Fan van de Japanse keuken? Bij PakuPaku eet je traditioneel Japanse fondue

Shabu wat?

Shabushabu (niet te verwarren met de suhsi-keten) is een traditioneel Japanse fondue. In een bouillon, met als belangrijkste ingrediënt zeewier, gaar je zelf de ingrediënten. Deze bouillon, Dashi genoemd, is de koning van de Japanse keuken en de basis voor veel soepen en noodle gerechten. Het is misschien wel belangrijker ingrediënt dan zout. De ingrediënten die je in de bouillon gaart, variëren van verse groenten, diverse paddenstoelen tot zeer dun gesneden plakjes rood vlees, zoals Japanse Wagyu of een mals stukje ribeye. Zoals in het traditionele Japan, worden er voor deze bouillon geen geur, kleur of smaakstoffen gebruikt of extra vetten toegevoegd. Hooguit wat kruiden om de bouillon net wat meer pit te geven.

En ben je klaar met fonduen? Dan eet je deze bouillon, die veel extra smaak heeft gekregen door alle verschillende hapjes erin te garen, lekker op met bijvoorbeeld rijst of noodles.

Prema kwam op het idee om Japanse fondue naar Amsterdam te halen, nadat ze een jaartje als manager in restaurant Lighthouse in Tokio gewerkt had. Een van haar vaste gasten hier was de eigenaar van een aantal Japanse Izakaya’s, waar ze shabushabu serveerden. “Ik was hier zó enthousiast over, dat ik vond dat we dit in Nederland ook moeten kunnen eten. De chef van dat restaurant heeft me toen een dag mee de keuken in genomen om mij helemaal uit te leggen wat ik moet weten”, vertelt ze enthousiast.

Heel veel te leren over horeca

Prema: “De horeca in Nederland is nieuw voor mij. Ik heb achttien jaar lang in marketing en business development gewerkt voor internationale bedrijven en ben toen zelf gaan ondernemen, maar heb altijd de droom gehad om iets in de horeca te beginnen. Die tijd is nu gekomen en ik heb er heel veel zin in om te starten!”

Hetzelfde geldt voor haar zakenpartner Franciska, die altijd heeft gewerkt als bedrijfsjuriste. Ook bij haar borrelde dit idee al een tijdje. Op een gegeven moment zijn de twee vriendinnen eens goed in gesprek gegaan en waren ze al snel beide enthousiast over dit concept. “Het is een heel groot avontuur. We hebben er beide heel veel zin in en er is nog heel, heel veel te leren”, vult Prema aan.

Om vanuit het niets zo van start te kunnen gaan, hopen Prema en Franciska op steun van hun omgeving. Enthousiastelingen kunnen deze toffe zaak steunen met crowdfunding via GeldVoorElkaar.nl.

'Met eten kunnen we mensen aan elkaar verbinden' Prema van Wersch

Voor Amsterdammers én expats

PakuPaku gaat uit van het concept van shared dining. Prema’s ervaring in het buitenland leerde haar wat een verbindende kracht eten kan hebben. Prima en Fransciska willen daarom niet alleen een plek voor lokale Amsterdammers creëren, maar ook voor expats. “Met uit eten gaan kun je zo makkelijk mensen leren kennen en nieuwe mensen ontmoeten. Bovendien willen mensen uit andere culturen graag integreren, en hebben veel baat bij een vast plekje waar ze terecht kunnen. We gaan ook een ‘joined table’ maken waar mensen gewoon in hun eentje aan kunnen schuiven en op deze manier met anderen in contact kunnen komen. Op deze manier kunnen we letterlijk met eten mensen aan elkaar verbinden.”

Prema heeft les gegeven in de Nederlandse taal en wil hier graag iets mee doen in hun nieuwe zaak. Zo worden er allerlei evenementen georganiseerd rondom de Nederlandse taal, zoals Nederlandse karaoke en een pubquiz.

Packman

De naam PakuPaku heeft trouwens te maken met het spelletje Packman. Paku-Paku betekent namelijk ‘eten’ in het Japans, en de naam Packman is een verwijzing naar dit woord dat het geluid van kauwen of eten nabootst.

Wát kun je precies eten dan? Bij PakuPaku hebben ze namelijk geen echte menukaart. Wél kun je kiezen uit verse vis en schelpdieren, vlees van mooie kwaliteit (zoals een ribeye of Wagyu) of een vegetarische fondue. Tot slot zijn er ook vegan opties. Vervolgens maak je een keuze uit drie verschillende prijsklassen, zo is er voor ieder wat bij.

“Bij Japanse fondue drink je met name witte wijn of een fris Japans biertje”, legt Prema uit. “Mensen denken al snel aan rode wijn, omdat je met rood vlees werkt, maar het mag juist wel een beetje fris zijn. Behalve wijnen willen we ook één of twee leuke signature cocktails bedenken op basis van sake”, vertelt ze, opnieuw enthousiast.

Thuis voelen

Op dit moment moeten de dames nog flink gaan verbouwen, hoewel ze zelf vinden dat er niet veel hoeft te gebeuren. “We willen het niet te traditioneel of te ingewikkeld maken. We willen een lange bank en mooie bar waar mensen zich snel thuis voelen. En dus een aantal grote tafels waar mensen bij elkaar kunnen schuiven om lekker te socializen. Het moet er oosters uitzien, maar we willen het wel basic houden. We noemen het ook geen restaurant, maar meer een eetcafé. Het gaat hier om ontmoeten en eten.”

Begin augustus willen de dames hun deuren openen. Met dat enthousiasme gaat dat zeker lukken, denken wij. Wij gaan tegen die tijd zeker even proeven.