De keuken heeft een maand de tijd gehad om te kunnen warmdraaien: de Buik gaat proeven bij Familierestaurant Acerno, in het spannende Werkspoorkwartier met z’n industriële loodsen en creatieve broedplaatsen.
De keuken heeft een maand de tijd gehad om te kunnen warmdraaien: de Buik gaat proeven bij Familierestaurant Acerno, in het spannende Werkspoorkwartier met z’n industriële loodsen en creatieve broedplaatsen.
Buiten is het aardedonker: waar is het ook alweer? Eenmaal uitgestapt – parkeren is hier nog gratis! - ruiken we meteen dat we goed zitten. Oh nee, we zijn bij de buren: een paar mannen met baarden staan op een stenen plaatsje lamsgehakt-spiezen te roosteren op een klein model braai.
Wij moeten een deurtje verder richting een loods met vrolijk gekleurde lampjes. Het is het domein van Familierestaurant Acerno, onderdeel van NAR: een club, podium, bar, expositieruimte én restaurant.
Via een overdekt terras is het even zoeken waar we naar binnen kunnen: we gaan af op het gezellig geroezemoes en de lekkere vibes. Het is behoorlijk druk deze vroege vrijdagavond: bijna alle tafels, ook de hoge met krukken, zijn bezet.
In een zijkamer, waar de deur wijd open staat, is een bedrijfsborrel aan de gang. De jonge medewerkers (veel vrouwen in jumpsuit) vermaken zich, net als de restaurantgasten, bij jaren zeventig- en tachtig-pop. Santana’s ’She’s not there’ en Softcell’s ’Tainted Love’: we vinden het allemaal lekker.
De inrichting van Acerno, waarbij de toevoeging ‘familierestaurant’ niet zozeer slaat op gezinnen alswel het familiegevoel dat je er krijgt, is niet per se Italiaans. Dat is helemaal niet erg.
We voelen, ook letterlijk, warmte. Door de hartelijke ontvangst en door de straalkacheltjes die tussen de verticale tl-lampen aan het plafond hangen.
Op de houten tafeltjes staan kleine vaasjes met bloemen en waxinelichtjes en er wordt – supergastvrij - direct een karaf water met iets lekkers neergezet: kleine olijfjes en ultradunne grissini (soepstengels).
We hadden thuis de kaart al bekeken en bestellen, bij een goed glas Verdiccio, arancini: gefrituurde Siciliaanse risottoballetjes. Bij Acerno krijg je er één, in een groot formaat, waardoor de arancino (enkelvoud) nog meer lijkt op de vorm van een sinaasappel, waarnaar deze bekende Italiaanse snack is vernoemd.
Onze arencino is, als een cadeautje, verpakt in paars radicchioblad, met Parmezaanschaafsel erover, en wordt geserveerd in de cacio e pepe-versie. Dat wil zeggen dat er alleen rijst en kaas is gebruikt, naast versgemalen peper. De geur is heerlijk. De smaak ook, al had de rijst iets meer al dente mogen zijn.
Als primi (eerste gerecht) kiezen we voor de buisjesvormige ditalini e fagiolo. Plat gezegd: pasta met bonen. ‘Armeluisvoedsel’ zal Aurelio Luliano later zeggen die het restaurant heeft opgestart met vriend en kok Vito Avallone die, net als hij, uit het bergdorpje Acerno komt, in de Zuid-Italiaanse provincie Salerno.
Met de Utrechtse kok Huib Appel heeft Vito het menu ontwikkeld en dat pakt met name in dit tussengerecht heel goed uit: je proéft de kracht van eenvoud.
Het ene hoofdgerecht (secondi) is een klassieker: ossobuco of kalfsschenkel, opgediend in een schaaltje met lekker veel jus waarin je het bijgeleverde stuk foccacia kunt dopen. Leuk idee om de gegrilde bospeen in z’n geheel te serveren, naast stukken bleekselderij. Het vlees is helaas net niet gaar genoeg, maar de smaken kloppen.
Het andere hoofdgerecht is pizza ‘van eigen deeg’: het recept is topsecret. Het is moeilijk kiezen. Nemen we de Capricciosa sfiziosa, met paddenstoel en artisjok als smaakmakers, of toch, om het oneerbiedig te zeggen, het instapmodel: de Regina Margherita.
Het wordt de laatste, in 1889 vernoemd naar koningin Margherita en ‘belegd’ met niets anders dan de Italiaanse driekleur: tomatensaus, fior di latte (mozzarella van koemelk) en basilicum.
Voor mensen die een knapperige bodem gewend zijn zal het even wennen zijn deze Napolitaanse pizza: die is zachter en natter dan de Romeinse en heeft een hoge rand. Met de bijgeleverde schaar kun je ‘m in de gewenste maat knippen.
De knapperigheid is afkomstig van de bijgeleverde radicchio salade met grapefruit en citrus-honingdressing. Met een glas Montepulciano erbij zijn we helemaal tevreden met deze Utrechtse vertaling van de cucina povera, de arme keuken die wordt gekenmerkt door een minimale verspilling en een optimaal gebruik van ingrediënten.
Daarom snappen we de panna cotta niet helemaal: het wel heel erg romig uitgevallen Italiaanse roompuddinkje heeft een dakje van crumble en in balsamico ingelegd fruit. Houd het simpel, zouden we zeggen.
Het shotje meloncello (variant op limoncello) is daarentegen een shotje in de roos. “Gemaakt door mijn tante”, zegt Aurelio met een brede glimlach. Zuid-Italiaanse warmte en gastvrijheid typeren Familierestaurant Acerno. Leuke tent!
Restaurant Concours in Utrecht biedt fine dining met seizoensproducten, verfijnde gerechten en topservice. Proef de beignet of dineer bij de wine & foodbar.
Binnen een paar uur sta je in Antwerpen, waar je heerlijk een weekendje kan vertoeven. De Buik geeft een paar goede tips voor en alomvattend weekend.
Wij hebben zes leuke en nieuwe desembakkerijen uit Utrecht voor je op een rijtje gezet, waar ze veel meer dan alleen desembroden verkopen.
Geniet van de volgende voordelen: