Businesses with a bigger goal: Jack Bean

Sociaal ondernemers stellen de maatschappelijke missie van hun bedrijf voorop. Jack Bean, de plant-based fast cuisine die niet te missen is als je het Centraal Station uitloopt, is zo’n zaak. Pepijn Schmeink en Mathijs Huis in ’t Veld willen met hun concept zoveel mogelijk mensen inspireren om meer planten en minder vlees te eten. Smaakvolle gerechten to go en voor in de zaak, waaraan je absoluut niets mist. De heren willen op die manier graag hun steentje – zeg maar steen – bijdragen aan een beter milieu. Met Jack Bean maken ze een stap richting een duurzamere wereld voor iedereen toegankelijk, snel en betaalbaar.

Wereldverbeteraars 

“In 2016 wilde ik iets gaan opzetten dat kon helpen het klimaat te redden. Achteraf gezien was dat het voortraject van Jack Bean. Na het zien van Cowspiracy (wereldwijd bekende documentaire over vleesconsumptie en milieugevolgen, red.) was ik om. Mijn bijdrage zou worden dat ik mensen inspireer minder vlees te gaan consumeren”, aldus Mathijs. In de documentaire wordt duidelijk dat de vlees- en zuivelindustrie een heel groot aandeel heeft in de milieuvervuiling. Zo creëert de sector meer broeikassen dan het wereldwijde transport. Alle auto’s, vliegtuigen, scooters, vrachtwagens, boten en treinen vormen tezamen 13%, waar de vlees- en zuivelindustrie een aandeel van maarliefst 18% heeft. “Vreemd als je je beseft hoe weinig aandacht daarvoor is. Mensen zien de auto laten staan veel eerder als een milieuvriendelijke daad dan een maaltijd zonder vlees.”

Voordat hij Jack Bean opzette, zat Mathijs ook al in de sociale ondernemingssector. Toen hij in 2016 met mensen sprak over zijn plannen, werd hij tot twee keer toe getipt om contact op te nemen met horecaondernemer en chef Pepijn Schmeink, met name bekend van restaurant Dertien. De heren kwamen met elkaar in contact en concludeerden dat ze allebei op zoek waren naar een vergelijkbare uitdaging: een nieuw horecaconcept met impact.

Jack Bean 

Het was rond die tijd dat Mathijs het boek ‘De Verborgen Impact’ van Babette Porcelijn las. Van alle impact op het milieu, is de consumptie van vlees de tweede grootste factor. Babette schrijft: “We spreken veel over bijvoorbeeld plastic verpakkingen. Echter als je de impact van de verpakking van vlees vergelijkt met de impact van het vlees zelf, is dat minder dan 1%.” Mathijs: “Pepijn en ik besloten, hier moeten we mee aan de slag. Zonnepanelen en een Tesla zijn misschien niet voor iedereen toegankelijk, maar de hoeveelheid vlees die je consumeert is iets dat iedereen in eigen hand heeft. Rijk en arm, jong en oud. De beslissing om vlees wel of niet te eten maak je elke dag meerdere keren.” Mathijs groeide zelf in die tijd door van flexitariër naar vegetariër, maar werd tot de dag van vandaag nooit principieel veganist. Daar gaat het concept van Jack Bean ook niet om volgens hem, het gaat om fiks minderen en mensen laten zien hoe lekker eten zonder vlees kan zijn. Hij legt uit: “Pepijn was degene die besloot: ‘we gaan gewoon volledig voor plant-based in de zaak. Dan kunnen we pas écht laten zien dat je geen dierlijke producten nodig hebt om lekker te eten’.” Daarna was het kunst voor de heren om de drempel van de zaak zo laag mogelijk te maken. Om mensen een nieuwe eetgewoonte aan te leren, moet je het namelijk vooral niet te moeilijk maken. Jack Bean werd daarom een betaalbaar fastfood concept met to-go optie. Zo haal je een vegan maaltijd bij de zaak net zo makkelijk als een menu bij Burger King of McDonalds.

Six Promises 

Niet alleen door het minderen van vlees wilt Jack Bean zijn duurzaamheid waarborgen en tonen. De zaak hanteert zes beloftes, waaronder het minimaliseren van afval en het gebruik maken van lokale producten. “Dus geen avocado’s op het menu?”, testen we Mathijs. “Nee, geen avocado’s op het menu”, antwoordt hij met een lach. “We proberen altijd verder na te denken. Lokaal is in principe verantwoorder dan producten met ver transport. Maar soms worden producten lokaal in kasten gekweekt en dan heeft dat weer meer impact dan transport uit een zuidelijker land. Met elk product proberen we de best mogelijke keuze te maken.” Verder streven de heren, volgens belofte vier, naar gerechten en producten die te hergebruiken zijn. Zo wordt de bloemkoolstronk hergebruikt als ingrediënt voor de creamy dressing en wordt het resterende pulp van de sappen gebruikt in de burgers. “Niks eetbaars wordt in deze keuken weggegooid, dat is de regel. Bezoekers kunnen natuurlijk wel eens restjes over laten. Daarvoor hebben we een recyclestation gecreëerd in de zaak. Zo denken mensen eerder na over wat ze weggooien.” 

Succes 

Dat Jack Bean een succes is, wordt duidelijk als de heren vooruitblikken naar de toekomst. Recent werd bekendgemaakt dat de zaak – die al vanaf het begin de bedoeling was om een keten te worden – gaat uitbreiden naar Amsterdam. Mathijs: “Binnen twee jaar hopen we in de grote vier te zitten; Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Meer mensen kunnen bereiken in verschillende steden is alleen maar mooi en deel van onze missie. Wie weet brengen we Jack Bean in de toekomst zelfs wel naar het buitenland.” Maar, stap voor stap. Zover zijn de heren nog niet. Er wordt momenteel druk gezocht naar een geschikt pand en minstens zo belangrijk; een Amsterdams team met dezelfde visie als brigade Rotterdam. In het proces van uitbreiden mag het grotere doel namelijk vooral niet verloren gaan.

De laatste tijd zijn er een paar hele mooie recensies over de zaak geschreven, zowel door lokale als landelijke platformen. Mathijs reageert: “Dat recensenten die al zo veel gezien en geproefd hebben, snappen wat je doet en het nog lekker vinden ook, dat is te gek. Het échte succes echter, zit hem voor ons in iets anders. Als een vaste vleeseter Jack Bean binnenloopt en ’s avonds thuis komt en tegen zijn vrouw zegt: ‘nou, wat ik vandaag toch voor iets lekkers geproefd heb’, dan is onze missie alweer een stap succesvoller. Pepijn en ik, wij zullen het klimaat niet redden met z’n tweeën. Maar als wij met Jack Bean een van de inspiratiebronnen kunnen zijn voor mensen om hun steentje bij te dragen, dan is dat prachtig.”