Op de hoek tegenover station Muiderpoort zit sinds kort Dimitri’s. Het is een ruime zaak, met terras aan twee kanten en ferme glazen pui. De jonge chef Ray Drisdale staat er met zijn collega Thomas Bijl te koken en dat doen ze naar eigen zeggen: “voor iedereen”. De populaire keuken uit de oostkant van de Middellandse Zee bepaalt de kaart. Wij gingen langs om te praten met Ray en om veel te proeven.
Uitzicht op station Muiderpoort

De Indische buurt is een van de laatste bastions binnen de ring die nog niet vergeven is van horecaconcepten. Op de gezellige Javastraat zitten de Syrisch-Iraakse, Turske en Marrokaanse supermarkten en bakkers naast de saladebars en drie-wijzen-van-het-oosten-formules. De Insulindeweg is wat minder vergeeflijk. De straat is breed en vol verkeer. De hoek waar Dimitri’s is gehuisvest, in een nieuw pand van lichte bakstenen, vormt een kruispunt van trams, bussen en de treinen op station Muiderpoort. Er is een groot terras aan twee kanten (Insulinde en Celebes), waarachter een glazen pui is weggestopt.
Binnen vind je een grote bar, hoge tafels, lage tafels in halve cirkels, gewone bistro-tafeltjes en ergens achterin een mooie zithoek. Er hangt een grote lichtbak met een Arabisch ogende koopman. Dit blijkt de fictieve Dimitri te zijn waarnaar de zaak genoemd is. Gelukkig wordt met dit karakter verder weinig gedaan. Dimitri’s is piekfijn ingericht. De ronde lampen boven de bar, de grote kast met ingelegde groenten en het vele groen verraden een groot besef van “nu”.
Chef Ray Drisdale

De chef ontvangt ons en komt voor bijna elke ronde uit de keuken. Ray is 22 en kookte al in een hele serie restaurants. Voorheen mocht hij zelf nooit de keuken uit en dat compenseert hij hier. Onbevangen en met een zachte stem vertelt hij over zijn verre reizen en de tenten waar hij heeft gewerkt. Van strandtent in Australië tot Ciel Blue en alles ertussen in. Hij licht de gerechten met liefde toe, zonder dat het een toneelstukje wordt, iets wat wij een verademing vinden.
De kaart is een kruising tussen Mediterraans en Arabisch en staat vol Levantijnse gerechten die Yotam Ottolenghi echoën. Het draait om mezze en uiteraard is alles “to share”. Voor de gewone sterveling die niet wil delen is er ook wat te halen. De entrecote, de zalm of de vegetarische fregola komen gelukkig op een eigen bord. Er zijn ook twee steak specials van 800 gram, die lijken ons geschikt voor meer dan een persoon, maar dat mag je zelf bepalen.
Mezze met zijn zessen

Wij eten mezze, die keurig opgedeeld zijn in vlees, vis en vega. Ook zijn er koude en warme mezze. Dat maakt kiezen ineens eenvoudig, je hebt zes categorieën mezze. We beginnen met drie koude en eindigen met vijf warme. Aangezien we ook al een borrelplank met fijne dips hebben gehad, blijkt dit wat te enthousiast voor met zijn tweeën. Je kunt prima met twee of drie mezze minder af. Hun eigen mezze menu gaat uit van vier mezze per persoon (en een dessert of koffie) voor €28,50.
De aanraders zijn de bloemkool in bruine boter met salie en amandel, de prei die in zijn jasje op de grill heeft gelegen en de zalm met wasabi sorbet. Chef Ray zegt dat de Iberico fingers met five spices goed lopen, ook dat kunnen we ons goed voorstellen. Het dessert van aardbeien met een salmiakbrok (of eigen beter: salmiakplaat) bevalt ons ook goed. De porties zijn verre van karig. Bij een enkel gerecht mogen de kruiden nog wat beter in balans. Soms is het gewoon niet zo slim om de meegeleverde saus over te slaan, iets wat de schrijver dezes eigenlijk altijd standaard doet: hapje zonder saus, hapje met saus. Zo is de romescosaus alleen wel erg zout en de komijn op de aubergine aan de uitgesproken kant, als je de saffraansaus weg laat.
Culinaire opstap

Dimitri’s is een toegankelijk restaurant. Een light-versie van een traditioneel Syrisch of Libanees restaurant. In dat opzicht lijkt de zaak wel een Levantijnse variant van Umami by Han. Beide restaurants zitten strak in het concept, zijn met smaak ingericht en brengen een “verre” keuken dichterbij. Door de prijsstelling richten ze zich op een jonger publiek. Het grote pand van Dimitri’s en de lastige locatie maken wel dat het vinden van deze jonge culinaire opstappers nog een uitdaging wordt. Misschien kan die koopman Dimitri toch nog van pas komen.