In de keuken van restaurant Fritschy doen ze graag alles zelf. Als het menu erom vraagt draaien ze zelf pasta, bakken ze brood, maken ze bonbons en plukken ze bloemen uit de moestuin. Als het even kon, zouden ze er zelf wijn maken of jenever stoken. Maar dat is best een hoop gedoe. Likeuren: daar wilde chef-kok Robbert van Gammeren zich wel aan wagen.
Likeuren maken is eigenlijk net zo iets als thee zetten of bouillon trekken: je gooit een aantal ingrediënten in een vloeistof – in dit geval alcohol - en je laat het een tijdje trekken. Je stookt dus niet zelf, maar je kunt wel eindeloos variëren met wat je op alcohol zet. Dat geeft je de kans zelf smaakcombinaties te maken: net als wat een kok doet als hij een nieuw gerecht kookt.
Niet zo zoet
Robbert van Gammeren, de man achter de likeuren van Fritschy, houdt zelf niet zo van zoete drankjes – opvallend voor iemand die likeuren maakt. Zijn uitleg is overtuigend: veel bekende likeuren zijn niet gewoon zoet, maar héél erg zoet, een soort suikerwater waarvan je tanden spontaan beginnen uit te vallen. Robbert maakt daarom likeuren met minder suiker. Nog steeds zoet – het is tenslotte likeur, maar op een prettige manier. En vergeet niet dat je zo'n drankje bij de koffie drinkt in Fritschy – misschien krijg je er wel een zelfgemaakte bonbon bij – daar mag wel iets zoets bij.
Limoncello
Robberts doe-het-zelven is ontstaan uit het idee dat zelf maken vaak een beter product oplevert. Dat idee inspireert hem ook bij het maken van likeuren. Een mooi voorbeeld van dat idee is zijn limoncello, die heel precies naar citroen smaakt en niet té zoet is. De limoncello komt uit een fles van een bekende drankenproducent waar het etiket vanaf is gehaald. De naam van de likeurengigant is nog te lezen op de hals van de fles: 'lege flessen genoeg hier', legt Robbert uit.
Scheurbuik
Tegenwoordig bottelt hij ook zelf. Dat begon toen hij ter gelegenheid van Ketels aan de Kade, een foodfestival in Delfshaven met als thema 'Rotterdams eetverleden', een likeurtje maakte. Vrij associërend ('VOC, Pilgrim fathers') koos hij daarvoor de toepasselijke ingrediënten sinaasappelschil, kruidnagel en jeneverbes. De naam van het drankje werd 'Scheurbuyck'. Hadden ze maar van Robberts likeur kunnen drinken op die VOC-schepen, dan was er een stuk minder scheurbuik geweest! Tijdens het festival in Delfshaven gingen de flesjes als zoete broodjes, nou ja drankjes dus, over de toonbank. Dat bottelen heeft Robbert er in gehouden.
Slaapmutsje
De 'Scheurbuyck' smaakt opvallend zuiver en is ook 'hoog op smaak', zoals dat heet. Veel sinaasappel en veel kruidnagel. Die smaken doen het goed bij de jeneverbes. Die jeneversmaak wordt nog versterkt door het gebruik van een deel jenever in deze likeur (naast neutrale basisalcohol, die Robbert inkoopt). Spannend is ook zijn anisette (van steranijs) die een gelaagde, 'diepe' smaak heeft met iets van noten. Voor de kerstlikeur met de naam Hartverwarmertje, gebruikte hij sinaasappel, kaneel en Spaanse peper. Als je geen zin hebt in cafeïne, maar wel koffie wilt proeven en nog een slaapmutsje kunt gebruiken is er de koffielikeur. Ook die ruikt en smaakt écht naar koffie. Robbert laat me een koffielikeur ruiken van een bekend merk. Die ruikt vooral naar caramel en snoep.
Ook per fles
Het gaat hem om de 'pure basissmaken' van de ingrediënten. Zo'n likeurtje laat je de essentie van de citroen, anijs of koffie proeven. Van de likeuren drink je in Fritschy na de maaltijd een glaasje (of twee). Maar ze zijn ook te koop in flesjes van 225 ml (€ 10 per fles). Bij Fritschy uiteraard. Robbert maakt kleine hoeveelheden – vergeet niet: hij doet het naast zijn andere werkzaamheden – dus wees er snel bij als er voorraad is, of wacht geduldig af tot de nieuwe productie klaar is.