Wanneer je Het Slaakhuys passeert lijkt het misschien alsof het nog een tijd duurt, maar toch gaan de deuren van The Slaak Rotterdam, a Tribute Portfolio hotel, en het bijbehorende restaurant en cocktailbar Didot34 begin juni open. Midden in de verbouwing maken zij tijd om ons een ‘hard helm tour’ door het pand te geven en ons bij te praten over alle plannen. “We willen het verhaal terugbrengen”, trapt general manager Melle van Uden af.
Het verhaal terugbrengen

Dat Het Slaakhuys een rijke geschiedenis heeft, is bij menig Rotterdammer wel bekend. Na het bombardement in mei 1940 werd op de overblijfselen het pand weer opgebouwd en in 2010 werd het zelfs officieel geregistreerd als wederopbouw monument. Bijzonder, want er zijn maar weinig monumenten uit de jaren ’50 (het pand is opgeleverd in 1954), maar door de wederopbouw en historie heeft Het Slaakhuys wel deze status. Na de oplevering nam Het Vrije Volk – later overgenomen door het Rotterdams Dagblad – intrek. Waar nu de Lidl gevestigd zit, zat toentertijd de drukkerij. Erna hebben diverse partijen het gebouw betrokken, waaronder Gemeente Rotterdam, en de afgelopen veertien jaar is er niks gebeurt. Daar komt begin juni verandering in met de opening van The Slaak Rotterdam en het bijbehorende restaurant en cocktailbar Didot34.
Melle startte met het realiseren van het hotel en restaurant en voegde niet veel later Merel van Dort als sales manager toe aan het team. Melle: “Merel en ik leerden elkaar zes jaar geleden wanneer wij beide werkten voor Hotel Pulitzer, Hotel Des Indes & Sheraton Amsterdam Airport. Toen ben ik naar de hotel opening van W Amsterdam gegaan en ook daar hebben we samengewerkt. Vervolgens ben ik aan de slag gegaan voor een boetiekhotel in Amsterdam en nu dus hier.” Op de vraag of ze veel verschil merken tussen Amsterdam en hier, antwoordt hij: “Ja heel veel, ik vind het hier heerlijk.”
A good journalist never reveals his source
“Iedereen heeft een verhaal. In Nederland zijn ze bezig met restaurantconcepten, barconcepten en super toffe dingen, maar vaak niet met het verhaal achter het pand”, vertelt Melle ons. Het hotel bestaat uit meerdere panden, waarvan het hoofdgebouw – Het Slaakhuys - monumentaal is. In dit gedeelte komt het restaurant dat ook voor stadsbewoners toegankelijk is. Didot34 is open voor zowel ontbijt, lunch, borrel als diner. Het hotel en restaurant worden los van elkaar gezien – op de gezamenlijke ingang na – maar hebben als gemeenschappelijke factoren dat ze de jaren ’50 herbeleven en terugblikken naar de historie van de drukkerij. Dit concept is overal tot in de details uitgewerkt, zowel in het design als ook in de naam: Didot34, vernoemd naar het oude lettertype van de krant. “Als je het servet dadelijk openslaat, staat de historie van het pand geschreven in krantendruk en op het menu laten we geen bereidingswijze zien. ‘A good journalist never reveals his source’.”

Uit de open keuken komen dadelijk internationale gerechten. “We hebben wel lokale samenwerkingen, maar internationale gerechten”, vertelt Melle. “Er is bewust niet gekozen voor een specifieke keuken, maar de nadruk ligt op shared dining”, vult Merel hem aan. Een kijkje op de kaart leert ons dat het menu uitgebreid is en er kleine gerechtjes opstaan als octopus en open aubergine, maar ook mosselen en bavette. De gerechtjes worden tussen de 12-17 euro. Je moet hier dadelijk kunnen flexwerken, maar ook op een woensdagavond gewoon binnen kunnen lopen om met je vrienden of vriendinnen te eten. “Op dit moment is er maar een selectieve groep Rotterdammers die zich vrij voelt om bij hotels te eten, dit willen wij doorbreken.”
De cocktailbar
Naast de 45 plekken in het restaurant komt er ook nog een bar met ruimte voor 60 man. De bar loopt in drie lagen messing naar boven en aan de raamkant wordt een podium gebouwd. “Door de verhoging zit je op straatniveau en kun je naar buiten kijken”, legt Merel uit. Buiten wordt een terras gebouwd met dezelfde stijl meubels, maar dan de buitenvariant.

En er is nog een bar: de Upper Bar. Deze bevindt zich op de mezzanine verdieping in de zaak, maar is wel ‘open’. Merel: “Dit is een goede plek voor recepties en privé gelegenheden. Doordat het open is ga je wel mee met de vibe van het restaurant en blijf je verbonden met beneden.”
Terugdoen voor de stad
Het design is kleurrijk, maar niet schreeuwerig en geheel in de jaren ’50 stijl met verschillende prints op de muren. “We hebben een kiosk uit de jaren ’50 laten bouwen met klapdeuren. Hieruit mag iedereen krantjes pakken en je kan er dus ook echt ‘in’. Hier kun je met events heel erg op inspelen.” En die events gaan er komen. Zo is nu al bekend dat er om de twee weken jazz nights worden georganiseerd en er twee keer per maand een sunday brunch zal plaatsvinden. “Voor ons is eten en drinken echt heel belangrijk. Het pand heeft altijd zo’n rol gehad voor de bewoners. Het Slaakhuys kennen de meeste Rotterdammers wel, dus we willen ook iets terugdoen voor de stad.”