Sinds de horecaopening dient de binnentuin van het Pompstation als pop-up lunch terras. De binnentuin werd voorheen eigenlijk alleen gebruikt voor diner op mooie zomeravonden. Wij spraken eigenaar Laurens Stegge en manager Marc Troost en vroegen hen hoe het gaat. “We gaan weer beginnen dus dat is spannend. De vele gasten die wij de afgelopen tien jaar in de avond hebben gehad hopen wij nu ook overdag te ontvangen.”, vertellen Stegge en Troost.
Trillende vloeren
We nemen je graag mee terug in de tijd. Het Pompstation is sinds 1912 een watergemaal dat diende om het afvalwater van het Oosten van Amsterdam af te voeren. Voorheen stonden op de begane grond in het gebouw grote pompen die al het regen- en afvalwater uit deze polder via een smeerpijp – ook waar de uitspraak vandaan komt – richting de toenmalige Zuiderzee pompten. Later zijn de pompen naar beneden gegaan en maakte de ruimte plaats voor een machinehal van Waternet.
Tien jaar geleden mocht het Pompstation in het monumentale en historische pand een restaurant beginnen. “Het is een beetje de sobere Amsterdamse school - sober in de zin van hoe mooi alles nog gedetailleerd is - het is een heel bijzonder multifunctioneel gebouw.” Het is een industrieel gebouw met hoge plafonds waar je je ogen uit kunt kijken en waar je de trillingen van de waterpompen in de vloeren lichtjes voelt. Zo hangen er ook nog klokken die het Amsterdamse waterpeil aangeven. ”Veel mensen zijn ook verrast als ze binnenkomen, veel mensen weten niet dat dit hier zit.”

Dubbeldoel koeien
Het Pompstation stond lang bekend om de vleesgerechten op de kaart. “We hebben een bijzonder concept verzonnen tien jaar geleden en dat is met de dubbeldoel koeien”, vertelt Stegge. Dubbeldoel koeien hebben een dubbele functie. Het zijn Holstein melkkoeien die na vier jaar onderdeel geweest te zijn van de melkproductie zo goed mogelijk aangesterkt worden voor mooie stukken vlees. “Doordat ze vier jaar in de wei hebben gelopen zijn ze ook enorm mooi gemarmerd. En het is natuurlijk ook duurzaam”, aldus Stegge. “Het is gewoon een blije koe en dat proef je ook echt”, vult Troost aan.

Vis, vlees en vega
Het Pompstation is ook gaan nadenken over wat ze nog lieten liggen, er is ondertussen een nieuwe manier van eten ontstaan: gezonder, minder vlees en meer vegetarisch. Chef Karijn Molema heeft haar eigen veganistische zaak gehad in Nieuw-Zeeland en stelt hoge eisen aan de duurzaamheid van het vlees, vis en bijvoorbeeld oesters. De lijntjes met de leveranciers zijn kort, daarom heeft ze in coronatijd de tijd genomen om met de chefs op bezoek te gaan. Doordat ze ervaring heeft met de veganistische keuken heeft zij affiniteit met het ontwikkelen van vegetarische gerechten. “Zo hebben we aubergine tamarinde, een heel mooi gerecht met wilde rijst en een schuim van kokos”, vertelt Troost. Op de lunchkaart is de aubergine tamarinde, samen met een aantal gerechten die we kennen van de avondkaart, zoals de steak tartare, côte de boeuf en kreeft te vinden. Het Pompstation hoopt snel een mooie selectie aan drie, vier of vijf gangen menu’s te serveren die naar wens vegetarisch, met vis of vlees te bestellen zijn.
Twee open wijnen bij elk gerecht
Bij ieder gerecht is er een keuze aan twee open wijnen. “We vinden het leuk om mensen bekend te maken met goede wijn-spijs combinaties. Met vegetarische gerechten merken we ook dat het snel bitter kan worden, dus dan moet je weer wijnen uitkiezen zonder bitters.” Wij mochten de carpaccio proeven, die heerlijk op tong smelt, het is kwalitatief vlees en dat proef je. Samen met een licht fruitig glas Gaglioppo is dit een perfecte combinatie.
Een echte avond uit
Het Pompstation wil de beleving van een avond uit mee geven. Zodra het weer kan klinkt hier iedere vrijdag, zaterdag en zondag een jazzgeluid. “De afgelopen jaren hebben wij een hele leuke samenwerking met de studenten van het conservatorium. Wij hebben hiervoor ook een programmeur in dienst die heel veel muzikanten kent”, vertelt Stegge.
“Als je hier zit te eten kun je ernaar luisteren maar ook nog een goed gesprek voeren, dit kan in dit gebouw omdat wij hier goede akoestiek hebben. Onze bijzondere keuken de sfeer in dit historische monumentale pand, de livemuziek 's avonds, dat is voor mij het plaatje van uitgaan.”
