Toen we de lezers van De Buik laatst vroegen wat naar hun mening het beste Italiaanse restaurant van Rotterdam is, kwam verrassend genoeg Da Gianfranco als nummer één uit de bus. Verrassend, niet omdat we niet in de kwaliteit geloofden, maar omdat het om zo'n relatief onbekend restaurant ging. Hoogste tijd om dus even een kijkje te gaan nemen bij Gianfranco en Nel.
Italianissima
Ik neem grof geschut mee: het tafelgezelschap bestaat uit vijf Italianen en mijzelf. We vallen van de ene verbazing in de andere. Achter de met groen-wit-rood-bestickerde ramen vinden we namelijk een heel stijlvol ingericht restaurant. Lekker knus en op dinsdagavond ook nog eens behoorlijk vol.
Wij komen pas om acht uur aan, maar er zit zo’n dertig man. Een goed teken. We worden hartelijk ontvangen en als Italianen onder elkaar vinden we meteen de juiste toon. Wat een uitbundig volkje is het toch. De olijke (Italiaanse) ober brengt ons de kaart, maar brandt direct los over alle lekkere dingen die ze hebben en de specialiteiten die op het krijtbord staan. Hij stelt voor om als aperitief een glaasje prosecco te nemen, wat ons een prima begin van de avond lijkt.
Gianfranco staat in de keuken, maar komt al snel even poolshoogte nemen. Ik krijg geen tijd de kaart te bestuderen, want hij doet al meteen een goede aanbeveling: de mix van antipasti. Tja, die antipasti… Ik kan er geen nee tegen zeggen. We krijgen drie langwerpige borden vol lekkers, de prachtige presentatie is opvallend. Op het eerste bord liggen mijn favoriete vleeswaren als een waar kunstwerk over wijnglazen gedrapeerd: prosciutto, coppa, mortadella, spianata. Op het tweede bord dunne plakjes kalfsvlees met tonijnsaus (vitello tonnato) en in zout gemarineerde rosbief met wat citroen erover. Het derde bord is voor de visliefhebber: ansjovis, sardientjes, zalm en krabsalade met limoncello! Ook de gebruikelijke bruschetta ontbreekt niet.
Spektakel aan tafel
Ineens zie ik de ober voorbijkomen met een enorme Parmezaanse kaas op een karretje. Wat gaat daar gebeuren? Hij giet er wat alcohol overheen en zet de vlam erin. Vervolgens schuift hij een kluwen spaghetti in de kaasvorm en draait die er lekker doorheen. De gesmolten parmigiano kleeft er onverbiddelijk aan vast en ik ben onder de indruk. Dat wil ik ook! De pasta parmigiano, zoals die hier op de kaart staat, blijkt te zijn voorzien van zongedroogde tomaten en garnalen. En dus dat jasje van gesmolten Parmezaanse kaas. Heftig, maar zeer smaakvol. Een aangename verrassing.
Mijn tafelgenoten gaan voor de vis, maar willen wel allemaal proeven. Hun oordeel: buonissima! We bestellen er een lekkere fles wit bij, Sardijnse Vermentino. Had ik al gezegd dat Gianfranco van Sardinië komt?
Veteraan onder de Italiaanse restaurateurs
Wanneer ik mijn camera tevoorschijn haal om wat foto’s te schieten, wordt het personeel wat achterdochtig. Ze hadden me ook al zien schrijven, dus vanachter de bar hoor ik ze giornalista, giornalista fluisteren.
Ik besluit me maar kenbaar te maken en Gianfranco eens aan de tand te voelen over zijn benoeming tot beste Italiaans restaurant. Wat vindt hij eigenlijk van zijn erkenning op De Buik? ‘Een mooie beloning voor het harde werken.’ Hij is al sinds 1979 in Nederland. Zijn eerste restaurant was Isola Bella in de Witte de Withstraat (waar nu Opa zit), later had hij La Lanterna in Vlaardingen. Toen hij na een aantal jaar pauze de mogelijkheid kreeg om in Schiebroek een pand over te nemen, voelde hij dat het goed zat.
We babbelen nog wat over Italië, over Sardinië. Italianen onder elkaar raken nooit uitgepraat over hun land. We krijgen een lekkere sgroppino toe en nemen met een voldaan gevoel afscheid. Een arrivederci, want hier komen we zeker nog een keer terug. Dan willen we ook de pizza weleens proeven. Volgens Gianfranco heeft hij een verrassend goede pizzabakker in de keuken staan. Ik ben benieuwd…