Waan je in Italië bij L’Italiano in Nesselande

De eerste échte lentedagen van 2016 overvallen ons. Na wekenlang kou en regen geniet Rotterdam dankbaar van zonovergoten dagen met temperaturen achter in de tien. Zeker op dit soort dagen vertoef ik graag op het terras met een lekker drankje en een laat diner in het verschiet. Een van mijn persoonlijke favorieten is L’Italiano. Het is weekend en ik heb vlak voor de start van een drukke zaterdagavond een afspraak met de eigenaar.

Ontstaan

Zo’n tweeënvijftig jaar geleden vertrok Antonio Sechi samen met zijn moeder van Sardinië naar Nederland en maakte hier kennis met de horecawereld. Op zestienjarige leeftijd startte hij in de (inmiddels welbekende) zaak Angelo Betti. Zijn kooktalent dankt hij echter, zoals het hoort, aan di mama. Antonio houdt namelijk al sinds jaar en dag van lekker eten. Zijn reden om een eigen zaak te starten? Hij wil zijn passie voor eten delen met gasten.

Voor mij is L’italiano een jeugdsentiment. Ik woonde als klein meisje slechts op 200 meter afstand van de voormalige vestiging en kwam er geregeld. De persoonlijke benadering van Antonio en zijn gezin deden niet alleen mijn familie, maar ook vele anderen wekelijks terugkeren voor kraakverse pizza met dunne bodem boordevol liefde. Zelfs nu, twintig jaar later, bezoek ik zijn inmiddels verhuisde restaurant nog steeds graag.

Het concept

In juli 2010 heropende Antonio in de splinternieuwe deelgemeente Nesselande zijn restaurant, twee keer zo groot, maar wel met hetzelfde ijzersterke concept. L’Italiano staat voor “de Italiaan” en serveert dan ook enkel Italiaanse klassiekers. Antonio’s gouden regel: kook alleen met pure ingrediënten. Smaakmakers zijn dan ook uit den boze en vind je niet in de keuken van L’Italiano. Hier wordt elke dag gewerkt aan verse sauzen en het perfecte pizzadeeg. De bereiding van dat laatste is namelijk afhankelijk van het weer. In tegenstelling tot vroeger, bevoorraad Antonio zijn zaak met hulp van Nederlandse leveranciers. In de jaren ’60 had Nederland nog nooit gehoord van verse citroenen of knoflook, maar inmiddels is door de opkomst van de voedselindustrie alles binnen handbereik. De enige producten die de Italiaan steevast uit eigen land haalt zijn groenten en fruit.

L'Italiano klassiekers

L’Italiano staat bij velen bekend om haar befaamde kruidenboter. Die is namelijk licht oranje van kleur en heeft een unieke smaak. Het geheime ingrediënt? Anjovis! Nu nog al die andere ingredienten raden en we kunnen zelf aan de slag. Al doe je dat maar liever niet, want de gezelligheid en persoonlijke benadering van L’Italiano wil je niet missen. Niet geheel onverwachts is de eigenaar het meest trots op (het enige) Sardische gerecht op de kaart: Spigola alla Sarda. De rest van de kaart is een afspiegeling van het ‘lange land’ Italië. Je kunt kiezen uit vele delicatessen, gemaakt door échte Italianen. Daar staat de keuken namelijk vol mee. Overigens vindt Antonio de Italiaanse keuken allesbehalve moeilijk: ‘Een beetje olijfolie, peper, zout en tijd. Heel veel tijd. Meer heb je niet nodig.’

Here to stay

Na mijn gesprek met Antonio waan ik mijzelf even in Italië. De manier waarop deze man met zijn Italiaanse tongval over zijn rijke geschiedenis praat, doet mij verlangen naar een zomeravond aan de Sardische kust. Het restaurant heeft namelijk met haar enorme ramen perfect zicht op de kleurrijke zonsondergang. Tel daar Italiaanse wijnen en de klassieke kaart bij op en je hebt gegarandeerd een goede avond.

Over de toekomst van L’Italiano laat Antonio overigens weinig los. Nu zoon Ivo het restaurant in de nabije toekomst zal overnemen, is de koers van het restaurant aan hem. Wel hoopt Antonio de komende jaren meer de grenzen van het koken op te zoeken. Vers gefileerde vis met een zoutkorst of een heel speenvarken uit de oven - wie zal het zeggen. Eén ding is zeker: L’Italiano is here to stay!