Noord-Indiase streetfood bij What's Up India

Storm Irma

Zodra je bij What’s Up India binnenstapt, lijkt het alsof je je meteen aan de andere kant van de wereld begeeft. Met veel goud, een enorme golvende diamanten kroonluchter en een lichtgevende blauwe bar bevind je je in chique Indiase sferen. Dat eigenaar Dinesh Lalwani hiervoor jarenlang goudsmid op Sint-Maarten was, is daaraan goed terug te zien.

Stom Irma heeft Lalwani en zijn vrouw in 2017 als het ware van Sint-Maarten naar Rotterdam geblazen. “Het bedrijf waarvoor ik werkte sloot de deuren en aangezien mijn beide kinderen al in Rotterdam woonden, besloten wij hier ook naartoe te komen”, vertelt Lalwani.

Geadopteerd door Rotterdam

Wat eigenlijk een vakantietripje naar de stad aan de Maas moest worden, werd uiteindelijk de eindbestemming voor familie Lalwani. “Ik ben het geadopteerde kind van Rotterdam, ondanks de taalbarrière houden mensen van me.”

Op de kaart van What’s Up India raak je zonder hulp al gauw verdwaald tussen alle traditioneel Indiase gerechten en Lalwani is zelfs van plan de kaart nog verder uit te breiden. Gelukkig is iedereen van What’s Up India altijd bereid om een handje te helpen bij keuzestress.

Noord-Indiaas streetfood

Daarnaast worden alle gerechten helemaal afgestemd op hoe jij het wilt. “De Noord-Indiase keuken is sowieso minder pittig, dus daar hoef je niet bang voor te zijn. Wij doen aan ‘dishcooking’, dus we koken niet in enorme pannen. Elk gerecht maken we precies zoals jij wilt, het wordt speciaal voor jou gemaakt.”

Aangezien we de keuzestress niet aankunnen, geven we ons helemaal over aan Lalwani. We beginnen met een stoofgerecht met aardappel, granaatappelpitten en krokante ‘papdi’ in een smaakvolle saus met raita - een Indiase yoghurtdip. Dit is echt Noord-Indiase streetfood, vertelt de ex-goudsmid ons. Het is licht-pittig en fris tegelijkertijd.

Onverwachte favoriet

Naast dit streetfoodgerecht krijgen we heerlijke malse kip die al zes uur van tevoren wordt gemarineerd in onder andere gember, knoflook, komijn en tomaten. “Die groene saus van koriander kan ik al maken sinds ik vier ben. Die is wat pittiger en de bruine saus ernaast kan je eten om je mond weer te laten afkoelen.”

Na deze geweldige voorgerechten konden we niet wachten op het hoofdgerecht en niet veel later wordt de hele tafel volgezet met allerlei lekkers. Van een zachte witviscurry tot een heerlijk zoete lamsstoof met kokos en van knoflooknaanbrood tot krokant gefrituurde broccoli.

Die laatste is onze onverwachte favoriet. Wij zijn echte vlees- en visliefhebbers, desondanks steelt de broccoli met zoetzure, rode saus de show. Het heeft de structuur van gefrituurde kip, maar met een veel frissere smaak. Echt een topgerecht.

'Kill it with dessert'

Om in de woorden van Lalwani te blijven: “You need to kill it with dessert”. En dat is dan ook precies wat we gaan doen. Omdat we onze buik helemaal rond hebben gegeten, vragen we om kleinere porties. We krijgen ’gulab jamun’, ook wel de ‘Indiase oliebol’ genoemd; een deegballetje op basis van melk, geweekt in lichte suikersiroop.

We waren zelf het meest fan van de shikrand: yoghurt die een nacht heeft uitgelekt voor een vollere structuur (in Nederland bekend als hangop), waaraan suiker, saffraan en kardemom worden toegevoegd. Om het gerecht meer bite te geven, worden ter garnering pistachenoten gebruikt.

Nooit iets weggooien

Helaas krijgen we geen hap meer door onze keel. Met de zoete en vooral enorm zachte mango lassi vullen we de laatste gaatjes. “Je krijgt een doggybag mee, want bij What’s Up India gooien we nooit eten weg.”

We hebben plechtig beloofd nog eens terug te komen naar What’s Up India, een belofte die niet moeilijk is om waar te maken. Al is het maar voor de gefrituurde broccoli. “Als mensen eenmaal zijn geweest, blijven ze terugkomen.”

Het is op zijn zachtst gezegd een goedlopende zaak. “Dat ik er geld mee verdien is mooi, maar ik doe dit meer voor India.”