Zo eens in de zoveel tijd komt mijn vader bij mij lunchen. Hij is geboren en getogen in Zuilen, gaan samenwonen en een gezin gesticht in Hoograven, verhuisd naar Tuindorp voor de daaropvolgende twintig jaar, dus veel Utrechtster dan hij krijg je ze niet. Toch heeft er op een gegeven moment in zijn harses het belachelijke idee postgevat om ons prachtige Stadsjie in te ruilen voor - ik krijg het bijna mijn strot niet uit - Bbbodegraven. Ik was toentertijd zestien en je kunt je voorstellen hoe ik na twee jaar weer terugkeerde: hysterisch gillend en schuimbekkend van opluchting. Mijn vader daarentegen, de schoft, heeft Utrecht nooit gemist. Helemaal niks van die stad zal je je misschien afvragen? Nou, misschien één dingetje dan, en dat is het broodje Mario.
Elke keer als hij bij mij komt lunchen rijdt hij langs het kraampje van La Piazza Basilico op de Utrechtse woonboulevard om daar twee Italiaanse bollen te halen. En nu zullen er onder jullie lezers waarschijnlijk verontwaardigde stemmen opgaan die zeggen dat daar niet de echte broodjes Mario vandaan komen. Dat ‘echte’ broodje Mario, een knapperige Italiaanse bol belegd met kaas, salami, chorizo, groente en pepers, is namelijk bedacht door Mario Nistro, een Italiaan die in de jaren ‘70 naar Utrecht kwam om het te gaan maken als drummer. Toen dat niet wilde lukken nam Mario in 1977 een pizzakraam op de Oudegracht over en breidde hij het assortiment uit met het inmiddels bekende broodje.
Broodje Mario is inmiddels een beschermde naam
Broodje Mario was niet meteen een daverend succes, in die tijd moest men toch even wennen aan die pittige chorizo en die groene pepertjes, maar van lieverlee ging de Utrechter ervan houden en nu worden er volgens sommige bronnen zo’n 2.000 per dag van verkocht; bij de kraam op de Oudegracht en de winkel schuin aan de overkant, grenzend aan de bakkerij die voor de bevoorrading van de verse bollen zorgt.
Mario is inmiddels overleden, de zaak wordt succesvol voortgezet door zijn zonen. Tot nu lijkt het een rimpelloos prachtverhaal voor in de boeken, maar gelukkig is er toch een vleugje Italiaans familiedrama te vinden: toen de broer van Mario, Gervasio, ook wel Gerry genoemd (onthoud dit ogenschijnlijk banale feitje), op het station zijn eigen Italiaanse broodjeszaak wilde beginnen en het gerucht ging dat hij zijn broodjes ‘broodjes Mario’ wilde noemen, iets dat hij zelf overigens ontkent, hebben zijn neven, de zoons van Mario, daar een juridisch stokje voor gestoken en Broodje Mario is nu een beschermde naam.
En zo komt het dat je op het station een broodje kunt kopen dat er precies hetzelfde uitziet en even duur is als het beschermde Broodje Mario maar verkocht wordt als Broodje Gerry… Onder welke naam de broodjes op de woonboulevard worden verkocht weet ik niet, maar wel dat ze overheerlijk zijn. Mijn vader en ik zijn niet de enige die er zo over denken, want er staan vaak enorme rijen. Mocht je in de buurt zijn, neem dan die met ansjovis, die is echt delizioso!!