Hoewel kreten als ‘vrouwen horen in de keuken’ tegenwoordig nog steeds door bepaalde figuren worden rondgestrooid, komt daar weinig van terecht. Tenminste, in professionele keukens. Het overgrote deel van de chefs, sommeliers en horecaondernemers is man. Vrouwen zijn echter net zo capabel natuurlijk, daarom zetten wij er een stel in een welverdiende spotlight.
Stephanie Lücken begon bij Rijsel met stofzuigen en glazen poleren. Het was niet de bedoeling om te blijven hangen maar inmiddels is ze mede-eigenaar van het restaurant. Wij spraken met haar over de keuzes die haar naar haar huidige positie hebben geleid: “Ik heb er geen moment spijt van gehad.”
Rijsel is Stephanie’s uitvalsbasis
Toen Stephanie Lücken bij restaurant Rijsel kwam werken om haar rechtenstudie te financieren, wist ze nog niet veel over werken in een restaurant. Biertjes tappen kon ze wel, dat had ze geleerd bij haar baan bij café Flamingo. Een van haar collega’s zou de overstap naar Rijsel maken, wat toen nog een net nieuwe zaak was, en vroeg of Stephanie mee wilde. “Ik wist helemaal niks van de Franse keuken. Pieter (Smits, eigenaar Rijsel, red.) vroeg tijdens mijn sollicitatie waar ik goed in was, dus ik zei ‘bier tappen’. Ze hebben echter geen tap, dus ik zei ‘dan houdt het op qua wat ik hier kan toevoegen’. Maar ik vertelde dat ik het graag zou wilde leren en mocht aan de bar glazen gaan poleren.”
De eerste twee maanden bij Rijsel was dat ook precies wat Stephanie deed, naast stofzuigen en afstoffen overdag. Daarna ging ze de bediening in. Het was niet de bedoeling om permanent te blijven hangen bij het restaurant, maar spookte wel al langer door haar hoofd om een eigen zaak te openen.
“Ik ben half Turks opgevoed, daar is veel meer een eetcultuur dan bij Nederlanders. Ik wilde eerst zo’n tien jaar advocatuur doen en dan stoppen en een restaurant beginnen.” Dat zou dan een familierestaurant worden, een uitvalsbasis. “Een plek waar mensen zich thuis voelen, en waar mijn vrienden en familie altijd een plek hebben om te eten.”
Rijsel werd die uitvalsbasis voor Stephanie zelf. “Vanaf het moment dat ik hier ben komen werken, ben ik ook niet meer weg gegaan. Toen ik een tussenjaar nam heb ik hier fulltime gewerkt, als ik stage liep bij advocatenkantoren werkte ik hier even niet, of maar één dag in het weekend.” Daarna kwam ze dan weer terug. “Toen ik afgestudeerd was zou ik bij een advocatenkantoor gaan werken. Pieter zei toen ‘Waarom blijf je niet gewoon? Ik wil dat je blijft’. Ik dacht dat hij bedoelde dat ik alleen als medewerker fulltime bij Rijsel zou gaan werken, maar hoewel me dat heel leuk leek, voelde dat niet als de volgende fase van mijn leerschool."
Dit was echter niet Pieters plan. “Hij zei ‘Ben je gek? Ik bedoel als mede-eigenaar’.” Een enorme eer, natuurlijk. “Het zijn voor mij twee helden, Pieter en Iwan (Driessen, chef en eigenaar van Rijsel, red.). En het was natuurlijk altijd het uiteindelijke plan om een restaurant te hebben. Ik heb het alleen een paar jaar naar voren getrokken.”
Tussen toga en dienblad
Tussen advocaat en restauranteigenaar zit natuurlijk nogal een verschil. “Ik had net een dure studie afgesloten, dus ik kreeg van Pieter de kans om over de keuze na te denken.” Naast het plan om ooit een restaurant de openen, had Stephanie zich ook voorgenomen om een goede advocaat te worden, om mensen te kunnen helpen. Die drang kwam voort uit een gevoel van oneerlijkheid in de wereld, maar tijdens de studie zwakte dat wat af. “Die oneerlijkheid kwam vooral uit mezelf. Ik had het zelf thuis niet zo makkelijk. Tijdens mijn studie kon ik daar best wel veel van kwijt.”
