De Friese Palingroker is na twee jaar al een begrip in Amsterdam. Al ventend over de Amsterdamse grachten is Bas Oosterbaan de eerste en de enige drijvende Friese Palingroker en verkoper van het ware ambacht. Venten is een manier van je broodjes gerookte paling of een borrelplank onder de aandacht brengen bij Amsterdammers zonder een vaste standplaats te hebben, iets wat 30 jaar geleden nog heel normaal was. Vandaag de dag wordt en mag dit alleen door de Friese Palingroker worden uitgevoerd in Amsterdam.
Van hotello naar palingroker

Bas heeft jarenlang in de hotellerie gewerkt. Als General Manager van het hotel-restaurant-jachthavens Galamadammen in Koudum (Friesland) werd hij geïnspireerd om met gerookte paling aan de slag te gaan. In het restaurant van het hotel werd namelijk gerookte paling geserveerd, dit werd gehaald bij een visrokerij. Waarom halen bij een visrokerij als je het ook zelf kan doen? Bas besloot dat hij dit zelf wilde leren en begon voor zichzelf. Geen ambacht overgebracht van vader op zoon, maar ambacht geleerd vanuit passie en interesse voor het product.
Het proces van palingroken

Bas wilde graag het palingroken leren van een boer die hij kende uit Friesland. Deze boer heeft hem uiteindelijk in contact gebracht met een echte palingroker die hem de kneepjes van het vak heeft geleerd. Een aantal elementen zijn namelijk erg belangrijk bij palingroken. Dit ging dan ook zeker niet in één keer goed. “De eerste keer dat ik paling ging roken had ik vijftien kilo in de rookton gehangen. Deze vloog dan ook gelijk in de hens”, aldus Bas. De ton mag niet te heet zijn, niet te vol zitten, je moet niet te snel willen en vooral heel veel voelen of het goed gaat.
De basisprincipes van palingroken? Bas legt het proces stap voor stap aan ons uit: “Zorg eerst dat je paling gedroogd wordt in de ton. De paling voelt dan een beetje aan als papier. Daarna verwarm je de ton naar 80 graden en voel je in de nek of de paling gaar is. Als de nek zacht aanvoelt dan weet je dat hij klaar is om gerookt te worden. Het nagaren van de paling is echter het belangrijkste van het rookproces, dat zorgt ervoor dat je echt de goede smaak te pakken hebt.”
Van paling tot gans

Nadat Bas het palingroken onder de knie had, kwam de volgende vraag bij hem op: wat kun je nog meer allemaal roken? “De boeren in Friesland hebben veel last van de wilde ganzen, deze eten namelijk het jonge gras op. Dit betekent dat zij zogezegd de ‘eerste snee’ (het jonge gras) vaak kwijt zijn. De boeren willen daarom graag op een natuurlijke manier van de wilde ganzen af, wat veel jagers aantrekt. Doordat een gans door middel van jagen zonder stress overlijdt blijft het vlees heel mals en geschikt om te roken.” Dit was dan ook ideaal voor Bas om daarmee te gaan werken. Naast paling en gans, rookt hij ook nog zalm.
Borrelplank & broodje gerookte paling

In Nederland zijn we vooral bekend met het broodje haring. Bas vond dat dit assortiment wel uitgebreid kan worden en introduceerde het broodje gerookte paling. De rokerige smaak van de paling overheerst, maar op een goede manier. De paling proeft vers en mals, wij zijn verkocht.
Twee jaar geleden voer hij zijn eerste rondje over de Amsterdamse grachten en bracht het ‘venten’ terug naar de stad waar het ooit dé manier van je producten onder de aandacht brengen was.
Met een bel, een toeter en een luide stem laat hij elke donderdag, vrijdag en zaterdag de Amsterdammers weten: ‘Paaaaaling, versgerookte paaaaaling!’