In het hart van de binnenstad, om de hoek bij de Haagsche Bluf, zit LaSalle. Dit Franse restaurantje in de Nieuwstraat is een onopvallend zaakje, maar dat zijn vaak de beste. Bij LaSalle draait het om koken met de seizoenen en vers zonder poespas, in een ontspannen sfeer. De Buik werd uitgenodigd om te komen proeven.
Ontspannen en intiem

Als we, na een hectische dag, LaSalle binnenlopen valt er gelijk een gemoedelijke rust over ons heen. Serveerster Olimpia wijst ons een tafel en Eric, eigenaar en chef-kok, komt even hallo zeggen.
Hier geen kleine bistro met opeengepakte tafeltjes in een kakofonie aan geluiden, maar comfortabel meubilair met genoeg bewegingsvrijheid in een intieme, rustige omgeving. Samen met het bloemenbehang en de Franse accessoires resulteert dit in een fijne ontmoetingsplek, zoals Eric de naam van het restaurant vertaalt.
De naam verwijst voor hem niet alleen naar een plaats van ontmoeting, maar ook naar een Frans dorp waar hij fijne vakanties doorbracht bij opa en oma. Frans bloed in de aderen, dat geeft een culinaire voorsprong.
Wisselende seizoensgebonden kaart

Op de kaart zien we een driegangenmenu. Het concept bestaat uit verse, ongecompliceerde gerechten met vis, vlees en vega per gang om uit te kiezen. Is drie gangen te veel, dan kun je ook voor losse gerechten gaan. Alles voor schappelijke prijzen.
Eric kookt seizoensgebonden met een maandelijks wisselend menu. Alleen biefstuk met frites is een vaste aanwezige op de kaart. Naast Franse klassiekers zijn er ook uitstapjes naar buurlanden. Zo staat er deze maand een lasagne met zeevis op de kaart. Er wordt altijd “op zijn Frans gekookt, zonder fratsen”, zoals Eric het verwoordt.
Wijn en spijs

Je verdrinkt niet in de wijnkaart, die is bescheiden. Wij geven de keuze uit handen en krijgen een fijne frisse viognier sauvignon blanc bij het voorgerecht.
We hebben al wat vers brood met lekkere, krachtige kruidenboter gekregen, maar de officiële aftrap van ons diner is een couscous-venkelsalade met gebakken sardinefilets. De anijsachtige smaak van venkel met de korrelige structuur van de couscous sluit goed aan bij het zout-vettige van de sardines.
Vegan Wellington

Onze keuze voor het hoofdgerecht is de “Wellington” van artisjok en champignons. Het vlees van de beroemde beef Wellington is hier dus vervangen door groenten. Al klopt deze bewering eigenlijk niet, want artisjok is de bloemknop van een distelsoort. Dus geen groente, maar een vrucht.
De deegkorst is goudbruin en goed gevuld. De jus van eekhoorntjesbrood geeft het gerecht net wat meer diepte. De zachte, licht bittere smaak van artisjok komt goed naar voren. Artisjok staat erom bekend andere producten, zeker ook wijn, anders te doen smaken. Vooral rode wijnen lijden hieronder en neigen ernaar metaalachtig te gaan smaken. Witte wijn is het algemene advies bij artisjok en de witte sylvaner uit de Elzas die Eric ons aanbiedt, houdt zich goed staande en smaakt er prima bij.
Ondanks dat het gerecht met een royale portie gesneden groenten komt, had een kleine groene salade, zoals je die veel ziet in de Franse keuken, een fijne frisse toevoeging kunnen zijn.
Drie gangen worden er stiekem vier

Als dessert stelt Eric voor dat we eerst een eenpersoons kaasplankje delen en dat te herhalen met het petit grand dessert. Wij volgen die suggestie graag op, waardoor het driegangenmenu aanvoelt als vier gangen.
Het kaasplankje bestaat uit vijf kaasjes. De eerste twee zijn beide camembert, desalniettemin is het een goede verdeling van regio’s en smaken. De wat pittige camembert heeft een korst met calvados broodkruimels, een dubbel Normandisch kaasje dus: zowel camembert als calvados heeft zijn wortels in Normandië.
We zijn verzadigd, maar de aantrekkingskracht wint. Het kleine grand dessert is een bord vol minitoetjes: crêpe Suzette, crème brûlée, chocolademousse, bavarois en een soesje met ijs. We eten ze alle vijf met veel smaak en zonder enige moeite op. De wijn, een Jurancon Prestige d’Automne, is wederom goed gekozen. Niet te zoet, met subtiele tonen van abrikoos en honing, zeer goed in balans.
Flink terras

We praten nog even na met Eric, die ons ook het terras laat zien. Niet een paar vierkante meter zoals je vaak ziet in de binnenstad, maar een flink terras. Door de ommuring ook hier sfeervolle rust. Een extra reden om nog eens terug te komen, al hadden we die niet nodig. LaSalle is een ontmoetingsplek met Franse flair, waar kwaliteit en ontspanning centraal staan.