Eerder dit jaar kreeg het lunchcafé van Het Nieuwe Instituut een grondige make-over. Zwart en strak maakte plaats voor kleur en levendigheid. Een smakelijke plek voor een vriendenlunch, een twaalfuurtje met een klant of een veilige overdagdate. Ook als je geen museumticket hebt gekocht.
Musea werken vaak samen met cateraars. Het uitbesteden van de horeca scheelt een hoop gedoe en tijd. Dat betekent ook dat je soms moet inboeten op de vrijheid van je concept. Je bent immers overgeleverd aan de stempel die de cateraar drukt. Het Nieuwe Instituut kan erover meepraten. Begin dit jaar liep het contract met de cateraar af en dat gaf de creatieve koppen op het Museumpark de ruimte om Het Nieuwe Café compleet eigen te maken. Zowel de inrichting, de keuze voor het bestek en servies én de lunchkaart. De sobere architectenvibe van voorheen maakte in drie verbouwdagen (!) plaats voor meer levendigheid en kleur. Je luncht nu letterlijk tussen de kunst, een gigantisch houten bouwwerk met gekleurde schuimblokken dat als een indoorpergola door het café loopt. Het gevoel voor stijl hier op het Museumpark is geraffineerd en tegelijkertijd nonchalant. Wel bedacht, maar niet opgelegd.
Barbieboeket

In afwachting van de Marokkaanse harira en de pastinaaksoep kijken we vanachter de gigantische glazen pui uit op de museumvijver en het vernieuwde terras. In de zomer eet je met de zon op je knar tussen de rondflappende ganzen en eenden. Een reservaat voor rust en stadse wildlife, noemt Het Nieuwe Instituut haar buitenterrein. De conceptmakers van het lunchcafé haalden buiten ook naar binnen. Het café is opgefleurd met metershoge veldboeketten. Kijk je wat langer rond, dan vallen steeds meer details op. In een van de boeketten hangen bijvoorbeeld barbiepoppen en de peper- en zoutstellen achter de bar worden bewaard in felgekleurde tonijnblikken van Ortiz. The story is in the details.
Jamie-plaatjes

De soepen verschijnen inmiddels ter tafel. Ze lijken direct uit een Jamie Oliver magazine te komen. En zo smaken ze ook. De harira is rijk en rond met een duidelijke aanwezigheid van komijn. De kok serveert er onder andere dadels bij als topping. Een geslaagde twist die breekt met de ijzeren ‘spelregels’ van deze Marokkaanse klassieker. De pastinaaksoep is van even best niveau. Mild, maar wel vol van smaak. Romig, maar niet vet. Goede soepen maken zoals deze is een niet te onderschatten kunst. Volgende ronde: stokbrood van Menno met gerookte kip en avocado. Voor de tafelgenoot salade van gegrilde pompoen met feta. Wederom niets ingewikkelds, maar door het gebruik van goede basisingrediënten wel steengoed.
Biologische seizoenskaart

Eenvoud bieden van hoge kwaliteit, het typeert de gedachte achter de lunchkaart. Zonder toeters en bellen, wel fraai gepresenteerd. De kaart van het Nieuwe Café volgt ook de seizoenen. Waar het even kan, kiest de keuken voor biologische ingrediënten. Dat klinkt tegenwoordig bijna vanzelfsprekend, maar voor een museumcafé is het toch het vermelden waard.