: de bediening is vriendelijk en snel en de bestelde gerechten verschijnen binnen de kortste keren op tafel. Ik had bij de lunch de ayam setan waarvan de pittigheid mij meeviel; lekker met witte rijst, zuur, kroepoek en saus. Mijn vriend Vincent had een sateetje dat er niet minder smakelijk uitzag. Zo zaten wij op de stoep van de Karel Doormanstraat heerlijk te genieten in het zonnetje.
De locatie op de Witte de Withstraat doet mee met DinnerDinsdag. Meer informatie.