Afgelopen jaar volgde De Buik schrijver Gijs ten Buuren een professionele wijnopleiding bij de Amsterdam Wine Academy (AWA), van de eigenaren van Wijnbar Paskamer. Dit jaar keert hij terug in de studiebanken voor WSET-niveau 3. In deze serie artikelen houdt hij ons op de hoogte van zijn vorderingen. Vandaag het slotstuk: het Examen.
De Buik heeft de hele reis van Gijs naar professioneel proever gevolgd: Lees hier deel een, twee en drie.
De wereld rond

In twaalf weken zijn we de hele wereld rondgetrokken. Van de jeugdige Muscat uit de Zuidelijke Rhône tot de reflecterende ‘llicorella’ bodem in de Spaanse Priorat, en van de pergola wijngaarden in Argentinië tot de a-typische Sémillon uit Hunter Valley Australië.
Aardrijkskunde was nog nooit zo leuk. Echter, net als op de middelbare school wordt ook hier aan het einde van het semester je kennis getoetst. Op twee manieren: proeven en theorie.
Deel een: Proeven

Bij aanvang is vrijwel elke deelnemer vooral nerveus over het eerste onderdeel. Ook om mij heen merk ik vaak dat mensen weinig vertrouwen hebben in hun eigen proeftalent.
Ten onrechte. Wouter, eigenaar van de AWA en zelf Master of Wine in opleiding, drukt ons vanaf de eerste les op het hart dat proeven een spier is die je kunt trainen. En na drie maanden van ‘intensieve training’ durf ik dat wel te beamen. Dat gezegd hebbende: blindproeven voor een examen maakt een mens bijzonder nederig.
Afgaan op je eerste gedachte

Je krijgt een witte en een rode wijn, en een half uur de tijd om voor allebei een proefnotitie te schrijven. Je begint met wit, tenzij de kleur verraadt dat het om een zoete wijn gaat. Dat zie je meteen en was bij mijn examen ook niet het geval.
De complexiteit in de witte wijn was groot, met veel aroma’s op zowel primair, secundair en tertiair niveau. Een intense witte wijn met een lange afdronk. Alles opgeteld: voortreffelijk. Juist die gelaagdheid en complexiteit maakte het verschil met de rode.
Die was vrijwel het tegenovergestelde. Ik rook alleen maar kers, dus conclusie: eenvoudige wijn. En dan komt het moeilijkste; niet gaan twijfelen! Je eerste ingeving is meestal juist.
Deel twee: Theorie

Dan door naar de meerkeuzevragen, vijftig in totaal. Moet je goed voor studeren, want de hierboven genoemde feitjes kunnen zomaar terugkomen. Gelukkig kun je je hier een foutje permitteren.
De grootste uitdaging zit in het tweede deel van de theorie: de open vragen. Zo krijg je bijvoorbeeld twee etiketten te zien met dezelfde druif, maar uit twee verschillende gebieden. De vraag daarbij om in detail de verschillen als gevolg van keuzes in de wijngaard of de wijnkelder.
Absoluut te doen maar met alle landen, appellaties, klimaatinvloeden, druiven, stijlen, en uitzonderingen is het wel zaak om op tijd te beginnen met leren. Maak niet dezelfde fout als ondergetekende, want dan krijg je het er behoorlijk druk mee. U bent gewaarschuwd.
Houvast maakt nieuwsgierig

Wat is dan de conclusie na zo’n professionele opleiding en het proeven van ruim honderd wijnen? Nou, dat die wijnen op zichzelf al een reden zijn om eens een opleiding bij de AWA te overwegen.
Elke week kwam er namelijk kwaliteit op tafel die ik zelf niet dagelijks in mijn glas heb. Natuurlijk kun je dergelijke flessen ook thuis drinken, maar wat een opleiding zo aanstekelijk maakt is het vaste proefmoment, het fanatisme van gelijkgestemden en een docent als Wouter die met eindeloos geduld je vertrouwen voedt in deze soms ondoorgrondelijke wereld.
Voorafgaand aan de opleiding heb ik me wel eens afgevraagd of dit niet een detailniveau aantikt waarbij ik mijn interesse zou verliezen. Het tegendeel bleek waar, de nieuwsgierigheid neemt alleen nog maar toe.