Géza Weisz en Tijn Verstappen: “Ik ben zo krankzinnig trots op de zaakjes”

Tijn Verstappen en Géza Weisz hebben afgelopen periode niet stilgezeten. De heren hebben naast Oeuf nog twee horecazaken geopend in coronatijd. Tijn is mede-eigenaar van maar liefst vijf horecaconcepten en Géza is DJ, acteur én sinds kort mede-eigenaar van Oeuf en Gertrude. Hoe de twee zijn gaan samenwerken en hun eerste zaak ‘Oeuf’ tot stand is gekomen? “Géza en ik kenden elkaar al. We zijn afzonderlijk van elkaar in The Egg Shop in New York geweest en kwamen allebei terug met de overtuiging: ik moet dit concept gaan beginnen in Amsterdam. Ik ben dat idee toen gaan uitwerken en sprak later Géza die precies hetzelfde idee had. We zijn een kop koffie gaan drinken en de samenwerking stond.”

Tijn en Géza

Hoe het nu met beide heren gaat? “Zakelijk is het natuurlijk echt een puinzooi, het is heftig”, aldus Tijn. Géza is een optimist, maar die tweede lockdown hakt erin: “Als restauranthouder sta je stil, als DJ sta je stil en als acteur sta je stil. Dan gaat het gewoon heel slecht. We krijgen geen steun vanuit de overheid, omdat onze zaak in 2019 nog niet bestond, dus alles komt uit je eigen zak.”

Het mede-eigenaarschap van twee horecazaken is op het pad van Géza gekomen. “En een beetje random ook. Je fantaseert erover, maar het daadwerkelijk uitvoeren van je fantasieën, dat is echt een grote stap. Tijn heeft me daarin bij de hand genomen.”
Géza heeft een grote voorliefde voor inrichten. Na zijn huis, vond hij het dan ook te gek om Oeuf in te richten. “Grappig, want je denkt: ik ben acteur. Ik heb wel een voorliefde voor inrichting, maar ik ga er nooit iets mee doen. En dan heb je ineens twee horecazaken die je kunt inrichten.” Als DJ en acteur was het eigenlijk heel leuk om een paar avonden in de week in de bediening te staan, laat Géza weten. “Ik had nog nooit een dag in de horeca gewerkt, maar je moet ook echt begrijpen hoe het werkt voordat je iets kunt runnen.”

Tijn is een echte ondernemer, een horecajongen noemt hij zichzelf ook wel. Op zijn achttiende is hij naar Amsterdam verhuisd, ging hij studeren en in de horeca werken. Hij begon als barman, werd manager en bleef tien jaar werken in de zaak waar hij ooit startte. Met Roger Peetoom, de eigenaar van het restaurant waar Tijn destijds werkte, kreeg hij een goede band en zette hij de zaken Pazzi en Van ’t Spit op. “Ik ben nogal druk van mezelf, dus hier kon ik al m’n energie in kwijt. Bezig zijn vind ik heerlijk. Ik ben verliefd geworden op het vak.”

2 zaken openen in coronatijd, hoe gaat dat?

“Oeuf 2 opende een maand voor de coronasluiting en heeft daardoor nooit echt een kans gehad”, vertelt Tijn ons. “We zijn eigenlijk direct weer dichtgegaan en die zaak heeft het dus ook niet gered.” Tijn vloog naar Italië, vond een goede pasta-chef en bracht échte Italiaanse pasta naar Amsterdam met restaurant Linguini, dat opende tijdens de lockdown als vervanging van Oeuf 2. In augustus is de zaak opengegaan en na twee weken open te zijn geweest, weer dichtgegaan. Aan afhalen doet Tijn niet, want pasta is moeilijk te bezorgen als je de kwaliteit wilt behouden en zeker nu de zaak net open is wil ik daar niet aan tornen. “Voordat de zaak openging hebben we twee weken lang proefgedraaid voor vrienden en familie in oktober, op de dag dat we normaal gingen draaien, hebben we 800 man moeten afbellen vanwege corona. Maar de energie zat erin.”

Met Gertrude hebben Géza en Tijn ook pech gehad, want na de opening in maart heeft de zaak na twee weken zijn deuren weer moeten sluiten, om vervolgens in de zomer weer voor een korte periode open te mogen. “En toen moesten we weer dicht. Dat is zo pijnlijk. Zeker omdat we geen euro terugkrijgen vanuit de steunpakketten. Geen compensatie, dat is wel echt zuur. De staat heeft geen tijd om maatwerk te leveren en het is onmogelijk om per zaak te bekijken of ze wel of geen steun krijgen.” Tijn hoopt dat dat later nog wel komt.

Géza baalt, maar geeft ook aan dat het hem ook veel heeft gebracht. “Ik ben zo krankzinnig trots op de zaakjes. Zeker Gertrude, dat is echt helemaal geworden waar ik over fantaseerde. In de tijd dat Gertrude open was, was het een bruisende zaak. Als je iets bouwt en er zitten mensen die genieten van een fantasie die jij ooit in je hoofd had zitten, dan heeft dat zoiets leuks, zoiets vets.” Ook van het ondernemen leert hij en hij geeft aan dat hij wel heeft onderschat hoe heftig het is om een restaurant te hebben. “Als je iets écht goed wil krijgen, moet je er zoveel tijd en energie in stoppen. Dat is wel iets anders dan als DJ of acteur aankomen lopen in een setting waar alles voor je geregeld is.”

