Mijn eerste culinaire reis brengt me naar Libanon, een klein en dichtbevolkt land gelegen aan de uiterste oostkust van de Middellandse Zee. In het zuiden grenst het aan Israël en in het oosten en noorden aan Syrië. Er zijn maar weinig Libanezen in Rotterdam en daarom is de keuken bij ons nog niet zo bekend; dat maakt het een uitdaging een leuk Libanees restaurant te vinden.
Mijn speurtocht bracht mij naar Le Souq in Delfshaven. Het restaurant staat middenin Hollandse trapgevels, platbodems, de molen en Piet Hein. Een groter contrast met het interieur kun je niet hebben, bij Le Souq stapte ik gelijk Libanon binnen, het interieur ademt een en al Arabisch. Op een moderne wijze zijn de muren versierd met mozaïekpatronen in diverse zeegroene tinten en er hangen betoverende Filigrain lampen met hun duizend-en-een-gaatjes.
De meest verfijnde keuken binnen de Arabische wereld

De vriendelijke eigenaar, Mazen Farhat heette ons hartelijk welkom, en vertelde mij dat de Libanese keuken beschouwd wordt als de beste en de meest verfijnde keuken binnen de Arabische wereld. Dit omdat de keuken ontzettend veel invloeden heeft vanuit andere culturen, onder andere van Armeniërs, Perzen en Koerden. Het is zoals de Franse keuken is voor de Westerse wereld. De keukens van omliggende landen, zoals die van Turkije, zijn beïnvloed door de Libanese keuken. Vele gerechten zullen dan ook voor veel Rotterdammers herkenbaar zijn.
Mezze, mezze en nog 'ns mezze
Farhat haalt zoveel mogelijk spullen direct uit Libanon. Typische kruiden zoals komijn, peterselie, knoflook, shoarma kruiden en gember houden de smaak authentiek. Als ambassadeur van zijn land serveerde de gastheer diverse bekende gerechten uit de Libanese keuken: tabouleh, hommos en falafel en de knoflooksaus toum, die samen als mezze worden opgediend. Tabouleh is de belangrijkste mezze in Libanon, het is een salade van fijngehakte peterselie en bulgur en smaakt heerlijk met Libanees brood. ‘Heb je geen tabouleh gegeten, dan heb je geen mezze op’, zeggen ze in Libanon. De ‘signature dish’ is dan ook echt heerlijk; fris en licht pittig. Zo ook de huisgemaakte hommos (humus), die zijn oorsprong ook in Libanon heeft. Deze variant is nog fijner van smaak, wordt warm geserveerd en is heel smeuïg. Je proeft het kruid tahina (sesamzaad) in de mix met de erwten, knoflook en citroensap.
Wat ik verrassend lekker vond was de mezze Makalie, de variant met gebakken bloemkool in een sausje van granaatappelazijn. Het gerecht tintelt op je tong, door de combinatie van pittig, zuur en zoet. Zo lekker kan bloemkool zijn, er is ook een variant met aubergines. De verrassingshapjes Sabanegh, pasteitjes gevuld met spinazie en ui, zijn ook een aanrader. Dit keer geen wijn of bier bij het eten, maar zelfgemaakte muntlimonade gemaakt van water, citroen, suiker, rozenwater en natuurlijk verse munt... een smaakvolle dorstlesser. We proefden ook nog fatoush (salade), labneh (kwark met geraspte komkommer, knoflook en munt) en warak enab (gevulde wijnbladeren).
De mezze worden gegeten met brood, ofwel manouche (platbrood). Brood staat symbool voor al het eten dat er is en wordt met respect behandeld. Brood weggooien, is een zonde. Dat vonden wij ook, wij dopen het heerlijk in de schaaltjes met hommos en labneh.

Zoals je misschien al hebt gemerkt, zijn vele Libanese gerechten geschikt voor vegetariërs en veganisten. Wij hebben ons laten verrassen door de chef en hebben het vlees niet gemist. Overigens voor echte vleesliefhebbers valt er ook nog veel te ontdekken. Op de menukaart staat onder andere riyach (gegrilde lamskoteletten), kefta (lamsgehakt) of shish tawouk (gegrilde kipfilet). We sloten de avond af met een sterke Libanese koffie, gebrouwen met kardemom en traditioneel geserveerd in een kleine demitassekop. De Libanese keuken is wat mij betreft een smaakvolle, gezellige keuken en past goed in een wereldstad als Rotterdam. Sahtayn! (Eet smakelijk!)