Malaria, al in de 18e eeuw zorgde deze ziekte voor een hoop problemen in de wereld. ‘Ja, heel vervelend’, denk je nu, ‘maar waarom lees ik dit op de Buik?’ We gaan voor het antwoord terug naar het India van de 18e eeuw. Daar voer de Britse Oost-Indische Compagnie af en aan. En hoewel daar een hoop controversieels is gebeurd, gaan we terug naar één ministukje uit die geschiedenis dat wat minder controversieel is.
Kinine

Op de boten van deze Compagnie was malaria namelijk een groot probleem. Gelukkig bestond er een stofje, kinine. Het voordeel van kinine: het was het eerste geneesmiddel tegen malaria. Het nadeel: het is ontzettend bitter. In de tonic van destijds zat kinine – nog steeds trouwens, maar een stuk minder – dus gaven de officieren de malaria-patiënten tonic. Om de bittere smaak van de tonic te maskeren, voegden ze er water, suiker, limoen en, last but not least, gin aan toe. En zo ontstond de gin-tonic.
Foodpairing

Met deze geschiedenisles in het achterhoofd, nemen we je mee naar de Oudedijk in Rotterdam. Daar zit Bomm Bar Bistro. En Bomm heeft een nieuw concept. Geen drankjes die worden aangepast op je menu, maar andersom. En dat met gin-tonics. Dat houdt in: vijf gin-tonics met vijf bijpassende gerechtjes, voor €45,-.
We kunnen je wel elke gang uitleggen, maar dat maakt het misschien wat minder spannend. Toch willen we je een klein inkijkje geven in de gerechten en de gins. Alles is gebaseerd op foodpairing. Bepaalde smaken van je gin-tonic komen weer terug in je gerecht. Zo dronken we een Slagersgin met Indian tonic. Daarbij kregen we rib-eye, truffelaardappeltjes en gekarameliseerde knolselderij. De vleeskruiden in de Slagersgin combineerden mooi met het vlees en het gerookte zout in het gerecht combineert met de gerookte sinaasappel in de gin. Het vetje van de grainfed rib-eye smelt op je tong. “Lekker hè?”, spreekt de jongen die ons bedient aan, “Dit is mijn favoriete gerecht.”
Van Schiedam tot Japan

Eigenaar Steven Cheng probeert echt vernieuwing te scheppen met zijn gin-tonics. We krijgen bij de eerste gang al een gin-tonic met een pipetje honing. En ergens in die vijf gangen staat ook een ontzettend frisfruitige lichtblauwe gin-tonic op je te wachten. Natuurlijk gekleurd door zeewier, groenten en fruit. Bij Bomm nemen ze je op die manier mee op reis dwars door de wereld. Van Franse mosselen tot Australische runderen. Van Schiedamse gins tot Japanse biet. En het is allemaal top. De gerechten zijn afwisselend, vullen precies genoeg, zien er mooi uit en smaken ook nog eens ontzettend goed.
Vergeet de tijd even

Voor ons gevoel zaten we anderhalf uur in Bomm. De realiteit was dat we inmiddels al drie uur dineerden. Dit is dus geen snelle-hap-en-wegwezen-concept. Het is bedoeld om de tijd voor je eten te nemen. Dat heeft mede te maken met Steven. Hij enthousiasmeert je met zijn verhalen over koken. Dat enthousiasme inspireert je om meer te leren over zijn gerechten. Om je af te vragen welke smaken je proeft en waarom. Waarom je mond lichtelijk tintelt van één van de gins bijvoorbeeld – ooit gehoord van timut peper? – of waarom je bij je dessert toch even kort terugdenkt aan je vleesgerecht.
Ben je een gin-tonic fan en wil je het een keer op een andere manier beleven, dan raden we je van harte aan om dit concept eens te proberen. Ons rest alleen nog een kort dankwoord. Dankjewel, Steven, ober en koks, voor de mooie gerechten die feilloos pasten bij de gin-tonics. Dankjewel, Steven, voor de uitleg, de interessante gesprekken en dit vernieuwende concept. En, vooruit dan maar, ook nog wel even een kleine dankjewel, Britse officieren, voor het bedenken van dit drankje.