Gertrude is Géza’s trots én stiekem zijn kindje. Tijn richt zich vooral op Oeuf. Beide heren zijn erg betrokken bij allebei de zaken, maar zijn beiden verantwoordelijk voor de dagelijkse bezigheden van 1 zaak.

Oeuf en Gertrude tijdens de lockdown

Oeuf 1, de zaak van de heren die ongeveer een jaar geleden is geopend was gezond en het liep hartstikke goed. Tijdens de eerste lockdown zijn Géza en Tijn gestart met de verkoop van truien, wat een groot succes bleek. Dat er maar liefst 700 truien zijn verkocht en er daarmee zoveel steun en liefde is gegeven, heeft de heren echt door de eerste lockdown getrokken.

Afhaal en bezorging, dat doen ze minimaal of niet. Tijdens de eerste coronasluiting hebben Tijn en Géza voor Gertrude pakketten gemaakt, maar Géza vertelt dat er voor Gertrude deze tweede lockdown geen afhaal meer in zit. “Als we het over Gertrude hebben gaat het zo over de plaats en de sfeer. Dat is echt cruciaal en misschien wel 50% van de beleving. Het is een restaurant, maar ook echt een bar. Een restaurant met het gevoel van een lawaaierig New York. Geen stijf restaurant waar je een keurig bordje krijg. Al is dat door de anderhalve-metermaatregel wel meer een restaurant geworden.”

Maar stilzitten, dat doen ze niet. Zo hebben ze de wanden van Gertrude geïsoleerd om geluidsoverlast aan te pakken. Géza: “Ik wilde dat het menu van Gertrude nog beter zou worden. De tijd die we nu hebben, gebruiken onze koks om iedere week gerechten te maken die wij mogen proeven. Wij bepalen dan welke er op de kaart komen te staan.”

Ook bij Oeuf zijn de ontwikkelingen in volle gang. De eerste lockdown is er een avondkaart ontwikkeld, waardoor de zaak na corona, naast de ochtend en de middag, ook in de avond kan openblijven. “We hebben een van de gezelligste terrassen van Amsterdam, dus het is doodzonde om om 5 uur de deur dicht te doen. We hebben een vergunning om langer open te blijven, dus om dat straks niet te doen gaat tegen je gevoel in. We hebben er lang over nagedacht, maar we gaan er een all day long zaak van maken. Veel van de gerechten op de avondkaart staan ook in het teken van ei, zoals salade nicoise en steak tartare.” Bij Oeuf kun je nu voor het diner afhalen. Geen Oeuf, maar Boeuf. Ze bezorgen heerlijke burgers die je via de bekende bezorgplatforms kunt bestellen.

De Franse twist

Gertrude en Oeuf zijn beide geïnspireerd op de Franse keuken. Tijn heeft dan ook een voorliefde voor de Franse keuken. Bij Gertrude staan er niet alleen Franse gerechten op tafel, maar ook gerechten met een knipoog naar andere landen. Géza noemt het ‘progressief mediterraans eten’. Géza’s voorliefde voor de Franse keuken is overigens iets minder uitgesproken dan die van Tijn. Zijn vader is opgegroeid in Italië en zijn moeder in Jakarta, dus Indonesisch en Italiaans eten stond ook vaak op tafel. De inrichting van Gertrude is wel echt Frans, met dank aan Géza.

Waar komen die ‘oeufs’ eigenlijk vandaan?

“Haha, dat is een goede vraag. We hebben een boer gevonden, maar echt heel gênant, ik weet het even niet”, aldus Tijn. Géza weet er nét iets meer over te vertellen. “We hebben volgens mij een lokale boer gevonden die ons heeft weten te overtuigen, maar de verdere inkoop doet de keuken.” Volgende keer stellen we deze vraag weer en dan verwachten we natuurlijk dat de heren het precies weten.

Nieuwe zaken & columns

Er gaat nog steeds veel tijd in zitten in de zaken. Géza is er elke dag wel mee bezig, zodat bij de eerstvolgende horecaopening alles piekfijn in orde is. Daarnaast schrijft hij elke week een column voor Viva en helpt hij zijn vader met het schrijven van een script voor een nieuwe film. “Ik kan me wel bezighouden, maar wordt vooral gelukkig van veel, variërend werk zoals voor corona. Een paar keer in de week plaatjes draaien, acteren en een paar avonden in de horeca. Dat is een mooi, rijk en uiteenlopend leven.”

Tijn is in deze tweede lockdown druk bezig geweest met afhalen en bezorgen voor de zaken Pazzi en Van ’t Spit. Daarnaast hebben we een primeur, want er is komt een nieuwe Pazzi, waarvan de zaak nu wordt verbouwd in Oost. De zaak op het Steve Bikoplein zal rond maart klaar zijn en Tijn hoopt dat de zaak dan direct open mag. Een van de andere projectjes waar hij nu druk mee bezig is, is een visconcept, maar daar mogen we nog niets over zeggen

En hoe ziet de toekomst eruit?

“Ik vind dat altijd heel moeilijk. Ik vind mijn werk zo superleuk om te doen. Het is maar net wat er in mijn hoofd op komt. Ik ben ook blij en tevreden met wat ik nu doe”, zegt Tijn. Géza is vooral erg blij met een vraag die wat meer perspectief biedt. “Ik zie hem heel rooskleurig tegemoet. Zwaarder dan dit gaat het niet worden. Ik verheug me er heel erg op, want de tijd dat we open waren, was waanzinnig leuk. Bij Gertrude ging het dak eraf. 2021 zie ik weer voor me als het oude leven. Dat zal niet 1 januari zijn, maar ik heb toch hoop op vanaf de zomer.”