Moni en Peter eten een keer in de maand met elkaar in een Rotterdams restaurant. De ene keer kiest Moni een adres, de andere keer Peter. Inmiddels zijn ze toe aan hun 99ste restaurant. Op de avond zelf maakt dit keer Moni haar keuze aan Peter bekend.
Peter: Ik ben een beetje laat. Kan bij jou zijn vanaf 19.00/19.15 uur. Is dat een probleem?
Moni: Ik heb om 19.30 uur gereserveerd. Uiterlijk 19.15 uur bij mij moet lukken. Is echt wel een kwartiertje fietsen, twintig minuten denk ik.
Peter: Oké, komt goed. Dresscode?
Moni: Ik zou zeggen semi-netjes, maar ik heb zelf geen tijd om me om te kleden. Dus gewoon wat je nu aan hebt.
Nummer 99 was niet een vanzelfsprekende keuze. Na enig wikken en wegen koos Moni toch voor een klassieker: In Den Rustwat (IRDW tegenwoordig) aan de Honingerdijk. Een eerder bezoek, enkele jaren geleden, was niet geheel positief uitgevallen. Vooral de oubolligheid van het pand en het publiek weerhielden haar ervan dit restaurant toe te voegen aan de Peter&Moni-lijst. Maar de recente verbouwing en de daaropvolgende goede recensies wekten de nieuwsgierigheid toch wel weer.
Chic en klassiek ja, maar Moni-materiaal?
Peter: Toen we de Honingerdijk afreden, werd het aantal opties steeds kleiner. Op het laatst bleven alleen Fred en IDRW over. Ik was toch verrast door je keuze. De naam, de locatie onderaan de dijk, het chique witte pand naast het Arboretum, het riep allemaal een beeld op van wat stijfjes en klassiek dineren. Op het eerste gezicht niet echt Moni-materiaal. Dit werd bij binnenkomst verder bevestigd. Vanuit de kou stapten we, alsof we in een tijdmachine hadden gezeten, een oude herberg in.
Moni: Ik had verwacht dat er een grondige verbouwing had plaatsgevonden. Maar de eerste indruk was nog steeds dezelfde. Pas nadat we plaats hadden genomen aan onze, met linnen gedekte, tafel vielen me een paar nieuwe details op. De houten jaloezieën, de verlichting en de glazen pui voor de keuken. Bij navraag bleek er ook nog het een en ander geschilderd te zijn, maar om nou te zeggen dat IDRW een gedaanteverwisseling heeft ondergaan..... niet echt. Maar we kwamen tenslotte vooral voor het eten, en wat dat betreft heeft patron-cuisinier Marcel van Zomeren zijn sporen natuurlijk allang verdiend.
Peter: Ja, je hebt gelijk, het eten! We bestudeerden de menukaart en gingen voor het viergangenmenu met tussengerecht, zonder dessert, mét kaas. Onze kleine, opgewekte leerling-ober maakte geruisloos plaats voor een ervaren, nog opgewektere vakman. Het werd nu duidelijk dat het menens was. Na wat vingeroefeningen met een lekkere amuse werden we getrakteerd op onze eerste gang. Op een zwart bord werden witte coquilles (foto) opgediend met een zwart cakeje, witte risotto van bloemkool en een raster van zwarte en witte crèmes. Het was even zoeken hoe dit schaakbord volgens de regelen der kunst aan te pakken, maar het was lekker. Met deze chef valt niet te spotten.
Moni: En er werden heerlijke wijnen geschonken, waar mooie verhalen bij horen. Over de wijn-spijscombinaties niets dan lof! En toch bekroop me het gevoel dat deze zaak voor een andere doelgroep bestemd is. Dat gevoel werd naderhand bevestigd, toen we hoorden dat het hele pand in de jaren zestig is verhuisd naar deze plek onderaan de Honingerdijk. 'Mensen die voor 1960 geboren zijn, kunnen het zich nog wel herinneren', vertelde de ober. En daar zit 'm nou precies de kneep! We zijn gewoon nog iets te jong voor deze 'herberg', die zo maar een bistro zou kunnen zijn op het Franse platteland.
Peter: In een klassieke 'herberg' in Kralingen een winters menu bestellen, dat past natuurlijk best. De chef maakte het waar met het stuk 'Nederlands' wagyu-rund dat ik op mijn bord kreeg. Prachtig rood, smeltend mals, met een lekker krokant randje vet. Een heerlijk hoofdgerecht. Alleen was de jus, gelukkigerwijs naast het vlees over het bord getrokken, wat te bitter naar mijn smaak.
Moni: Even verrassend als passend was de afsluiting van de avond, toen ons gevraagd werd of we een kopje filterkoffie (pardon, slow koffie) wilden. Ik kan me niet heugen wanneer ik dat voor het laatst gedronken heb. Maar omdat de ober duidelijk maakte dat 'koffie echt ons ding' is, besloten we de gok te wagen. En die pakte zeer goed uit. Aan tafel werd kokend water op een filter met speciaal geselecteerde koffie gegoten. Na enkele minuten werd het filter opengezet, zodat de koffie direct in onze kopjes belandde. En zo eindigde onze avond met een heerlijk bakkie troost.
Wat aten ze?
Amuses: Hoorntje van rode biet met geitenkaas en een loempia met komkommer, wortel en gember, soja, en een crème van groene thee
Eerste gang: Coquilles met risotto van bloemkool, cake van inktvisinkt en zwarte-bonencrème.
Tweede gang: Tarbot met 3 soorten wortelen, miso-cème en yuzo
Derde gang: Wagyu-rund met puree van knolselderij, groenten en jus
Vierde gang: Een bordje met een selectie van kazen
FOTO'S ROBBERT SO KIEM HWAT
