De zwarte parasols, gezellige lampjes en elegante, antraciete gevel lachen ons al van een afstandje toe. Een man met een dikke sigaar zit op een van de Franse bistrostoeltjes op het terras. ‘Les temps est bon, le ciel est bleu’ – met één stap verwisselen we de Lange Nieuwstraat voor de ‘Rue de Charonne’.
Ongedwongen en gezellig bij Brasserie Grace

Een gulle lach van Jacques (Westerhoff, red.) brengt ons naar een tafeltje achterin de zaal, grenzend aan de bar met zicht op de open keuken. Het geroezemoes, hier en daar een schaterlach, een saxofoon op de achtergrond; we kijken onze ogen uit. Wat een gezellige, ongedwongen sfeer. Jacques, Ruben en hun team zwieren met vlotte pas in wit overhemd met bretels door het typische ‘pijpenlaatje’ dat gezellig vol zit.
Herkenbaar en lekker

We nemen plaats en krijgen de ene na de andere verrassing van chef Maarten Bout geserveerd. Het begint met een heerlijk aperitief, crudité met picalilly en een bijpassend wijntje. We klinken op een mooie avond – en dat wordt het. De eerste grote verrassing is het ‘Huzarenslaatje’, aangemaakt met mayonaise, mierikswortel en kalfstong. Jacques staat aan tafel. “Als je het doet, doe het dan goed. Dit is wat je in een brasserie wil eten. Het is herkenbaar en het is lekker.” Niks aan gelogen.
Een roerige tijd voor ondernemers Jacques en Ruben, die Brasserie Grace in coronatijd openden na een succesvolle crowdfunding. In juni 2021 gingen de deuren open – die in december, zoals in het hele land – met een ferme zwaai weer dicht konden. Maar de moed is hen absoluut niet in de schoenen gezakt. “Tijd om de zaak op te knappen. Een nieuw ventilatiesysteem, hier en daar nog een plank opgehangen, we zijn niet bij de pakken neer gaan zitten. Maar het was niet makkelijk om helemaal klaar te staan en niks te mogen doen.”. Ook Maarten heeft zijn tijd goed gebruikt. “Je kunt finetunen waar je mee bezig bent, nieuwe ingrediënten en leveranciers zoeken, de beste jongens voor je team zoeken. We zijn echt een familie samen. Haha, een Franse familie, midden in Utrecht.”
Emily in Paris

Emily in Paris blijft in mijn hoofd zingen. We proeven een heerlijke burrata in doperwtenmuntgazpachio met gefrituurde avocado (wauw, wat een combinatie) als tweede tussengerecht en lassen even een adempauze in om onze wijnvoorraad weg te werken. Trots serveert Maarten het hoofdgerecht himself: Tarbot (de poisson du jour) met een bolognaisesaus van langoustine en ravioli met spinazie en ricotta. De saus is hoog op smaak en doet me denken aan een pittige bisque.
Natuurlijk kan in deze sferen de crème brûlée niet achterblijven. Het past, het klopt, het moet bijna. Het is verrukkelijk. Het smelt op je tong, het smaakt naar meer. Maar dat past praktisch gezien niet meer… Dan nog maar een visueel dessert. De bijna hysterische gouden bar, een wand vol glaswerk en oneindig veel sterk lijkt wel een snoepwinkel. Er wordt nog steeds gelachen in de zaak, misschien wel net een tandje harder dan een uur geleden. Genieten en Gastvrijheid met een hoofdletter. Bedankt, Jacques, Ruben, Maarten en team, voor een onvergetelijke avond, voor de traktatie, de knuffel, de bevestiging dat Utrecht een pareltje rijker is.