Alleen het opbellen al. 'A Proposito, buona sera!' Zo'n vrouwenstem in de lagere regionen, een aria in je oor. En als je hebt gereserveerd: 'A domani, ciao!' Bijna smachtend. In je hoofd is de vakantie al begonnen en nog veel meer. A Proposito is de Italiaanse trattoria onder in het gebouw van de Nationale Nederlanden, aan de kant van het station. Het restaurant wordt gerund door broer en zus en vader en moeder Vona, al twintig jaar.
Fina Vona verwelkomt ons de volgende dag alsof we bij de familie horen, hoewel we lang geen voet over de drempel hebben gezet. Eerlijk gezegd hebben we ons laten afschrikken door de bouwput die het Stationsplein lange tijd was. Gelukkig kan A Proposito bogen op een klantenkring die trouwer is dan wij.
'Ze bleven gewoon komen,' vertelt Fina. 'Met de lunch de mensen die hier in de buurt werken: zakenlui, advocaten, accountants. 's Avonds de mensen uit de stad. Nee, we hebben eigenlijk nooit last gehad van de bouw van het station.'
Je moet het weten
Toch, als je het niet weet loop je er gemakkelijk voorbij— als je daar überhaupt al zou lopen. Het Nationale Nederlanden-gebouw heeft het ongenaakbare van Fort Knox. Het staat daar maar een beetje te torenen, maar voor wie zich op straatniveau verplaatst, is er weinig aantrekkelijks aan. Dat geldt des te meer nu de blik automatisch wordt getrokken door het blinkende Rotterdam Centraal. Ik wil maar zeggen: je moet het weten, van A Proposito.
Het geheim van A Proposito, om dat maar meteen te verklappen, is moeder Giovanna Vona, de moeder van Fina en Raffaele. Giovanna staat met haar 74 jaar elke dag in de niet per se groot uitgevallen keuken. Op haar vierpits tovert ze met stoïcijns gemak alle gerechten uit die op de kaart staan en dat in willekeurige volgorde.
Zei ik kaart? Ik bedoel natuurlijk het dubbele schoolbord waarop in goed leesbaar handschrift het aanbod kenbaar wordt gemaakt. Het bord wordt van het ene tafeltje naar de andere geschoven, aan de ene kant staan de vlees- (carne) en visgerechten (pesce), aan de andere de antipasti en de pastagerechten, alles bij elkaar wat je noemt een ruime keuze. De bewondering voor Giovanna Vona wordt er alleen maar groter door.
Maar dan heb je dus nog niks geproefd. Na het nodige dubben en heroverwegen koos ik de gepaneerde sardientjes en de pasta met kippenlevertjes, Louise hield het op de carpaccio en de ravioli gevuld met carne in een saus van spinazie, room en truffel.
Omdat het tussen de middag was en we nog een hele dag voor ons hadden, dronken we wijn per glas. Ik bedoel: we namen niet meteen een hele fles, hoewel we er, na de opsomming door Fina van wat ze in huis hadden, goed genoeg voor waren. Een amarone, daar doe je bij wijze van spreken een dubbele moord voor.
Theorie: sardientjes is manneneten
De sardientjes waren heerlijk. Louise noemt het altijd manneneten, ze heeft daar een theorie over. Ik (man) houd inderdaad erg van de geur van geroosterde sardientjes zoal die in Lissabon en dat soort steden om elke straathoek je neus in waait. De daarbij horende robuuste smaak had dit gerecht niet; het was juist heel zacht, ook door de combinatie met stukjes gesmoorde paprika. Het brood was heerlijk luchtig, we kregen nog extra olijfolie om het in te dopen.
Dan komen de hoofdgerechten. Op de omvang van de porties wordt niet beknibbeld. Waarschijnlijk vinden ook Siciliaanse moeders (want de familie Vona komt uit Sicilië) dat je goed moet eten. In mijn geval zijn de kippenlevertjes precies lang genoeg gebakken. Ik draai de spaghetti om mijn vork, prik er een levertje aan en proef hoe de smaken en structuren een verbond aangaan. Ik zeg het maar zoals het is. Man, ik zou ook wel een Siciliaanse moeder willen!
Maar na een half bord moet ik passen. Dat is dan weer het fijne van moeder Vona: ze zegt niet dat je je bord moet leeg eten.
In dat kleine keukentje wordt trouwens hard nagedacht over een nieuwe kaart. Eh, een nieuw bord. Want nu het voorjaar in de lucht zit, is de tijd aangebroken voor nieuwe, frisse smaken.
Heb ik het trouwens al over vader Salvatore gehad? Hij is 78 en werkt nog elke dag in A Proposito. En ook al gaat hij 's middags wel eens kaarten, 's avonds is hij weer in de zaak. Een familieman.