Mijn oom uit Napels komt op bezoek, hem mee uit eten nemen is geen makkelijke kwestie, zeker niet als de eigen Italiaanse keuken geen optie is. Hij wil graag naar de Chinees. Genoeg mogelijkheden, maar een beetje indruk maken zou ook wel fijn zijn. Ik kies voor een oude vertrouwde: op naar Tai Wu.
Vanaf het Centraal Station, waar ik mijn oom Leen ophaal van de trein, is het niet ver lopen naar Tai Wu op de Mauritsweg. De kleine felrode façade van het restaurant valt direct op. Binnen bevind je je onmiddellijk in een andere wereld. Het eerste wat mijn oom opvalt is de immens grote ruimte, in ieder geval genoeg plek dus. We lopen op de Chinese brigade af die ons met een grote glimlach verwelkomt.
Rap weten wat je eten wilt
We worden begeleid naar onze tafel en voordat we zitten wordt er al gevraagd of wat we willen drinken. Een kop groene thee en een Tsing Tao, heerlijk Chinees gebrouwen bier. Als je graag bier drinkt is dit een aanrader: het is een fris, zacht, opgewekt biertje dat je zo uit je winterdipje helpt. We krijgen dit binnen no time geserveerd, tegelijk met de menukaart. Heel snel staat er weer iemand aan onze tafel. 'Keuze gemaakt meneer?' Als je het aan de bediening overlaat heb je binnen een half uur gegeten en gedronken, wat verder niet erg is maar we hebben wat catching up to do. Het blijkt echter tevergeefs, we raken constant afgeleid door de flanerende bedieners met al dat heerlijke eten en hebben ondertussen zelf ook wel goeie trek gekregen. Tijd om te bestellen.
We hanteren de Italiaanse aanpak: eerst wat ‘Chinese antipasti’ en daarna kijken we hoeveel plek er nog over is. We nemen het ervan tijdens de eerste ronde. Een halve eend met flensjes, saté, een bord kroepoek, dim sum (in dit geval de pikante inktvis) en voor beiden een oester. Om mee te beginnen. Alles staat uitermate snel op tafel en we voelen ons koningen die aan het feestmaal mogen beginnen.
De geheimen van de magie
De inktvis is perfect op smaak, mooi mals en licht pikant. Beiden hebben we een plus-size oester, wat een redelijke understatement is. De saté en kroepoek vormen samen ook een mooi één-tweetje en als klap op de vuurpijl is daar dan de eend met flensjes. Dit laatste gerecht valt op. Het glanzende eendenvlees ligt op een bedje van kroepoek, daarbij horen een bord Chinese sla en komkommer en de in een stoommandje geserveerde flensjes. Naast dit alles wordt er een klein schaaltje met sojasaus op tafel gezet. Dit is geen normale sojasaus, dit blijkt het component te zijn dat alles bij elkaar brengt. Ik vis bij de bedienster naar het recept van het sausje, die kijkt me vriendelijk aan, houdt wijselijk haar mond en loopt terug naar de bar. Geheim, dat kon ook niet anders. Goed, terug naar het eten. Dat heerlijk zachte flensje gecombineerd met het hartige van de eend, de frisheid van de groenten en de lichte zoetheid van deze zwarte, stroperige sojasaus: het is een lange tijd geleden dat we van zóiets lekkers hebben genoten.
We hebben na deze eerste ronde eigenlijk al genoeg gegeten, maar het is allemaal zo lekker dat we toch nog iets bestellen. Bob Marley zei het al: ‘Them belly full but we hungry’. We gaan nog voor de Chia Sieuw en de ossenhaas. Beide ook heerlijk, waarbij ik kan aanraden om de Chia Sieuw zonder saus te nemen. Wat in dit geval geldt: less is more.
We drinken onze drankjes op en rekenen af. Als we naar buiten lopen zegt mijn oom: ‘Man, wat heb ik genoten’. Een tevreden Italiaan terug naar huis sturen, ik slaap vanavond ook weer goed.