In Amerika de gewoonste zaak van de wereld maar in Nederland zijn we er niet zo snel voor te porren; dineren in het restaurant van een hotel. Maar dit is zeker niet altijd terecht! In ons eigen Rotterdam en omgeving zijn namelijk genoeg leuke en hippe hotelrestaurants te vinden. Wij onderzoeken bij welke hotels je terecht kunt voor een goede maaltijd. Dit keer: Hotel Blessing in het mooie Zuidland.
In onze Maasstad schieten de nieuwe tenten natuurlijk als paddenstoelen uit de Rotterdamse grond, maar in de randgemeenten zitten ze ook niet stil.
Zo ook in Zuidland, op het eiland Voorne-Putten, ongeveer 25 kilometer van Rotterdam. Zuidland is een prachtig plaatsje in de gemeente Nissewaard, waar ook Spijkenisse onder valt. Als rechtgeaarde Rotterdammert denk je op een zaterdagavond natuurlijk niet als zo snel: laten we in Zuidland gaan eten, maar… je krijgt er geen spijt van.
Toegankelijke sjiek

Mijn werkvriendin Sigrid en ik spreken af om te gaan eten in hotel Blessing. We hebben wel wat life issues te bespreken en kunnen een lekker sfeertje goed gebruiken. Ik ben te vroeg en bestel vast een drankje aan de bar. Ik zit nu eenmaal graag eerst een momentje in mijn eentje à la Sherlock Holmes om me heen te loeren. De bar staat mooi centraal in de statige ruimte, maar oogt wel een beetje kaal. De eigenaresse staat achter de bar en vertelt dat zij en haar partner het hotel (acht kamers) en restaurant net hebben overgenomen. Ze vertelt dat Blessing vroeger vrij sjiek was, maar dat zij het graag toegankelijker willen maken. Ook voor een goeie borrel op de vrijdag- en zaterdagavond bijvoorbeeld.
Volledig, maar veilig
Als Sigrid binnenkomt gaan we meteen aan tafel. Op de kaart zien we een driegangen maandmenu voor €26,50 maar ook zeven verschillende voorgerechten en acht hoofdgerechten. Aan de keuzevrijheid zal het niet liggen vanavond. De kaart bestaat over het algemeen uit vrij veilige gerechten, zoals carpaccio, tournedos, heilbot en zalmfilet. Als voorgerecht kiest Sigrid de gegrilde coquilles met rucola-pesto, huisgemaakte Piccalilly en kruidenolie. En ondanks dat ik geen echte liefhebber van varken ben, ga ik voor de combinatie van gerookt en gepekeld speenvarkenfilet met salade van rode biet, appel en gefrituurde uienringen.
Roze slagveld

Net als we verdiept zijn in de conclusie dat het leven van ‘ons veertigers’ op zijn minst ‘bewogen’ te noemen is, komt het eten. De coquilles zijn mals en de combinatie met de rucola-pesto is heel lekker. Het kleine zoetje in de dressing roept Aziatische associaties op. Mijn speenvarkentje smaakt ook prima! Hij is in carpacciovorm opgemaakt en het vlees is mooi roze en zacht. Wel is het gerecht iets te koud, een veelgemaakte fout bij carpaccio. De bietensalade smaakt er goed bij. Waarom veranderen die bieten je bord trouwens altijd zo in een roze slagveld?! Na de voorgerechten ouwehoeren we verder over het feit dat we zeer binnenkort allebei aan de verkeerde kant van de veertig zitten. Direct bestellen we een extra glas wijn.

Gelukkig zijn daar de hoofdgerechten! Sigrid heeft gekozen voor de in knoflook gemarineerde gebakken gamba’s met mango-chilisaus en lente-ui. Bij mij wordt een mooi bord met rouleau van parelhoen (ik heb blijkbaar gewoon een vleesdag) met zoetzure saus en pistachenoten neergezet. De gamba’s van Sigrid zijn goed op smaak. En wat zijn het er veel! Wel een stuk of acht, in een gezellig stenen pannetje. Mijn rouleau valt helaas een beetje tegen, maar aan de bereiding ligt het niet. Het is echt een kwestie van smaak. De serveerster pakt mijn opmerking hierover goed op en geeft aan: we zijn nog aan het ontwikkelen en bijschaven, want we zijn pas een maand of twee open.
Gulle kaasplank

Ondertussen heeft de zaak zich gevuld met kleinere en grotere gezelschappen, van uiteenlopende leeftijden. Verderop zit een gezelschap met zestien personen te eten en te lachen en naast ons druppelen de lokale jongeren binnen voor een biertje. Wij besluiten nog een kaasplankje te bestellen om te delen. Het kaasplankje blijkt eigenlijk gewoon een plank. Behoorlijk veel voor één persoon! De kazen zijn lekker en volgens de gebruiken begin ik netjes met de mildste. Eigenlijk stort ik me het liefst gelijk op die korrelige schimmelbrokken, maar dat vind ik zielig voor de andere kaasjes.
Hotel Blessing is goed bezig met zijn gedaanteverwisseling, concluderen we als we geen Kaas meer kunnen zeggen. Om ons heen wordt lekker gegeten en geborreld en het pand heeft een natuurlijke grandeur met mooie hoge plafonds. Wel is een en ander nog een beetje kaal en functioneel. Het felle licht uit de keuken is bijvoorbeeld niet zo sfeervol en ook de grote krijtborden en de 2 gokautomaten in de hoek passen niet zo bij de rest van de inrichting.
Maar ongetwijfeld groeit dit restaurant verder en komen de puntjes hier in Zuidland vanzelf op de spreekwoordelijke i terecht.