Rotterdam zou Rotterdam niet zijn zonder de typisch Rotterdamse “niet lullen maar poetsen’’ mentaliteit, maar Rotterdam zou Rotterdam ook niet zijn zonder zijn typische horeca. Die zijn al zo lang een begrip in de stad dat ze verweven zijn met de stad. Cafés en restaurants waar je het Rotterdamse proeft, zowel in het eten, als in de mensen en natuurlijk de mentaliteit. Zo eentje die je nergens anders vindt in Nederland.
Ik weet niet wat ik zie als ik de tram uitstap. Witte stippen vallen als bliksem uit de lucht. Wanneer ik de Gaffelstraat inloop is mijn haar van bruin naar wit gekleurd. Op nummer negentig hangt een uithangbord van Heineken met vale letters. “Bierhandel De Pijp”, lees ik. Vanuit de kou stap ik via het bruine gordijn, het restaurant binnen, waar ik word verwelkomd in een soort museum. Aan de muren hangen ontelbaar veel stropdassen, de in krijt geschreven letters vormen samen het menu en er hangt een verzameling stickers en foto’s waar menig verzamelaar jaloers op zou zijn.
De geschiedenis van Restaurant Bierhandel De Pijp gaat helemaal terug naar het begin van de vorige eeuw. Het restaurant opende in 1898 en mag zich daarmee het oudste restaurant van Rotterdam noemen. Op de Geldersekade, bij het Witte Huis, begon De Pijp als distributiepunt en bottelaar voor Heineken, waar het restaurant vandaag de dag nog steeds zijn naam ‘bierhandel’ aan ontleent.
Eerste officiële biertje

De huidige eigenaar, Jilles van Werkhoven, heeft De Pijp in 2012 overgenomen van de toenmalige eigenaar, die het zo’n veertig jaar lang runde. Het restaurant kwam te koop te staan en Jilles wilde De Pijp meteen hebben. “Ik dronk hier in de ontgroening mijn officiële eerste biertje.” Hij lacht. “Het is een plek waar je altijd weer terugkomt’’, waar hij aan toe voegt: “Eigenlijk is het gewoon een gezellige huiskamer.”
Als iemand naast zijn schoenen gaat lopen, dan wordt ‘ie snel weer in zijn schoenen geschoven.Jilles van Werkhoven
Down to earth
Na 121 jaar is het restaurant volgens de eigenaar echt een deel van de stad geworden en vind je de Rotterdamse mentaliteit er daarom ook terug. Hij vertelt over het feit dat Rotterdammers niet van uiterlijk vertoon houden. “Dat down to earth hè, dat heb je hier heel sterk.” In het restaurant heb je geen eigen tafel, maar schuif je naast elkaar aan. “Gerard Cox zit hier naast een ‘gewone’ Rotterdammer”, vertelt hij lachend. Politici schuiven aan naast havenbaronnen en je vindt er artiesten, vaste gasten, muzikanten. “Iedereen komt hier”.
Dat De Pijp al jaren zo’n begrip in de stad is komt volgens Jilles omdat het authentiek is, je weet wat je krijgt. “What you see is what you get. Dat is ook iets Rotterdams vind ik.” Je vindt er volgens hem weinig opsmuk, iets waar Rotterdammers niet van houden. Nog een reden is dat De Pijp alle trends heeft doorstaan, het restaurant blijft altijd zichzelf. “Als iemand naast zijn schoenen gaat lopen, dan wordt ‘ie snel weer in zijn schoenen geschoven.”
Schouderklopje

In de gerechten is de authenticiteit ook belangrijk. Af en toe verandert er wel eens wat, maar de basis blijf hetzelfde. “Waar kun je nog gebakken lever met spek en uitjes eten? Waar heb je nog lekker oma’s draadjesvlees?” Jilles staat op en loopt naar het grote fornuis midden in het restaurant. ‘’Die kok staat hier te koken hè en hier lopen gewoon mensen’’, hij wijst naar het pad tussen het fornuis en de tafeltjes. ‘’Er is heel direct contact met de gasten.” Die directheid is volgens hem ook wat je terugziet in Rotterdam. “Dus als iemand zijn eten niet lekker vindt zegt ‘ie gewoon tegen de kok dat het niet lekker was.’’ Gelukkig hoort de kok het vaker andersom. “Dan krijgt hij meteen een schouderklopje.”
Trefpunt van maatschappelijk verkeer
“Het is toch een unieke zaak, als je om je heen kijkt is het gewoon een soort museum”, zegt Jilles terwijl hij om zich heen kijkt naar de foto’s, stropdassen en stickers. Hij laat een boek zien dat aan de muur hangt. ‘Het trefpunt van maatschappelijk verkeer’, staat er in grote letters op de voorkant. Het boek is bij het honderd jarig bestaan van De Pijp in 1998 geschreven, ook is er bij het negentig jarig bestaan in 1988 een boek geschreven. Het boek uit 1998 heet niet voor niks zo. “We willen dat de mensen met elkaar in contact zijn’’, vertelt Jilles als hij uitlegt dat ze niet aan WiFi doen. “Anders gaat iedereen hier achter zijn laptop zitten, bellen en weet ik niet wat.”
Mensen komen via, via naar het restaurant. “Je loopt hier niet toevallig langs, je moet het echt weten”, licht hij toe. Hij noemt het ‘een soort best bewaarde geheim van Rotterdam’. Hij voegt eraan toe dat het dat ook weer niet is. “Want het is hier hartstikke druk gelukkig.” Volgens Jilles maak je echt de ‘blits’ als je gasten mee brengt naar De Pijp. “Je hebt dan iets ontdekt wat heel veel mensen nog niet kennen.”
Tijd staat stil

Als je binnen stapt in het restaurant krijg je het gevoel alsof je terug in de tijd gaat. “Er zijn mensen die na veertig jaar binnen komen door het gordijn en zeggen dat er niks is veranderd.” Wel voegt Jilles eraan toe dat dat natuurlijk niet zo is, ze zijn tijdloos, maar gaan wel met de tijd mee.
Zo is het restaurant één keer verbouwd, in de jaren negentig. Het was zoals Jilles noemt een verbouwing zonder te veranderen. “Er hingen hier’’, wijzend naar de bruine muren, ‘’toen bordjes van jongens we gaan hier niks veranderen.’’ Jilles glimlacht. Na twee weken kwamen de gasten weer, die zeiden: ‘’Wanneer ga je nou verbouwen?’’
Da’s heel belangrijk hè, geen gekke dingen gaan doen of dingen veranderen die afbreuk doen aan het karakter.Jilles van Werkhoven
Schouders eronder en door
Op 14 mei 1940 wordt de originele Bierhandel De Pijp aan de Geldersekade door het bombardement vernietigd. Op 15 augustus 1940 gaat de ‘nieuwe’ Pijp van start in een oude garage annex fietsenstalling aan de Gaffelstraat.
“Als je een bombardement overleeft, nou dan kan ik na zoveel jaren de toekomst tegemoetzien.’’ De eigenaar van het oudste restaurant van Rotterdam denkt dat De Pijp nog wel honderden jaren mee gaat. Volgens hem moet je de kwaliteit en authenticiteit blijven waarborgen. “Da’s heel belangrijk hè, geen gekke dingen gaan doen of dingen veranderen die afbreuk doen aan het karakter.” Jilles is wel realistisch en geeft hij aan dat het niet altijd makkelijk zal zijn. “Natuurlijk hebben we wel eens een minder jaar. Schouders eronder en door.”