Weer een nieuwe burgerzaak in Rotterdam? Ja, dit keer niet in burgerstraat Witte de With, maar op de Nieuwe Binnenweg, in het oude pand van coffeeshop De lachende paus. De wietlucht is er weggetrokken, de muren zijn wit. Het is nu de burgergeur die je bij binnenkomst tegemoet komt en de twee eigenaren staan je er lachend op te wachten.
Het zijn Luis en Nanet Ruiz die deze pijpenla hebben overgenomen en omtoverden tot een gezellig restaurantje. Vroeger hadden zij pizzeria Mamma Joe aan de Schieweg. In de tijd van Mamma Joe was pizza de hype, nu zijn het de hamburgers. Toentertijd waren zij voorloper met de pizza, nu is dat niet het geval. Hoe zorgen ze er dan voor geen dertien in een dozijn te zijn? Nanet vertelt dat ze nu ruim drie jaar met het idee een burgerzaak te beginnen rondliepen. Maar ja, inmiddels hadden ze twee goed lopende restaurants op Mallorca, dus dat ging niet van de een op de andere dag. Hun concept: puur vlees en eigen samenstelling.
Je eigen perfecte burger
Bij de Burger Club kun je kiezen uit drie soorten hamburgers: gemaakt van uitsluitend MRIJ-rundvlees, wagyu-rundvlees, of iberico-varkensvlees. De hamburgers zijn enkel met zout en peper gekruid. Zelf vul je aan door toppings te kiezen. Je kunt een keuze maken uit de samenstellingen die zij voor je hebben bedacht, bijvoorbeelde de Deluxe (tomaat, sla, ibericoham, aioli), of de Burger Club (gekarameliseerde ui, tomaat, sla, bacon, cheddar, jalapeños, chorizo, augurk, en Burger Clubsaus). En je kunt de toppings ook los bestellen.
Het vlees
Zelf was ik nog niet bekend met het MRIJ-vlees. Het blijkt rundvlees te zijn van koeien die op veehouderij de Koningshof in Berkel en Rodenrijs rondlopen. Het is een kruising van Maas-, Rijn-, en IJsselvee en het zijn roodbonte koeien. ‘s Zomers lopen ze buiten in het natuurgebied De Groenzoom. In de winter staan ze binnen in grote stallen. Er is mij verteld dat in de stallen massageborstels hangen, daar kunnen de koeien zichzelf aan masseren. Het klinkt in ieder geval als vlees dat komt van een gezond dier, dat een beter leven heeft gehad. Dat vind ik een fijne gedachte wanneer ik mijn tanden in een hamburger zet.
Ook maakt de Burger Club dus gebruik van wagyu-vlees, dat inmiddels toch bij meer mensen bekend zal zijn. Voor degenen die dit vlees niet kennen nog even een kleine uitleg. Van oorsprong is wagyu een Japanse rund. De verhalen gaan dat de runderen bier dronken en werden gemasseerd door geisha’s. Daardoor was het ook ontzettend duur vlees. Vroeger at alleen de Japanse elite het in kleine hoeveelheden. Inmiddels is het een groot exportproduct geworden. Het wagyu-ras komt nu ook voor in Australië en Amerika en wordt niet meer gemasseerd. Het vlees is wel nog steeds te herkennen aan de hoge marmeringsgraad, oftewel de vetaders die door het vlees lopen. De Burger Club gebruikt de USA Wagyu.
En dan het ibericovarken. Puur varkensvlees als hamburger is misschien niet gebruikelijk, maar het ibericovarken levert wel dusdanig goed vlees dat dat prima kan. Het zijn van oorsprong Spaanse varkentjes die alleen eikeltjes eten, dat kan je proeven aan de nootsmaak van het vlees.
Van classic tot maximale uitdossing
Om het vlees goed te kunnen proeven is het leuk om de Slider te bestellen. Dit is een proeverij waarbij de drie soorten burgers als kleine Classics Burgers worden geserveerd. Bij het serveren vertelt Nanet er dan bij dat je het beste eerst de twee rundvleesvarianten kan eten, en als laatste de iberico, anders kan je de eerste twee niet uit elkaar houden. De burgers worden trouwens medium rare gebakken, anders is het zonde van het vlees. Dus wil je dit niet, dan moet je dat er even bij zeggen.
Ook op de kaart staan de Juicy Jack – waarbij er gorgonzola in het vlees wordt gestopt – en de vegetarische The Dutch Weed Burger. De Juicy Jack is genoemd naar het hondje van de zus van Nanet, tijdens de verbouwing liep de kleine Jack Russell genaamd Jack vrolijk door het pand, op dat moment zochten ze nog een naam voor deze sappige hamburger. De vegaburger is een avontuur waar ik voor terug wil komen. Deze hamburger maken ze dan niet zelf, maar besteden dat uit aan Dutch Weed Burger, die maakt ook het broodje. Deze burger wordt gemaakt van zeewier, evenals het broodje dat daardoor hartstikke groen is.
Wat het echte verschil maakt
Alles bij elkaar is het leuk en aardig die burgers – had ik al gezegd dat die hartstikke lekker zijn? – maar het is eigenaresse Nanet die de schwung in de zaak brengt. Het is goed te merken dat ze bijna haar hele werkzame leven een eigen zaak heeft. Ze is de gastvrouw die in de jaren negentig aan het strand in Spanje ook al haar vaste gasten herkende. Ze let op de details en neemt de tijd om te vertellen over het eten, het idee, de liefde voor het werk. Ze is zo iemand die nadat je weken niet bent geweest aan je vraagt hoe het gaat met je zieke moeder of het conflict op je werk, en alvast je favoriete wijntje klaarzet. Bij het verlaten van het restaurant bedenk ik dat ze hun concept waarschijnlijk al honderden keren heeft verteld, maar daar heb ik tijdens ons gesprek helemaal niks van gemerkt.
