Baek – die nieuwe toko aan de Blaak – is niet al te lang geleden geopend, dus is het tijd voor De Buik om eens langs te gaan. Dat ze net open zijn, mag de pret niet drukken, want het is er op deze woensdag best druk. Een groot verschil met die semi-Spanjaard die er eerst zat, je kunt je nu gewoon door de zaak verplaatsen (lees: minder tafeltjes) en je kunt er fatsoenlijk naar buiten kijken, want de ramen rondom rijken van onder naar boven.
Mooie toko

Met vriendinnen K en G, stap ik op woensdagavond – na een ritje in het reuzenrad bij de Markthal – binnen bij Baek. Ouderwetse schoolstoelen, kleine vierkante tafeltjes, industriële lampen, strakke houten vloer en een keuken waar je fijn naar binnen kan kijken. Mooie toko! En dat terras ligt van de zomer vol in het zonnetje, dus dat is straks een perfecte plek voor een borrel of anderszins.
De stoelen zitten in het begin wat ongemakkelijk, maar als je wat onderuit zakt, gaat het eigenlijk prima. Het is tijd voor: wijn! Er verschijnen drie glazen (Sauvignon Blanc, Diepe Gronde en een Merlot) op tafel en een menukaart. Leuk detail: de koude gerechten die op de kaart staan, zijn te bestellen als sandwich, kleine salade als voorgerecht of als maaltijdversie.
Tafeltje-dek-je

Er wordt eerst minutenlang getuurd op de kaart, wat willen we eten? Er is keus genoeg; gaan we voor klassiek voor-hoofd-na, twee voorgerechten, een maaltijdsalade? We bestellen een Baek Burger (200 gram van 100 procent rundvlees, gegrilde tomaat, oude boerenkaas, compote van uien en huisgemaakte bbq-saus) en een portie frites voor K, twee pompoensoepjes en twee kleine salades voor mij en G; een met een krokant ei (!), uimarmelade en mostermayo en eentje met warme geitenkaas, appelstroop en pastinaakchips.

We moeten wel even wachten, maar met een wijntje erbij is dat helemaal geen probleem. De tafel is niet zo groot, en staat uiteindelijk tjokvol vier planken (daar worden de soep en salade op geserveerd), een mooi wit bord voor de burger (eens niet op een houten plank) en knapperige patatjes. De volgende tien minuten wordt er even niet gesproken; louter gegeten. Het is allemaal hartstikke lekker, de pompoensoep is romig met knapperige croutons en dat krokante ei is echt een uitvinding. Misschien een beetje te veel mosterdmayo over de salade, maar ach, dat smeer je dan weer op het brood dat erbij ligt. Aan de overkant wordt met veel plezier - en een beetje moeite - die burger verorberd.
Baek is de Janssen van Korea
Tijdens het eten verbazen we ons nog even over die naam: Baek. Waarom heet het nou weer Baek? Omdat het op Blaak lijkt? En waarom dan met ‘ae’? Het is tijd om de – overigens heel vriendelijke – serveerster even aan haar schort te trekken. ‘Ja…’, zegt ze lachend, ‘dat is een goeie vraag. Ik was daar ook erg nieuwsgierig naar. Baek klinkt gewoon heel stoer!’
Hmm, oké, onze nieuwsgierigheid is nog niet gestild. We vragen het aan Peter, een van de eigenaren. Zijn antwoord? ‘Baek was de achternaam van een van de vaste klanten van mij en Joost (de andere eigenaar, red.), een Koreaan. Een heel standaard achternaam daar, maar het klonk wel stoer. Baek is eigenlijk de Janssen van Korea.’ Daar doen we het voor.
Voor een dessert hadden we (helaas) geen plek meer, maar chocoladetaart van maar liefst drie lagen of citroentaart met yoghurtijs en crumble? Dat is toch zeker het proberen waard een volgende keer. Om half 10 verlaten we goedgevuld de zaak, een geslaagde avond.