Hotel de Goudfazant: een nederzetting houdt stand tegen de overheersing
Een verhaal over Hotel de Goudfazant verandert al rap in een verhaal over Niels Wouters. Die twee zijn lastig los te zien van elkaar. Het illustere restaurant - helemaal geen hotel - opende ruim tien jaar geleden de poort naar Noord en definieerde een nieuwe stijl van uit eten gaan: in een robuuste omgeving, goed eten en nog betaalbaar ook. En passant groeide Niels uit tot een tegendraadse horeca-tycoon.
Niels en Brel
De Amsterdamse Brabander is méér dan de Goudfazant: Café Modern, Radio Royaal in Eindhoven en FC Hyena zijn allemaal (deels) van hem en zijn geursporen hangen door heel Amsterdam, van het ontwerp van Rijsel en De Scheepskameel tot de organisatie van de Ronde van de Orteliusstraat. Inmiddels waaiert oud-personeel van de Goudfazant uit door heel Amsterdam, van Skatecafé tot de Binnenvisser.
Niels is het creatieve brein achter deze met nostalgie doordrenkte ondernemingen. Hij is een kruising tussen Asterix en Willy Wonka, met de Goudfazant als plek waar hij strijdt tegen de burgerlijke overheersing. Het is zijn chocoladefabriek van genot. De naam van Hotel de Goudfazant is een spiegel van de weemoedige ziel van de eigenaar. Afkomstig van een nummer van Jacques Brel dat van leer trekt tegen de burgerij en het eert vervlogen tijden. Maar het is geen vervelende nostalgie, zelfs niet als het af en toe melancholisch wordt. De vooruitgang is altijd daar en er is een blijvende urgentie, wat blijkt uit het feit dat zijn zaken altijd vol zitten. Wat Niels maakt raakt mensen van nu.
Hotel de Goudfazant komt uit het nummer De Burgerij van Jacques Brel, hierboven een video met de Waalse versie
Ruig Noord
De Goudfazant is meer dan Niels. Er zijn vier oprichters, naast Niels nog Rogier Klooster, Frederic van de Laar en Marco Birsak. In 2006 begonnen zij in Amsterdam Noord een restaurant op een stuk land aan het IJ. De poort van het gebied waarop Hotel de Goudfazant ligt, scheidt hun domein van Amsterdam. Die houdt de Amsterdamse besognes buiten de deur. Dat ene dorpje dat zich verzet tegen de Romeinse overheersing. Geen grachten, nauwelijks toeristen, veel ruimte om je heen en betonnen platen tot aan het IJ. Niets is schattig, niets is lief. Industrieel wordt het vaak genoemd, Rotterdams zou ook kunnen. Op het terrein gebeurt de laatste tijd van alles. Tim Immers zit er met Hangar, zijn Italiaanse restaurant. Niels begon - met enkele compagnons twee jaar terug - FC Hyena, een film club annex restaurant.
CX
Bij binnenkomst van de grote hal waarin de Goudfazant huist, wordt duidelijk dat hier iets bijzonders aan de hand is. Zelfs meer dan een decennium na de opening is het design actueel. De rode stoeltjes (de goedkoopste die ze konden vinden 12 jaar terug), het witte linnen op de tafels, de immense hoogte van de hal, de ontelbaar vaak gefotografeerde kroonluchter van glazen flessen, de Citroën CX op de garagebrug, de gele tegels tegen de muur, zelfs de WC’s met hun campinggevoel doen mee. Mensen zitten er keurig aan de tafels, maar de bar is ook een fijne plek om de Goudfazant te ervaren.
Poussin en natuurwijn
Het eten is er goed en betaalbaar. Niet te veel fratsen, een klassiek bistromenu, met een paar leuke verrassingen. Niet te vlezig (meer), de bavette en het haantje (poussin) worden vaak besteld en de oesters doen het ook goed. Er is volop bier, maar de verstandige keuze is hier natuurwijn, vooral de oranje wijn in de mooie stenen flessen.
Slapen bij Hotel de Goudfazant kan niet. Het hotel is geen hotel, het is een restaurant. Maar de nachten in dit Brabantse stukje Amsterdam kunnen lang zijn. De website van het restaurant noemt bij de openingstijden wel vanaf hoe laat ze open zijn, maar niet tot hoe laat.
De Noord-Zuid-lijn rijdt om de zes minuten, we houden van het pontje: tijd voor een lijst met de plekken waar wij graag komen in Noord, voor alle Amsterdammers.
De Buik licht samen met wijnbeurs.nl drie geweldige zomers wijnen uit de komende weken. Als derde de rode, coole wijn uit Frankrijk: Midnight Fever Rouge.