Alles in Pierre ademt Frankrijk. De vloer is Frans, de lichtbollen zijn Frans, de zithoekjes zijn Frans, de stoeltjes, de tafeltjes, de bordjes met 'reservée' erop. De kaart is ook heel Frans, net als de opschriften: cuisine, privé, toilettes. Voilà. De brasserie met de Franse naam voor Piet (en voor steen, gesteente, rots) is sinds een jaar of twee gevestigd op de hoek van de steeds hipper wordende Pannekoekstraat en de Halstraat.
Een Pierre werkt er niet en een Piet evenmin. Waar dan de naam vandaan komt? Van die beroemde Franse kok, zegt het meisje aan wie ik het vraag. Kennen wij een beroemde Franse kok die Pierre heet? Maar wat kan ons het schelen?
We zijn er op de eerste dinsdagmiddag van het jaar, tegen enen. Volle bak, zou je zeggen. Lunchtijd, marktdag, kantoren in de buurt. Toch vinden we gemakkelijk een plek, we hebben het voor het kiezen. In het gemiddelde Franse plaatsje zou je rond dit tijdstip om een tafeltje moeten vechten, om van Parijs maar te zwijgen. Misschien zitten de Rotterdammers de oliebollen van Richard Visser nog dwars.
De kaart is zo Frans als je t'aime
Of we iets willen drinken. Maar natuurlijk. Het wordt een merlot, de huiswijn, een goed glas voor een dinsdagmiddag. De glazen worden gebracht, we krijgen er ongevraagd een karaf water bij maar dat hebben we thuis ook. Mijn gezelschap en ik kletsen de tijd weg. Zouden we misschien ook iets willen eten? Niemand die ons de kaart voorlegt. Dus vragen we er om.
Dan worden we opnieuw aangenaam getroffen, want die kaart is weer zo Frans als je t'aime. Het is te laat voor het ontbijt, anders zou ik die croissant wel willen proberen, altijd en overal een waagstuk. Overigens heb ik nog nooit French toast (wentelteefjes) gezien als ontbijtgerecht en croque monsieur/madame (tosti) al helemaal niet: in Frankrijk mag je blij zijn als je jam krijgt bij je croissant. Maar dit terzijde.
Eigenlijk zouden we alles wel willen proeven: de escargots, de coquilles, de oesters, de coq au vin, de steak tartare, de gebakken kwartel, de boeuf bourguignon of de sliptongetjes, maar we houden het op de zalmtartaar en de confit de canard. Dat laatste is een van mijn lievelingsgerechten, ook om zelf klaar te maken. Ganzenvet, eendenboutje, zachtjes in de oven laten garen... Vroeger in Dordt nam ik dat bijna altijd als we bij Bonne Bouche aten en later was het vaste prik bij Louis. Hij staat ook bij Spaghettata nog altijd op de kaart, hier onder het Italiaanse pseudoniem pappardelle sull'anatra.
De eend komt zonder bot
Bij Pierre kwam de gekonfijte eend verrassenderwijs en wel zo makkelijk zonder bot, het vlees als een plat torentje opgemaakt, de champignons er bovenop, de truffeljus er omheen. Zeer smakelijk, als geheel misschien iets aan de zoute kant en, vooruit, ik zeg het gewoon, de smaak van truffel in de jus hield zich nogal op de achtergrond. Net zo mooi opgemaakt was het zalmtartaartje, met een eitje en wat groen en al. Erg Frans was het stokbrood.
Toen we het pand verlieten, was het wat drukker geworden in de zaak. Je bent er wat eten betreft ook niet gebonden aan bepaalde tijden, dus lunch- of dinerstress kan achterwege blijven. Bovendien kunnen lunchgerechten voor het diner worden besteld en andersom. Wat ik zeker een keer ga doen is het menu La Grande Bouffe uitproberen: van alle grands plats krijg je dan kleinere versies. Kan alleen op maandag en dinsdag.