Je moet er misschien even voor sparen maar het is het driedubbel en dwars waard: een diner in het tweesterrenrestaurant Parkheuvel van Erik en Juliën van Loo. Hij kan dan een Limburger van origine zijn, Erik van Loo is Rotterdamser dan Rotterdams. Zonder daden zijn woorden slechts loze kreten. En dus mochten wij namens De Buik een avond aanschuiven in het iconische Parkheuvel, het restaurant dat Van Loo in juni 2006 overnam van Nederlands eerste driesterrenchef Cees Helder, om zelf te ervaren dat hij geen 'lulkoek' verkoopt.
Het fundament van Parkheuvel

Foto: Pieter D'Hoop
Er zijn van die woorden die je altijd bijblijven. "Je moet je niet spiegelen aan anderen", vertelde Erik van Loo ons ooit. "Als je dat doet, ga je eerst wankelen en daarna zak je keihard door het moeras. Er is maar één René Redzepi, er is maar één Rasmus Munk. Bij Parkheuvel doen we niet aan figuurzagen. Ons fundament is gebaseerd op smaak. Diepe, intense smaken. Waarom zou je koken moeilijker maken dan het is? Wij koken oprecht. Schorseneren smaken bij ons naar schorseneren en niet naar iets wat niet te duiden is." De patron-cuisinier Erik van Loo liet zich deze woorden ontvallen voor het boek Chef Rotterdam, in de tijd dat er nog geen sprake was van een naderende sluiting van Noma in Kopenhagen. Een van de invloedrijkste restaurants en beste ter wereld gaat eind 2024 dicht omdat volgens eigenaar Redzepi de extreem hoge standaarden (lees: ingewikkelde, uiterst bewerkelijke gerechten) in sterrenrestaurants zoals dat van hem niet langer houdbaar zijn. De doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg-mentaliteit van Erik van Loo en diens zoon Juliën bespaart Parkheuvel deze kopzorgen.
De voorkeuren van Van Loo
Onze eerste blik blijft hangen bij de geinige blikken 'lijfolie' van Erik van Loo, gemaakt van de puntige Picual olijf. Met lijfolie is overduidelijk dat deze premium extra vierge olijfolie zijn persoonlijke favoriet is. Voor nog geen 10 euro te koop bij Parkheuvel. Zijn persoonlijke voorkeur schemert opnieuw door bij de huischampagne. Al vanaf dag één, nu 16,5 jaar geleden, zweert Erik van Loo bij de champagne brut réserve van Pol Roger. En niet alleen hij. Pol Roger is de huisleverancier van de Britse royals. Na één slok begrijpen wij waarom hij zo trouw is aan dit prestigieuze champagnehuis uit Épernay.
Stijlvol en speels

Foto: Pieter D'Hoop
Aan sterrenrestaurants kleeft nog altijd het imago van stijf. Stropdassen zijn er allang verleden tijd. Op Parkheuvel zijn andere s’en van toepassing: stijlvol en speels. Check de voering van de jasjes van de zwarte brigade; flessen wijn draagt zij niet louter met de handen. Zo zien we nog wel een paar 'jeugdige' details. De ronde tafels zijn er net een schaakbord. De open kast gevuld met glazen van Spiegelau is een eyecatcher van jewelste. Wat heet kast? Het is meer een kunstwerk dan een kast. Die knipoog gaat niet ten koste van het comfort. Een hangertje voor onze handtas wordt gelijk bij binnenkomst aan tafel geschoven. De (mannelijke) bediening is er sowieso heel scherp. Er ontgaat de heren werkelijk niets. Wij zijn niet zo van de selfies maar als je ze ergens kunt maken in een waanzinnig decor, dan is het wel bij Parkheuvel. Met een riant uitzicht op de Nieuwe Maas, en alles wat er overheen vaart, kun je een hoop likes verzamelen op Instagram.
Steengoed

Foto: LVF Photography - Lyan van Furth
Parkheuvel kent twee chefs. Vanavond is Juliën (Juul voor wie hem beter kent) the leading man. Uit zijn eerste hand komt als welkom uit de keuken (lees: amuse) een pakketje van meiknol, tartaar van hamachi, couscous aangemaakt met waterkers, schuim van kervel, peterselie en dragon en een krokant van tomaat. Amper binnen en onze avond kan nu al niet meer stuk. Wat volgt, is een aaneenschakeling van geweldige gerechten: van Noordzeekrab Asian style met een krokant van nori, radijs, codium, crème van avocado en een vinaigrette van kaffir en dashi, tot Europese kreeft met kreeftencoulis, gember, aardappelkaantjes, zwarte truffel en pijnboompitjes, tot reebokfilet met een croûte van amandel, kers, crème van spitskool, merg, umeboshi en saus getrokken van het karkas van de reebok. Aan diepe, intense smaken is geen woord gelogen. Aan stijlvol en speels voegen we een derde 's' toe: steengoed.
Gerse smaken

Foto: LVF Photography - Lyan van Furth
Een oplettende lezer zal het gelijk opmerken. Ons bezoek aan Parkheuvel was niet gisteren, en ook niet eergisteren. Ze sjoemelen niet met de seizoenen, wij sjoemelen met de publicatiedatum. We hadden er overigens gisteren heel graag opnieuw gegeten. We zouden er elke dag wel willen eten, én drinken, want sommelier Nick van den Heuvel doet niet bepaald lullig met een Chablis van Raoul Gautherin & Fils en La Vignée Bourgogne, een chardonnay van Bouchard Père & Fils. Tof zijn de Rotterdamse tintjes aan de cabernet sauvignon van Giuseppe Brancatelli, de man achter het gelijknamige Italiaanse restaurant wat aan de Boompjes zat, en aan Parkheuvels eigen wijn -een blend van sauvignon gris, pinot gris, auxerrois en chardonnay- van het Zuid-Limburgse domein St. Martinus, dat geleid wordt door de oenoloog Stan Beurskens. Helemaal Rotterdams is het brood van Parkheuvel, gemaakt door Jordy’s Bakery.
Alsof we nog niet genoeg zijn verwend krijgen we een doos huisgemaakte bonbons mee naar huis, waaronder een praline van pistache en hazelnoot en witte chocolade met yoghurt en rood fruit. En dat allemaal voor een menuprijs van maximaal een derde van die van Noma. Figuurzagen kan dan niet Parkheuvels ding zijn, uiteindelijk telt de smaak en die is in klare taal gers. Waarom zouden we naar Kopenhagen gaan voor al die poespas?
Hoofdfoto: Foto: LVF Photography - Lyan van Furth