Ze staan er weer: de strandtenten. Aangezien Rotterdam aan zee ligt, zij het onder het pseudoniem Hoek van Holland, vallen de strandtenten hier zonder twijfel onder de jurisdictie van De Buik. Misschien is De Pit dan een twijfelgeval omdat die net, maar dan ook nét, op het grondgebied van 's-Gravenzande ligt. Dat kan ons dan mooi niets schelen.
Als stadsmens raken wij gemakkelijk onder de indruk van de natuur. Zodra wij de duinen ontwaren, ik weet niet wat er dan in ons vaart. We willen over het prikkeldraad springen, draven over het vers opgespoten zand, met onze handen kuilen graven en kastelen bouwen op het strand, overweldigd als we zijn door dit oergebeuren, dit eeuwigdurend spel van wind en water, van geven en nemen. Ooit zijn wij hier uit de Noordzee gekropen om aan Darwins evolutietheorie tegemoet te komen, we zijn rechtop gaan lopen en naar de stad getrokken. Maar wat een feest is het om op een mooie voorjaarsdag terug te keren naar onze oorsprong!
Lekker even zitten na al die natuur
Wel goed dan dat er gelegenheid is om even bij te komen van de confrontatie met de natuur en de diepdoorvoelde emoties die deze met zich meebrengt. Zo zitten we voordat we er erg in hebben aan een biertje op het terras van De Pit, achter glas, dus uit de wind, maar wel lekker in de zon. Laat ze in de verte op de Maasvlakte maar de BV Nederland aan de gang houden, wij zetten even onze hakken in het zand.
Dat is trouwens nog best koud in deze tijd van het jaar, dat zand.
Naarmate de zon zich opmaakt voor zijn dagelijkse verdwijntruc, wordt het sowieso tijd om naar binnen te verkassen. Hier geeft de riant uitgevallen houtgestookte pizzaoven de aangename warmte waarbij het zo fijn filosoferen is over hoe het nu verder moet met de wereld. De oven, met een draaischijf als bakplaat, is ontworpen en gebouwd door Matthijs, die samen met Marleen De Pit runt.
In de stad zouden we de inrichting van De Pit een allegaartje noemen. Uiteenlopende modellen houten tafels en stoelen, een lederen bankstel dat nog van ome Jo en tante An is geweest, een houten vloer en een televisietoestel waarop kinderen die nu met pensioen zijn bij de buren naar Pipo de Clown hebben gekeken. Verder overal bloemen. (Buiten staat een palm.)
Vinylofielen zullen even moeten slikken als ze de menukaart krijgen aangereikt: zij herkennen moeiteloos een langspeelplaat, maar welke? Beide zijden zijn beplakt, aan de ene kant staat wat De Pit aan eten te bieden heeft, aan de B-kant wat er zoal wordt geschonken. Minstens zo belangrijk. Jammer genoeg neemt de leuke bediening de elpees weer in, ik had best even aan de stickers willen peuteren om te kijken of ik niet per ongeluk een vintage-Blonde on Blonde in handen had.
Flinterdunne pizza's, niet dat pseudobrooddeeg
De pizza's die niet al te lang na de bestelling op tafel komen, zijn flinterdun en niet van dat pseudobrooddeeg dat maar al te vaak voor pizza moet doorgaan. Ook de vulling — ik had de romana, want trek in ansjovis, zo dichtbij zee immers — is dik in orde. Van mijn tafelgenoten hoor ik eveneens tevreden geluiden.
Ik zie ons deze zomer hier nog wel vaker komen. Al was het maar voor de desserts, waar we het nu niet op hebben laten aankomen, maar eh...: chocoladestukken, tiramisu, Betty's appeltaart...
En de zee maar rollen met die branding.
