Het is altijd fijn om in je eigen hood een plek te ontdekken waar niet 'iedereen' al is geweest en een mening over heeft. Maar soms is dat ook gewoon heel jammer, want zo kan het ook gebeuren dat zo'n leuke plek zoals Het Lachende Varken niet wordt opgepikt. Daar ga ik dus hierbij iets aan doen!
Even een stukje geschiedenis: de grond in de Kralingse Vlinderbuurt werd in de jaren negentig volledig afgegraven vanwege de vervuiling met gif van de gasfabrieken die daar ooit waren gevestigd. Tijdens de sanering, met bijbehorende puinhoop in de buurt, werd Het Lachende Varken opgericht met als doel ‘om een gezond punt in een ongezonde omgeving te vormen’. Vegetarisch en biologisch waren de basis van het koken.
Door de afbouw van subsidies werd het steeds moeilijker om personeel in hun (gesubsidieerde) banen te houden, reden waarom Het Lachende Varken in 2012 sloot. Maar afgelopen najaar werd de ‘buurtkantine’ heropend door een groep buurtbewoners, koks en (oud-)leden van de vereniging die Het Lachende Varken exploiteerden. Wanneer je komt eten, word je lid van vereniging Humus Kralingen. De vereniging is opgericht om Het Lachende Varken nu wél levensvatbaar te houden.
Buurtkantine het Lachende Varken is twee avonden per week geopend, op vrijdag en zaterdag en je reserveert door je naam en nummer in spreken op het antwoordapparaat. Word je niet teruggebeld, dan hebben ze een tafeltje voor je. Het menu kun je vooraf op de website en op Facebook bekijken, en ook wie de kok(kin) van dienst is.
Een ruime huiskamer, niks trendy of gestyled
Van tevoren hadden we eigenlijk geen idee of we in een soort van jeugdhonk of iets dergelijks terecht zouden komen, alhoewel het heel grappige logo en de website ons deden vermoeden dat het wel goed zat. Bij binnenkomst, op de begane grond van woonblok ‘De Nieuwe Blauwen’, ontwaren een ruimte ter grootte van een flinke huiskamer met bric-à-bractafels, banken en stoelen in allerlei kleuren en stijlen, met kaarsen op tafel en een open keuken. Niks trendy, gestyled of bedacht, maar gewoon oké en gezellig. Het menu, voor zover niet al thuis bestudeerd, lezen we af van een groot schoolbord met kalkletters.
Er zijn wat tafels bezet door onder andere een groep internationale RSM-studenten en wat stellen van uiteenlopende leeftijden. Malou, bekend gezicht van ooit bij Westerkaatje en één avond vrijwilliger hier, laat ons een tafel kiezen – ja, die lange daar, want we zijn met z’n zessen. Flessen wijn op tafel (ik geef toe, ik was even bang dat er misschien geen alcohol geschonken mocht worden), er komt water in een karaf, maar ze hebben ook ruim de keus uit allerlei sappen van dichtbijhuis, en zelfs vlierbessenjenever.
Alle koks zijn vrijwilligers maar ook professionals
Deborah Marengo staat vanavond achter de pannen, de avond ervoor was dat Anneke van Zus Kookt, vorige week was het Anneliese, enzovoorts. Alle koks hebben een cateringbedrijf of koken anderszins professioneel. En zo wisselen ze elkaar af, om eens in de twee weken vrijwillig hier te koken en dat naar eigen inzicht te doen. Ze maken graag gebruik van wat er zo maar hun kant op komt als het gaat om (biologische en 'dichtbije') ingrediënten. Zo kan het gebeuren dat er iemand in Frankrijk was en een berg bessen meeneemt. Dat er appels en kastanjes van een overvloedige tuinoogst de kant van Het Lachende Varken op zijn gekomen. En dat een partij vlierbessen van een andere particulier een goed heenkomen vindt in toetjes en jam. Voor het overige komt al het groen van Biologisch Goed en Uit Je Eigen Stad (vanavond de mosterdsla bijvoorbeeld), het brood van De Ondergrondse, de paddenstoelen van Rotterzwam en de biologische koffie en thee van Evermore.
Kill and attack!
Maar goed, wat aten we en hoe was het?
We trappen af met huisgemaakte crackers met sesam, die bij de soep horen, maar die al op zijn voordat deze arriveert. Gelukkig worden ze ruimhartig aangevuld als de wortelsoep met kokos en koriander (als een pesto) eenmaal op tafel staat. Dat is een goed begin. Vervolgens worden er borden tussen ons in gezet met salade van rode kool, venkel, peer en cranberrydressing. En vervolgens arriveren warme galettes van gekarameliseerde witlof, amandel en geitenkaas en een heerlijk lauwwarme couscoussalade met gebakken pompoen en pastinaak, kikkererwten, mosterdblad, gedroogde vijgen en labne.
Het is kill and attack en in een mum van tijd is alles schoon op. Om de laatste sliertjes rodekoolsalade wordt driftig geprikt met vorken van alle zijden van de tafel. Tjonge, dat smaakt echt heel goed. Geen nadrukkelijke verfijning en delicate opmaak, maar gewoon heel erg lekker klaargemaakt. Het toetje kunnen we vervolgens ook niet laten lopen: appeltaart met kaneel en room. Ja, ’t is nomnomnom. Nog even een espresso van Evermore en lekkere thee van Clipper (of andere biologische merken) en wij slingeren afgetopt weer richting huis. Dat mag vaker, besluiten we.
Vegetarisch, lokaal en biologisch zijn het geitenwollensokken imago ruimschoots gepasseerd, zoals je ook steeds kunt lezen op De Buik. Sterker nog, veel van die leuke, jonge chefs maken juist goede sier met zelfgeplukt, biologisch en van-om-de-hoek. En Het Lachende Varken past naadloos in deze trend. Ze waren ‘m gewoon al twee decennia voor. Vandaar mijn oproep, spread the word: gaat naar Het Lachende Varken!