Toegegeven, de rechtgeaarde Rotterdamse in mij moet wel even slikken om stroomopwaarts langs de IJssel haar weg naar Capelle te vinden. Met zo'n overweldigend aanbod aan sterwaardig eten in Rotterdam moet je wel een heel goede reden hebben om al die nog niet bezochte resto's even te laten voor wat ze zijn. Die reden is restaurant Perceel, sinds juni 2010 in het Oude Raadhuis in Capelle aan den IJssel gevestigd.
Zestien maanden na de opening werden chefkok Jos Grootscholten en gastvrouw Sharon Tettero al bekroond met een Michelinster, tot hun eigen niet geringe verrassing. Toen in 2012 daar van Gault-Millau de 'Belofte van het Jaar' bij kwam, was de reputatie van Perceel definitief gevestigd. En dat wilden we weleens meemaken.
In het donker zien we langs de IJssel het baken van licht van het oude raadhuis op de dijk aan het water en onze speekselklieren beginnen al prettig te werken bij de gedachte aan wat komen gaat. We worden hartelijk ontvangen en naar binnen geleid in een mooie, hoge ruimte met enorme ramen, een houten vloer, kroonluchters en houten tafels. Het is nog redelijk vroeg, maar we zijn vrijwel de laatsten die arriveren in de verder al volle zaak.
Smaken van eigen perceel
Eerst maar eens een glaasje! Champagne voor de dames en de heren krijgen een glas rode wijn uit de decanteerkaraf: een Chileense pinot noir van Montes Valle de Casablanca. Het blijkt een blijvertje, want na een overigens heerlijke chardonnay uit de Languedoc (die wat mij betreft qua smaak aanschurkt tegen een meursault, maar sommelier Maarten vindt dat vloeken in de kerk...) gaan we allemaal verder met de pinot noir.
Wat er daarna over onze tong buitelt en daarbij ook andere zintuigen prikkelt (ja, het oog wil ook wat): je had erbij moeten zijn. Grapje natuurlijk, maar ga het vooral zélf zien en proeven. Chef Jos werkt met een prettig kleine kaart: een vier- of zesgangenmenu en een paar gerechten à la carte. De kaart wisselt met het seizoen; elke acht weken is er een nieuw menu. Jos haalt zijn inspiratie uit smaken en geuren die bij hem herinneringen oproepen en die passen in het seizoen. Veel van de slasoorten, bloemen en groenten als komkommertjes, spitskool en broccoli komen uit z'n eigen moestuin: zijn perceel naast het raadhuis.
Geen fratsen, poeha, tralala
Als kleine hapjes bij het aperitief komt er allerlei spannends voorbij: een chipje van rode kool, een kruiwagentje met een pompoenkoekje en een tartelette van ui en pastinaak. Heerlijk! Als we vervolgens onze menuvoorkeur (doen we vier of zes gangen, graag iets anders voor die ene vegetariër die weleens vis maar geen vlees eet), komt er ook een amuse langs: voor mij een lauwwarme oester à la meunière en voor de anderen een zacht gegaard stukje ossenstaart op een chili con carne-crème van bruine bonen, paprika, zoetzure ui en mosterdzaad. Bam, wat een heerlijke en verrassende smaken!
We laten de glazen nog eens volschenken, zakken rustig onderuit in onze stoelen en nemen even de tijd om rond te kijken. Wij zitten op een klein verhoginkje met aan twee kanten ramen. Bij onze voeten blaast zachtjes een verwarming, zodat we geen kou lijden. Alle tafels zijn bezet op deze woensdagavond – er is plaats voor 34 personen. Er staat een bar aan de kant van de muur en achterin kun je met enige moeite de halfopen keuken inkijken. Het ziet er plezierig sober, elegant en warm uit, in dat prachtige Oude Raadhuis. Geen fratsen, geen poeha, geen tralala, maar alle aandacht voor de mooi opgemaakte borden. En daarbij heel plezierige en deskundige bediening die niet elke vijf minuten komt vragen of 'alles naar wens' is. Een verademing!
Bordaflikkend lekker
En dan nu toch echt: wat aten we? Om te beginnen een 'sandwich van gamba': krokant tramazino-brood, heel dun met daartussen gamba, geserveerd met peterseliewortelcrème en een vinaigrette van bladpeterselie en zoetzure sjalot. Een schilderijtje om te zien en met een prachtige afwisseling van smaken. Toen kwam die heerlijke winterkabeljauw, skrei, voorbij. Wat vetter, voller en zachter dan kabeljauw. En de skrei lag er erg smakelijk bij op een crème van courgette, een vinaigrette van waterkers en dragon, gepofte rijst en een jus van vongole. Bordaflikkend lekker, maar ik heb me ingehouden.
Bij het hoofdgerecht nam ik een andere afslag dan mijn disgenoten, die zich vergrepen aan een op het karkas gegaarde en losgesneden eend met een crème van groene kool, gedroogde palmkool, bundelzwammetjes, veenbes en raapsteeltjes. En voor mij (geen meelij met deze vegetariër!) aquarello risotto met maïs, oude kaas en truffel-boletenschuim. Zeer umami!
De dames besloten het dessert in te ruilen voor een bordje kazen, wat een belevenis op zich was. Sommelier Maarten bleek net in de jury gezeten te hebben voor de verkiezing van de lekkerste kaas van Nederland, dus er kwam een bord op tafel met vijf prachtige kazen (utopia, royal briard, adrahan, shropshire blue, overjarige van boerderij Verweij) en drupjes stroop, honing, kweepeer en zo, om de smaak nog wat meer luister bij te zetten. We dronken onze laatste slokjes pinot noir er met plezier bij op.
Kletskop en bokkenpootjes als toegift
De heren kregen een sorbet van bloedsinaasappel, crème van kastanje, specerijenkoekje en granité van venkel.
In de mensen een welbehagen... Zou je denken, maar toch kwam er nog een kleine toegift bij de koffie: yoghurt-marshmellow, piepkleine bokkenpootjes, chocolade-passievruchtmacaron en een kletskoprolletje met peermousse.
Meer dan voldaan en zuchtend van culinair geluk slingerden we daarna weer stroomafwaarts terug naar Rotterdam. Ja, om met Michelin te spreken: vaut le détour, het omrijden waard. Zeker als in de zomer het terras op de kade ook open is...
Foto boven: Jos Grootscholten en Sharon Tettero.
Foto hieronder: Signature-dish voor 'Belofte van het Jaar' van Gault-Millau: rauwe coquille, crème van champignons en rauwe champignons, zwarte quinoa, komkommer, gel van zuurkool. Takjes van kervel in poeder van champignons en broccolibloemen.
