In een zijstraat van de Nieuwe Binnenweg waar de stadsvernieuwing van de laatste decennia van de vorige eeuw flink heeft toegeslagen, is één ding nooit veranderd. Nou, sterker nog: toen in Bierhandel De Pijp onder de vloer achterstallig onderhoud moest worden ingehaald, heeft de aannemer zich alle moeite getroost om het interieur, inclusief de wanden en het plafond, intact te laten.
Zodoende wandel je nog altijd de bruingerookte zaal binnen met vergeelde stickers op alle denkbare plekken, afgeknipte stropdassen aan het plafond en zand op de vloer. Nog steeds schuif je aan aan lange tafels, zit je op harde banken of stoelen en veeg je de pindadoppen van tafel. In Bierhandel De Pijp heeft niet zozeer de tijd stilgestaan, de tijd is hier geconserveerd als een bijna tastbaar iets.
Bierhandel. Hier ga je dus naartoe om bier te drinken? Zeker. Of wijn of waar je ook trek in hebt. Maar deze bierhandel is vooral restaurant. Op de huidige locatie zit De Pijp al sinds 1940. Bij het bombardement van 14 mei 1940 was de stek aan de Geldersekade verloren gegaan. Het studentenverzet kwam in de oorlog in de zaak bijeen. Ook na de bevrijding bleven studenten De Pijp frequenteren. De studentikoze sfeer hangt er nog steeds en er komen ook nog altijd studenten eten, maar je ontmoet hier ook havenbaronnen, kunstenaars, zakenmensen en, maar dan moet je echt geluk hebben, Rolling Stones. Nee echt, toen de Stones een keer in de stad speelden, hebben ze hier gegeten.
Überklassieker: capucijners met spek
En wat eet je zoal in een bierhandel? De Pijp heeft nooit een kaart gehad. Alle gerechten staan met krijt op een groot bord gekalkt en de in witte jasjes gestoken obers ratelen aan tafel nog wat specialiteiten op die niet op het bord vermeld staan. In de keuken, waar je vanuit de zaak goed zicht op hebt, is het altijd een drukte van belang. Aangezien De Pijp de traditie in ere houdt, zijn ook de gerechten aan de traditionele kant, zeg maar met een Frans-Hollandse insteek. Dus oesters, tournedos, gebakken mosselen, zeetong, gebakken lever met spek en uien en de überklassieker capucijners met spek. Hele generaties Rotterdammers zijn hier groot mee geworden en je hebt altijd kans dat iemand van een tafel opstaat en zijn afgeknipte stropdas gaat aanwijzen.
Duur zeker? Hoofdgerechten kosten zo rond de twintig euro. Een heerlijk gerecht als kalfszwezerik is iets duurder, zeg 25 euro, en dat geldt ook voor de tournedos. Een dozijn oesters heb je voor 15 euro en de garnalenkroketten zijn nog geen tientje. Dat, en de informele, haast ironische sfeer, zorgt ervoor dat hier zo'n publiek gemêleerd publiek komt.
Ironische sfeer? Ja, dat heeft met die inrichting te maken. Het is net alsof alles heel zorgvuldig zo ontworpen is door iemand die iets met de uitstraling van een bruin eetcafé wilde neerzetten. Je waant je in een filmdecor en de obers spelen daar geweldig op in.
FOTO VINCENT MENTZEL