Atithi heeft alle ingrediënten voor een avond Indiaas genieten

Favoriete eten

Het is een onmogelijk te beantwoorden, maar daarom niet minder leuke vraag: wat is wereldwijd het allerbeste of meest geliefde eten? Uit online onderzoekjes en polls komt meestal de Italiaanse keuken omhoog, maar ook Japans, Chinees en Mexicaans gooien steevast hoge ogen. Hoewel een objectief of eenduidig antwoord natuurlijk niet te vinden is, blijft het heerlijk om te dagdromen over al die gerechten en ingrediënten.

De Indiase keuken komt op de online lijstjes – terecht – ook vaak voor. Maar waar Italiaans, Chinees en Japans (in iets mindere mate) goed vertegenwoordigd zijn in Den Haag, is het een stuk moeilijker om een goed Indiaas restaurant te vinden. We zijn dan ook verheugd wanneer we een uitnodiging krijgen om te komen eten bij Atithi, een Indiaas restaurant op de Herengracht.

Rustiger interieur

Manager Hari Bhatt, gekleed in een grijs gilletje, verwelkomt ons met een brede glimlach. We zien dat de zaak veranderd is sinds ons laatste bezoek; de felle kleuren zijn ingeruild voor een iets rustiger interieur, hoewel de roodbruine leren stoelen, glimmend marmeren tafels en disco-achtige lampen stand hebben gehouden. “We hebben het iets minder excentriek gemaakt,” lacht Hari. “Dat leidde toch af van het eten.” Hij zet een romig glas mango lassi op tafel, hier gemaakt met yoghurt, saffraan, mango en pistachenoten.

Sappig en rokerig vlees

We laten de menukaart voor wat ‘ie is en krijgen een proeverij van de gerechten van Atithi. Als voorgerecht krijgen we stukjes lam, garnaal en kippenborst en -dij. Het lamsvlees is mooi zacht en de kip en garnaal zijn in de tandoor bereid, een kleioven. Broden worden tegen de wanden van de tandoor gedrukt, terwijl vlees meestal aan spiezen geroosterd wordt. Zowel de kip als de garnaal is daardoor sappig en lekker rokerig. Erbij komen gladde, frisse sauzen van yoghurt en munt, rode biet en mango.

Daarna volgt een bord met gefrituurde vegetarische hapjes. We krijgen onder meer een lekker zoete pakoda van ui, knapperige samosa gevuld met zachte aardappelen en frisse kruiden en malse, vlezige paneer, een lichte kaas die veel gebruikt wordt in de Indiase keuken. Granaatappelpitjes en snippers rode kool zorgen voor een zoetzuur knappertje op het bord en een zoet-pittige olie geeft het geheel wat extra smaak. Alleen de frambozen en blauwe bessen liggen er wat verloren bij en passen niet zo bij de gefrituurde gerechtjes.

Vegetarisch steelt de show

Als hoofdgerecht krijgen we twee grote, ronde schalen vol kleine bakjes met eten, met in het midden een flinke kom rijst. De vleesgerechten – zeer pittig lamsvlees en kip tikka masala waar we wel tien verschillende kruiden in denken te proeven, waaronder kaneel, kardemom en kruidnagel – zijn goed, maar de vegetarische gerechten stelen de show. We eten een dahl van bruine en een van gele linzen, waarbij die eerste zachter is van smaak en voorzien is van een klodder yoghurt, en de tweede iets pittiger en frisser. We dippen het lekker op met knapperige papadum en zachte naan.

We moeten onze meerdere erkennen in de grote schalen voedsel en vragen om de restjes mee naar huis te nemen. Hari schenkt ons nog een kop gemberthee in: “Dan heb je over een uurtje weer honger!” We betwijfelen het, maar eten een dag later tevreden een misschien nog wel lekkerdere lunch.