De manier van werken in de advocatenwereld ligt Stephanie bovendien niet. “Wat de mensen belangrijk vonden, strookte niet meer met wat ik belangrijk vond, en met wat ik wil halen uit mijn werk en uit mijn leven.”
Op het moment dat Pieter haar vroeg mede-eigenaar te worden wist ze al dat haar advocatencarrière niet zo lang zou worden als ze ooit had gepland. Uiteindelijk gooide ze haar plannen compleet om en koos ze voor Rijsel. “Het was wel even wennen. Ik had nog nooit een restaurant geleid. Het was opeens voor het ‘echie’. Maar uiteindelijk gebruik ik mijn studie nu nog iedere dag bij mijn werk. Ik heb er geen moment spijt van gehad.”
Vrouwen bij Rijsel
De bediening bij Rijsel bestaat overigens op dit moment vooral uit vrouwen. “Vroeger zeiden ze ‘mannen in de keuken en tieten in de bediening, dat is goed voor de fooi’,” Stephanie lacht hartelijk, “Soms denken mensen dat we lippenstift op hebben voor extra fooi. Maar dit is intensief werk met vaak lange dagen. Wat leidt het meest af van wallen? Lippenstift. Gasten vragen ook nog altijd wat ik hiernaast doe. Of ze vragen wie er vanavond de leiding heeft. Mensen gaan er niet vanuit dat dit ook voor vrouwen een positie is.”
Waarom er in de horeca in het algemeen weinig vrouwen fulltime werken? Stephanie: “Ze gaan toch liever niet voor een avondbaan. Een vriendin van mij werkte hier een tijd, maar zij heeft nu een dagbaan. Ze vindt de horeca eigenlijk veel leuker maar ze doet het niet, alleen vanwege de uren.” Stephanie vindt niet dat dat opweegt tegen de voordelen. “Je wordt hier toch gelukkiger van? Dus wat boeit het. Maar zeker als er ook een gezin meespeelt is die keuze lastig.”
Het feit dat het team van Rijsel nu grotendeels vrouwelijk is, is volgens Stephanie onbewust gebeurd. “Bij de sollicitaties waren de vrouwen toevallig beter. Om in Rijsel te werken hoef je absoluut geen ervaring te hebben, maar wel de leergierigheid," vertelt ze. "Wij leiden graag zelf mensen op, daarom kwam ik met het idee van de Rijsel Academie en hebben wij dat samen opgezet dit jaar. Wij nemen de tijd om mensen goed in te werken. Je moet uiteindelijk op elke vraag van een gast antwoord kunnen geven. Inmiddels zijn er weer wat mannen bijgekomen, een divers team is niet alleen fijn maar ook belangrijk. Dan kun je elkaar het beste helpen, door iets vanuit een andere invalshoek te kunnen zien. Daar leer je het meest van."
Wat betreft Stephanie zelf is ze blij dat ze de vrijheid heeft om werk en een eventueel toekomstig gezin te combineren. Al ligt haar focus voorlopig op het restaurant. Een thuis creëren voor gasten én werknemers staat centraal. “Wat voor mij heel belangrijk is, is de continuïteit, dat je hier thuiskomt. Dat betekent dat mensen hier graag blijven werken, dan heb je namelijk dezelfde gezichten, een vaste kern. Mensen houden is heel moeilijk.” Stephanie wil dat iedereen betrokken is bij de zaak en dat er genoeg uitdaging is. “We willen ervoor zorgen dat iedereen ook op dag driehonderd nog werkt alsof het dag één is, want voor gasten kan het ook echt de eerste keer zijn bij ons.”