Kaj Gorgels over de pijlsnelle opmars van Drippy’s

Je zou het misschien niet verwachten van iemand die nog nooit een dienblad heeft gedragen of een fooi heeft geteld, maar Kaj Gorgels is tegenwoordig mede-eigenaar van een van de snelst groeiende burgerzaken van het land. 

Drippy’s – de smashburgerzaak die hij samen met partners Ad Schaap en Colin Knopper opzette – begon nog geen jaar geleden, en telt inmiddels drie vestigingen: twee in Rotterdam en eentje op de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam. En dit is nog maar het begin.

Ervaring aan de andere kant van de bar

"Ik had nul ambitie om ooit iets in de horeca te doen”, geeft Kaj toe. Maar op een andere manier was hij wel veel in de kroegen en restaurants te vinden; je raadt het al: aan de ándere kant van de bar. “Mijn geld ging als student al op aan uit eten gaan. Ik spaarde echt om naar een goed restaurant te kunnen; dat was het ultieme uitje.”

Ad Schaap, één van de twee andere compagnons met wie hij nu Drippy’s doet (de derde is Colin Knopper), benaderde hem voor corona of hij toch niet eens zelf wilde meedenken over een zaak. 

“Hoewel ik die ambitie dus nooit had gehad, kende ik de horeca, Rotterdam en wat er miste zo goed dat het toch ging kriebelen.” Hij zei ja, maar de komst van die zaak werd door corona uitgesteld. 

Een paar jaar later gingen ze toch om de tafel. “We hebben toen alleen maar over hamburgers gepraat”, lacht Kaj. En zo opende Drippy’s aan het Stadhuisplein in Rotterdam. “Als ik ooit iets in de horeca ga doen, dan wel met Ad”, zegt Kaj. 

Bewust met eten bezig

Drippy’s adverteert met pure producten en ‘grasgevoerd’ rund, een idee dat voornamelijk van Kaj komt. Waarom vindt hij dat zo belangrijk? “Ik ben echt bewust met eten bezig”, legt hij uit. 

“Ik lees etiketten, eet zo natuurlijk mogelijk, geen toevoegingen, geen vriesproducten.” Nu is een burger toch niet het meest gezonde en dat geeft hij ook toe. “Af en toe iets ‘slechts’ eten, comfortfood voor de ziel, is niet erg, maar eet dan wel zo goed mogelijk. Áls je dan al zondigt, doe het dan met eerlijke, verse en pure producten”, legt hij uit. 

“Wat we bij Drippy’s serveren, is echt anders dan wat je bij een gemiddelde fastfoodketen krijgt. En dat verschil moet je kunnen proeven.”

Drie Drippy’s-zaken

En dat bleek een razendsnel succes, want binnen acht maanden waren er al drie Drippy’s-zaken. Kaj krabt achter zijn oren: "We zijn wel heel snel vertrokken hè." Daardoor lopen ze nu af en toe tegen dingen aan: “Goed personeel vinden is lastig, dus daarom zetten we nu pas op de plaats. Eerst het team versterken, ademhalen.”

Maar stilzitten, dat zit niet in de Drippy’s-DNA. Maar door gaan ze zeker, stilzitten past niet bij Drippy’s en ook zeker niet bij Kaj, die naast Rotterdam ook grotendeels op Ibiza woont, waar vandaan hij podcasts maakt en hij is vader. 

Kaj zelf focust zich binnen Drippy’s op de branding, marketing en het grotere plaatje. “Concepten bedenken, lawaai maken, zorgen dat mensen over je praten – daar ligt mijn kracht. En Colin zorgt voor het eten. Als ik dit alleen had moeten doen, was het niets geworden. Maar in deze samenstelling past het perfect.”

Drippy Rave met influencers

Zo introduceerde hij de Drippy Rave, voor het eerst te zien in de zaak in Amsterdam. Een live-experience met muziek, burgers, trendy drankjes, influencers, en vooral: veel rumoer. “Ik geloof niet in alleen maar social media." 

“Een merk gaat pas echt leven als mensen het live meemaken. Monica [Geuze, zijn podcastpartner, red.] zit in Stëlz, dus het was een logische collab. Mensen vroegen na afloop meteen: wanneer komt de volgende? Het was geen eenmalig ding – dit is pas het begin.”

Drie restauranttips van Kaj

Hoewel hij dus veel in het buitenland is, heeft de rasechte Rotterdammer heus wel wat te vertellen over zijn favoriete plekjes in de stad. Het is immers een kenner, die van jongs af aan in ‘onze’ horeca te vinden is, en dus zijn we benieuwd: waar komt hij nou graag. 

“Als ik in Rotterdam ben, zit ik graag bij Goud”, zegt hij. “Aan de bar, dat voelt goed. Herman [den Blijker, red.] is een vriend geworden. Toen corona net uitbrak en alles dicht was, belde ik hem: ‘Jouw handen moeten toch jeuken?’ 

Hij zei: ‘Ik word gek!’ Dus zijn we gewoon bij hem thuis gaan koken. Alles erop en eraan. Dat is de liefde voor horeca.

Ook redelijke nieuwkomer River Bar is favoriet. “Zitten aan het water, ongedwongen, goed eten. Je hoeft daar niet weg.” In Amsterdam tipt hij Troef. “Alles is daar lekker. Zelfs de paling, en ik houd niet van paling. Je kunt daar aan de keuken zitten en gewoon koekeloeren hoe alles gemaakt wordt. Heerlijk.”

De toekomst van Drippy’s

En nu? Waar gaat Drippy’s naartoe? “Je belt op een moment dat we net even een adempauze nemen. Drie zaken in zo’n korte tijd, dat is niet niks. Maar zodra de teams goed staan, gaan we weer gas geven. Den Haag, Utrecht, misschien zelfs buiten de randstad, zoals Den Bosch. We willen naar heel Nederland. Maar wel op de juiste manier.” 

Kwaliteit blijft dus boven kwantiteit staan. Dat betekent: geen concessies aan ingrediënten, geen troep uit de vriezer, geen fastfood-gevoel. “Ik wil niet dat mensen denken dat wij een keten zijn die je overal ziet maar nergens voelt. Als je bij ons binnenloopt, moet je proeven dat we ergens voor staan.”

Festivals en sandwiches

Daarnaast zijn hamburgers, als ze goed zijn, perfect voor festivals, vindt Kaj. “Zeker smashburgers: geen flatgebouw dat na vier happen uit elkaar valt, maar plat en handzaam.” 

“Ook hebben we sandwiches gelanceerd onder de naam ‘Deli by Drippy’s’, gewoon echt goede sandwiches voor de lunch, zoals de classic ribeye en de katsu chicken. Die serveren we dagelijks in onze zaken van twaalf tot vier uur.”